Tien keer taxatie van twintig ’scheefhoofdjes’

28

spermonTwintig baby’s met scheve schedeltjes waren vorige week zaterdag in Berlicum bijeen voor onderzoek. “Weg met de “verplichte” rugligging”, zegt initiatiefneemster Renee Spermon.

Het was een aparte vertoning zaterdagmorgen in Berlicum. Jesper, Aukje, Sam en zeven andere baby’s met scheefgegroeide schedeltjes verzamelden zich met moeder – en een enkele vader – in evenveel kamertjes van de fysiotherapie-praktijk van Renee Spermon. Daar werd hun koppie tien keer achtereen door steeds een andere arts of therapeut voor een spiegel geschouwd em bevoeld.
Hoe is de vervorming? Hoe de stand van de oren? Is ook het gezichtje scheef? ’s Middags herhaalde het ritueel zich met tien andere baby’s.

Wiegendood
Plagiocephalie – letterlijk scheefhoofd – heet het fenomeen. Het is sterk toegenomen sinds ouders vanaf 1992 ter voorkoming van wiegendood wereldwijd het advies krijgen hun borelingen op de rug te ruste te leggen. Is het koppie al niet helemaal recht, bij voorbeeld door de ligging in het bekken of door geboortegeweld, dan werkt rugligging verdere scheefgroei in de hand. Het hoofdje zakt vanzelf steeds naar dezelfde kant, het nog buigzame schedeltje wordt snel verder vervormd en neemt soms nek- en rugwervels mee.
Een op de 25 zuigelingen krijgt ermee te maken. Soms kan alleen een paardenmiddel de schade nog herstellen: de baby moet dan voor zijn eerste verjaardag – wanneer de echte schedelgroei is voltooid – vier maanden lang een helmpje op om symmetrie te forceren.

Bijsturen
Dat nu wil fysio- en manueel therapeut Spermon met haar onderzoek helpen voorkomen. Ze bekijkt of een classificatiesysteem van de Amerikaanse deskundige Argenta ook hier bruikbaar is. Als de tien deelnemende consultatiebureau-artsen, kinderfysiotherapeuten en manueel therapeuten de scheefgroei gelijk blijken te taxeren, is een betrouwbaar middel voorhanden om die vroeg te onderkennen en snel bij te sturen. “Dat kan door het kind toch op de zij te leggen, het hoofdje geregeld te draaien en door oefeningen”. De zes maanden oude Jesper Isbouts uit Best onderging alle onderzoekjes gewillig. Aan hem kon ook een leek de scheefgroei zien. “Toch zijn de echte zorgen voorbij”, vertelde zijn moeder Saskia. “Jesper is vier maanden bij Renee in behandeling, we zijn op de goede weg. We hebben zijn bedje gedraaid en stimuleren zoveel mogelijk zijn linkse kant. De bolling is al minder, zijn motoriek goed en hij is lekker actief.”

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Brabant speelt een rol van enige betekenis in het onderzoek naar ’scheefhoofdjes’. In Veghel ontwikkelt kinderfysiotherapeut Leo van Vlimmeren een speciaal meetinstrument. Spermon, die wordt bijgestaan door haar zoon en arts-in-spe Jacco, verdedigt later dit jaar haar bevindingen in het kader van haar master speciale fysiotherapie in Breda. “Voordeel van ’mijn’ middel kan zijn dat het simpel is en bruikbaar in elk consultatiebureau of fysiotherapie.”

Op de zij
Het liefst echter zou Spermon afstappen van de ’verplichte’ rugligging. Een middel dat in haar ogen erger is dan de kwaal. „Scheefgroei gaat vaak gepaard met veel huilen, slecht slikken en achterblijvende ontwikkeling. Ik pleit ervoor de eerste zes weken kinderen weer op de zij te leggen. Beestje links, beestje rechts, zo is het generaties gegaan. Zuigelingen zijn die eerste periode niet eens in stáát naar hun buik te rollen.“

Bron: Brabants Dagblad

3 REACTIES

  1. Of het artikel of de uitlatingen van collega Spermon zijn erg ongenuanceerd. Het getuigt van weinig (inhoudelijke) kennis van zaken door op deze wijze een ander houdingsadvies voor zuigelingen te gaan geven.

    Haary Jan Keizer

  2. Ik vind de reactie van Harry Jan Keizer erg ongenuanceerd. Is het nou krtiek op het artikel of op de mening van Renee Spermon? Waarop baseert Harry Jan Keizer zijn uitspraak dat het “getuigt van weinig (inhoudelijke) kennis van zaken “.?
    Uit het artikel blijkt in elk geval dat Renee Spermon nadenkt over een probleem en er een mening over heeft. Wat zijn de inoudelijke tegen-argumenten?
    Paul Kroonenburg

Reacties zijn gesloten.