Neurologische bewegingsstoornissen worden onderverdeeld in hypokinesie, waarbij er te weinig bewogen wordt, en hyperkinesie, zoals tremor, dystonie, myoclonus en tics, waarbij er juist teveel bewogen wordt. Het is belangrijk dat bewegingsstoornissen herkend worden door artsen, omdat goede classificatie leidt tot adequate diagnostiek en behandeling van de onderliggende stoornis, stelt prof.dr. Marina de Koning-Tijssen in haar oratie.
Hyperkinetische bewegingsstoornissen komen op elke leeftijd voor. Naast de volwassen patiënten melden zich op een nieuw multidisciplinair spreekuur (neuroloog, kinderneuroloog, kinderarts en klinisch geneticus) ook kinderen en jongvolwassenen voor diagnostiek en behandeling. Daarnaast vindt genetisch wetenschappelijk onderzoek plaats, gericht op de ontdekking van nieuwe genen. Voor de behandeling van ernstige dystonie bij kinderen komt stereotactische operatie in aanmerking. Daarbij worden er elektroden in de hersenen, de globus pallidus internus, geïmplanteerd. Het effect bij kinderen is aanzienlijk op de dystonie, maar heeft vooral ook invloed op de kwaliteit van leven.
Patiënten met bewegingsstoornissen hebben vaak psychiatrische klachten en vice versa. Patiënten met de ziekte van Parkinson hebben vaak depressies, patiënten met dystonie angststoornissen. Bij functionele of lichamelijk onverklaarde klachten komen bewegingsstoornissen voor. Voor patiënten is het vaak of het één of het ander. ‘Dokter, ik ben toch niet gek?’ De invloed van dualisme-filosoof Descartes met het strenge onderscheid tussen lichaam en geest komt hierin terug. De Koning-Tijssen houdt een pleidooi om het strikte onderscheid tussen neurologische en psychiatrische ziekten binnen de bewegingsstoornissen te verlaten. Emotionele stoornissen in de psyche zijn net als motorische stoornissen gebaseerd op dysfuncties van de hersenen. Anderzijds worden verschillende neurologische stoornissen beïnvloed door psychologische en sociale factoren.
Goede motorische en psychiatrische fenotypering gecombineerd met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de erfelijkheid, beeldvorming en klinisch neurofysiologisch onderzoek gaat de komende jaren leiden tot meer inzicht in bewegingsstoornissen en de ontwikkeling van nieuwe diagnostische testen en behandelmogelijkheden.
Bron: rug.nl