Cortisone injecties op langere termijn niet effectief bij een tennisarm

89

Fysiotherapie of een afwachtend beleid zijn beiden effectiever bij de bestrijding van een tennisarm dan het injecteren van corticosteroiden.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Australische wetenschappers testten verschillende behandelingen op drie afzonderlijke groepen patiënten met een tenniselleboog. Bij één groep deelnemers werd  ‘een afwachtend beleid’ ingesteld – zij werden gerustgesteld dat de klachten uiteindelijk zouden minderen en aangemoedigd herstel af te wachten. Zij kregen ook specifieke instructies om provocerende activiteiten te vermijden.

Een tweede groep kreeg een lokale corticosteroid injectie en werd geadviseerd om geleidelijk aan de normale activiteiten terug op te bouwen.

De derde groep ontving acht behandelingen fysiotherapie (van 30 minuten) gedurende zes weken en kreeg huiswerkoefeningen en mobiliserende oefeningen. Deze proefpersonen ontvingen ook een oefenelastiek en een boekje met oefeningen. De vooruitgang van elke groep werd gemeten bij zes weken, en opnieuw na een jaar.

Aanvankelijk, waren de corticosteroidinjecties de meest succesvole behandeling, 78% van de proefpersonen in deze groep meldde verbeteringen. Daarna volgde fysiotherapie met een resultaat van 65% gevolgd door 27% van de personen in de groep met het afwachtende beleid.
 
Na 52 weken waren de reslutaten van de injectiegroep beduidend slechter dan die van de fysiotherapiegroep. Bij de injectiegroep meldde 72% van de deelnemers na drie of zes weken een verslechtertering.
 
De onderzoekers vonden ook dat de resultaten op de lange termijn met fysiotherapie alsook door af te wachten bij benadering hetzelfde waren. Aan het einde was er sprake van een forse verbetering of een compleet herstel.

Bron: BMJ

10 REACTIES

  1. Ik hoop wel dat ze de injectienaald op een andere plaats hebben gezet als op die van bijgaande foto, anders zullen de onderzoekers hun werk opnieuw moeten gaan doen. De uitslag is overigens niet schokkend, immers al eerder vast gesteld en in de huisartsenrichtlijn opgenomen.
    Gelukkig zijn er enkele collega’s in het land die (hoewel niet evidence based) een zeer werkzame methode hanteren bij de tennisarm, waaronder ondergetekende. Stuur uw probleempatiënt eens in! Kijk eventueel op – link –

  2. Ronald schrijft:

    …Stuur uw probleempatiënt eens in!…

    Vertel dan eerst eens wat over je werkwijze.

  3. prachtige site; leuke commerciele verpakking van een fysiotherapeutische behandeling: gelukkig is de site wat aangpast t.o.v. eerder. Toen werd er afstand genomen van de gemiddelde fysiotherapeut die tot in lengte van dagen massage – UG op de pijnplek aan het toepassen was: niet een echt reeel beeld.

  4. Even wat rechtzetten; ik respecteer de behandelwijze van andere collega’s, heb dus ook niet op mijn site gezet dat er tot in lengte van dagen doorbehandeld is met massage – UG. Verder ben ik inderdaad terughoudend in het uitdragen van de specifieke techniek die ik gebruik bij tennisarmbehandelingen. Ten eerste omdat ik gebruik maak van een spier-mobilisatietechniek die stevig en laederend is en daardoor niet geheel risicovrij. Indien ik deze beschrijf op mijn site zullen er collega’s (en sportmasseurs) zijn die denken het trucje ook wel even toe te kunnen passen. Ik wil niet verantwoordelijk worden gesteld voor de eventuele negatieve consequenties.
    Verder zou ik graag wat meer ‘evidence’ voor de resultaten van deze behandelmethode willen hebben. Het opzetten van een goed programma hiervoor kost echter tijd (en wie heeft die tegenwoordig nog).
    In een later stadium zou het dan zo ver kunnen komen dat ik de methode uit ga dragen.

  5. Je visie siert je. Helaas zijn er wel enkele opmerkingen te maken: het stellen dat iets effectief is zonder dat daar transparantie aan toe wordt gevoegd is een bekende valkuil in de fysiotherapie. Hieraan heeft de fysiotherapie al te vaak zijn hoofd gestoten. De angst dat anderen ”het trucje” toe gaan passen begrijp ik niet helemaal. Hoe zit het met een intercollegiaal, breed gedragen beroepsvlak, waarbij overleg en transparantie belangrijke items zouden zijn. Verantwoordelijkheid is niet aan de orde: iedere fysiotherapeut is verantwoordelijk voor zijn eigen handelen, binnen en zo ook buiten zijn competenties. Ben je bang voor ”concullega’s ” ?
    Overigens worden manipulaties / intensieve mobilisaties in en rondom de elleboog veel gebruikt, zowel aangrijpend op voornamelijk het gewricht, als het omringende spierweefsel. Er zijn al wat langer bekende technieken uit de manueel therapie die hiervoor gebruikt worden en bijvoorbeeld ook in de chiropractie. Ik wens je veel succes met je behandeling en met de eventuele uitdraging daarvan.

  6. Beste Ronald,

    Jouw werkwijze lijkt een beetje op die van de wondergenezer dokter J.G. Metzger die zijn massaghandgrepen onder een laken toepastte om anderen deze niet af te laten kijken.
    Om die reden wordt tot op vandaag geen enkele operatieve techniek e.d. beschreven omdat leken die over zouden kunnen nemen.

    Nu serieus: wat is volgens jou de pathologie van een tennisarm?

    Peter van der Salm.

  7. Helaas dat hier geen reactie opkomt. Interessante discussie en sluit mij aan bij de vraag van Peter aan Ronald.

    Mijn mening betreffende de website van Ronald: Het ziet er flitsend uit en het zit in een mooi commercieel pakketje. Ik denk namelijk dat u gewoon “grof” geld wil verdienen aan mensen met klachten gediagnosticeerd als een tenniselleboog oftwel klachten daar op lijkend.

    Mijn reden om geen advies uit te brengen naar mijn patienten/clienten om uw website te bezoeken…

    Succes ermee,

  8. Dat ik grof ga verdienen aan een tennisarm lijkt me wat overdreven. Het gemiddeld aantal zittingen bij de tennisarm was afgelopen jaar 4 – indien ik er rijk mee had willen worden liet ik ze vaker komen. Verder vind ik het leuk om er bij te doen; andere aandoeningen behandel ik gelukkig ook nog.
    Qua visie rond de tennisarm. Ik vind dat we ons de afgelopen jaren veel te veel hebben geconcentreerd op de pees en de epicondyl. Uit wetenschappelijke publicaties blijkt dat de bindweefselkwaliteit van de m. Ext. carpi r.br. (o.a. op de spierbuik) is veranderd. Naar mijn idee wordt de spier in zijn functie beperkt door de aanwezigheid van verklevingen. Qua behandeling moet je je richten op de verklevingen in het contractiele deel, niet in het peesgedeelte en ook niet in de orego.
    Binnenkort start ik met een patiëntenvolgsysteem en ik hoop over 1-2 jaar met de eerste harde cijfers te kunnen komen. Wellicht kan ik dan ook eens laten ‘zien’ welke techniek ik gebruik.

Reacties zijn gesloten.