Veel patiënten met lage rugklachten krijgen verkeerde zorg. Dit is schadelijk voor miljoenen patiënten in de wereld en kost veel geld. De zorg voor rugklachten moet beter georganiseerd worden: de juiste behandelingen moeten worden voorgeschreven en vergoed.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Dit blijkt onderzoek van grote groep vooraanstaande internationale onderzoekers, onder wie VU-hoogleraar doelmatigheidsonderzoek Maurits van Tulder: “Blijven bewegen en werken is minstens even effectief en betekent een forse kostenbesparing voor de samenleving.”

Hoge kosten behandelingen

Naast de conclusie dat veel behandelingen door medici nauwelijks effectief zijn en soms zelfs schade aanrichten, zien de wetenschappers ook een bedenkelijke financiële kant aan de zorg rondom lage rugklachten. Van Tulder “Er wordt heel veel geld verdiend aan de behandeling van lage rugklachten. Geld dat te vaak niet het gewenste resultaat oplevert, namelijk blijvende, substantiële vermindering van de rugklachten. Daarnaast kosten het ziekteverzuim en de uitkeringen bij werkloosheid de samenleving ook erg veel geld. In Nederland is dat ruim 3,5 miljard euro per jaar. Bij een andere aanpak had dit deels bespaard kunnen worden.”

Behandelingen niet of weinig effectief

Lage rugklachten zijn een symptoom en niet een ziekte. De exacte oorzaak voor het ontstaan van de klachten is meestal onbekend. Van Tulder: “Veel behandelingen zijn niet of weinig effectief. Sterker nog; allerlei behandelingen maken het alleen maar erger”. Afwijkingen die gezien worden op MRI- en CT-scans komen net zo vaak voor bij mensen met als zonder lage rugklachten. Ongeveer een kwart van de mensen met langdurige chronische lage rugklachten krijgt een morfine-achtige pijnstiller voorgeschreven, een verslavend middel met veel bijwerkingen.

Meer bewegen

Wat moet je dan wel doen als je rugklachten hebt? Van Tulder: “Ons onderzoek toont aan dat actief blijven en oefeningen doen de beste strategieën zijn om zelf met lage rugklachten om te gaan, zelfs als dat leidt tot tijdelijke toename van pijn. Ook is het heel belangrijk om aan het werk te blijven en dagelijkse activiteiten en hobby’s te blijven uitvoeren.” Lage rugpijn is wereldwijd een van de belangrijkste gezondheidsproblemen. Ondanks dat is er volgens de onderzoekers nog steeds veel onwetendheid over lage rugklachten onder patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars.

8 REACTIES

  1. Ik ben eigenlijk heel benieuwd welke behandelingen men heeft onderzocht, hoe die zijn omschreven, welke uitvoeringswijze zijn beschreven, en het aantal metingen dat per exact omschreven en gecontroleerde behandeling werd verricht.
    Ook benieuwd welke klachten bij welke behandelingen zijn omschreven. Ik hoop toch dat men niet alles wat rugklachten wordt genoemd op één hoop heeft geveegd. Dat zou net zoiets zijn als “hoofdpijn” of “buikpijn” als een gezamenlijke aandoening definiëren.
    “Medicijnen”, “operatie” of “fysiotherapie” is overigens ook te vaag, als ze dat zo hebben omschreven komen ze wat mij betreft daar niet mee weg.
    Dit moet een kolossaal wereldwijd onderzoek naar al die behandelmethoden zijn geweest om te durven stellen dat zij nauwelijks effectief zijn en soms zelfs schade aanrichten.
    Is dat onderzoek niet kolossaal uitgevoerd dan verdenk ik de onderzoeker(s) er van dat onderzoek, met de daarbij behorende de publiciteit, vooral te hebben uitgevoerd met het oog op hun professionele cv.
    De druk om te publiceren is op de universiteiten groot, publiceer je weinig dan lig je niet goed in de markt.

    • Onder het nieuwsbericht vind je een link naar The Lancet waar je, na login maar wel gratis, veel na kunt lezen.

  2. Tja, onderzoeken omtrent therapieen op aandoeningennivo geven a priori invalide data, omdat er zoveel variabelen op individunivo zijn, die betrekking hebben op de oorzaak/ aanhouden van deze klachten.
    Bijv. Naast het therapiemiddel is de dosering van uitermate belang voor effect van therapie. In welke fase geef je welke dosering. Hoe is de interactie van de onderzoeker/therapeut en de patient , wat zijn de dagelijjkse belastingen van het individu, stressnivo, pijnmanagement, overtuigingen, aannames, etc.
    Waarom merken therapeuten in de praktijk wel effect van de behandeling ? Bij 95% van de patienten met lage rugklachten heb ik wel duidelijk effect , meestal met totaal verdwijnen van de klachten. Alleen bereik ik dit niet met werken vlgs de richtlijnen en alleen oefentherapie.

  3. Als voormalig eindredacteur/uitgever van ‘Physical Therapist’s Literature Update’ hecht ik veel waarde aan goed onderzoek. En er is op zich veel goed onderzoek gedaan. Maar bij het trekken van overkoepelende conclusies zie ik heel vaak dat men weinig of zelfs geen onderscheid maakt tussen acute en chronische rugklachten.

    Acute rugklachten lossen zichzelf vaak grotendeels op binnen enkele dagen tot weken. Gewoon vanwege het herstellende vermogen van lichaam. Dus als men de effectiviteit van therapieën daarbij onderzoekt, is de kans groot dat die als weinig of niet werkzaam uit de bus komen t.o.v. het natuurlijke verloop. En de meeste rugklachten zijn acuut, dus daar wordt ook het meeste onderzoek naar gedaan. Al was het alleen maar omdat daarvoor veel meer proefpersonen te vinden zijn.

    Behoorlijk onderzoek bij chronische rugklachten zag ik zelden voorbij komen in mijn zesjarige redacteurfunctie. En wat me helemaal opviel is dat ik geen enkel onderzoek naar de waarde van de McKenzie-methode bij chronische rugklachten heb gezien. Die methode bestaat uit zitinstructies (vaak stoelaanpassingen m.b.v. relatief goedkope hulpmiddelen), oefeningen en tilinstructies, aangevuld met manuele therapie indien nodig. Op basis van een bewegingsassessment dat meermalen als goed reproduceerbaar uit de bus kwam. Wat op zich al opmerkelijk was.

    Dan zou je toch denken dat de aandacht van de onderzoekers uitgaat naar de werkzaamheid van die methode bij die patiënten. Maar niet. Dus als de situatie qua wetenschappelijk onderzoek nog dezelfde is als toen, zou men (nog steeds) heel goed het onderscheid moeten maken tussen acute en chronische rugklachten. En dat zie ik nog steeds niet gebeuren.

  4. Ik merk de trend (fysiotherapie heeft zeer veel trends gekend, dat is mij de afgelopen decennia wel opgevallen) dat klachten van het bewegingsapparaat vanzelf zouden overgaan en dat als ze dat niet doen, dat het volgens diezelfde trend dan ligt aan herstelbelemmerende persoonlijke, interne of externe, factoren,
    Nergens ooit een bewijs voor die opvatting gezien, maar dat geldt voor alle trends nietwaar?

    Is het overigens niet zo dat chronische rugklachten ooit acuut zijn begonnen en dat het om die reden af te raden is die als zelf-genezend terzijde te schuiven en patiënt met wat obligate adviezen naar huis te sturen zoals de Standaard van de huisartsen dat in de jaren ’90 heeft voorgeschreven en door de beroepsgroep van fysiotherapeuten rond de eeuwwisseling klakkeloos is overgenomen?

  5. @Francis — T.a.v. je vragen in de tweede alinea: de meeste rugklachten zijn inderdaad ooit begonnen als acute, maar slechts een klein deel van de acute rugklachten worden chronische.

    T.a.v. je stelling in de eerste alinea: of die trendgebonden stelling klopt of niet hangt af van je definitie van herstelbelemmerende persoonlijke, interne of externe, factoren. Als je daar houding, tilbewegingsmogelijkheden en te tillen gewichten op het werk bij rekent, zie ik niet waarom die stelling niet zou kloppen.

  6. De reden waarom je zou kunnen (in)zien dat die trendmatige stelling niet zou kloppen, Frank, is dat er voor die stelling geen bewijs wordt aangevoerd. Want waar staat dat het allemaal vanzelf overgaat, waar is het bewijs? Of is het een aanname, en omdat het zo vaak is gezegd is, is men er zelf in gaan geloven? Net zoals de huidige opvatting dat bewegen een panacee is voor alle menselijke ongemakken. Nieuwste trend: bewegen als Haarlemmer Olie!
    ‘Het gaat vanzelf ove’r wordt door een aantal als vanzelfsprekend aangenomen en door anderen weer nagezegd. Het is kenmerkend voor trends en geloof mij dat ik in mijn loopbaan veel trends in de fysiotherapie heb zien komen en gaan,
    O ja, achtereenvolgens zien voorbij trekken: paraffine en massage, fysiotechnische applicaties, bindweefselmassage, hydrotherapie, oefenen aan fitnessapparaten, wel manipulaties of toch maar niet kraken, wel veel oefenen, enkels wel tapen, niet tapen, en vooral geen passieve therapie van dat vindt de therapeut niet goed voor u,, hands-off, hands-on, patiënt zichzelf laten genezen of een nog sterkere vondst: hij moet de regie gaan overnemen! Ei van Columbus!
    En die trends worden door een spraakmakend deel van de beroepsgroep telkens geintroduceerd en vervolgens door velen om duistere redenen omarmd.
    En dan nu dus: het niets doen, want het gaat vanzelf weer over. Een enkel adviesje (“bewegen”!) en hup, de praktijk uit.
    Geldt dat trouwens niet ook voor verdriet en depressie bv na het overlijden van een geliefde: het gaat uiteindelijk allemaal min of meer over, dus waarom zou je er iets mee doen, nietwaar? Hoofdpijn, verstuikingen, buikpijn: diarrhee, extrasystoles, noem het allemaal maar op, Huisarts: niets aan doen het meeste gaat toch vanzelf over, dus weg met de behandeling. En wat er niet overgaat is van later zorg toch. En wordt het chronisch: dan laten we de patiënt weten dat hij niet goed kan “copen” met zijn klacht en ligt het probleem ook weer bij hemzelf.
    En waarom zou die huisarts trouwens een niet wetenschappelijk onderzocht gesprek met je hebben? Onzin, zelf de regie nemen. Of weet je wat: Neem een app!
    En hebben we nu de wijsheid in pacht? Kunnen we nu nog steeds zo stellig zijn in de huidige visies op klachten en behandelingen?
    Mijn visie op zorg is: neem een klacht net zo serieus en geef die patiënt net zoveel zorg als jij graag gegeven zag aan de persoon die jou zelf het meeste nabij is. Alsof het je eigen partner, ouder of kind zou zijn. En dan is mijn therapie niet: het gaat allemaal vanzelf weer over.

Reacties zijn gesloten.