Financiële beperkingen, hoge werkdruk en een gebrek aan ondernemerschap belemmeren innovatie bij fysiotherapiepraktijken, met mogelijk grote gevolgen voor de gezondheidszorgtransities. De Kleinbedrijf Indexfysio laat een zorgwekkende situatie zien, waaronder een sterke afhankelijkheid van zorgverzekeringscontracten en een gebrek aan investeringen in innovatie.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

De Nederlandse gezondheidszorg ondergaat naar verwachting door het recent afgesloten Integraal Zorg Akkoord een grote transitie. Zowel vakinhoudelijk als bedrijfsmatig worden zorgondernemers gevraagd te innoveren. Echter, ontbreekt het aan inzicht of zorgondernemers deze transitie binnen de huidige gereguleerde gezondheidzorgmarkt kunnen waarmaken. Op dit moment wordt door de beroepsgroep vooral data over patiënten, behandeleffecten en – kwaliteit verzameld, maar nauwelijks over bedrijfsmatige aspecten. Het CBS verzamelt data van bedrijven vanaf 5 medewerkers. Terwijl ongeveer 60% van de eerstelijns fysiotherapiepraktijken minder dan 5 medewerkers in dienst heeft en dus niet wordt bekeken.

Rutger IJntemaRutger IJntema vertelt: “naast de vakinhoudelijke kwaliteitsmonitoring is het van belang om de bedrijfsmatige kant van de fysiotherapiepraktijken te monitoren. Daarbij zijn realistische beslissingen op basis van data nodig. Een gezonde bedrijfsvoering draagt namelijk potentieel bij aan het verbeteren van behandelkwaliteit en het helpen patiënten gezond te maken.”

Belangrijkste uitkomsten

Binnen de Kleinbedrijf Index fysiotherapie komt naar voren dat 87% van de omzet (traditioneel) voortkomt uit zorgverzekeringscontracten. De sector heeft zich daarrmee veel te afhankelijk gemaakt van vergoedingen van verzekeraars. “Grofweg de helft van de praktijken – waarin meerdere fysiotherapeuten actief zijn – kunnen daarbij niet vanuit eigen financiële middelen vernieuwen. De marges en het eigen vermogen zijn daarvoor eenvoudig weg te laag. Meer dan de helft van de fysiotherapiepraktijken investeert minder dan 5% in innovatie, dat is minder dan in andere sectoren. Dit heeft mogelijk grote gevolgen voor het kunnen bijdragen aan transities in de gezondheidszorg zoals bijvoorbeeld het Integraal Zorg Akkoord,” aldus IJntema.

De verwachting dat men de komende tijd meer gaat investeren is laag, net zoals dat geldt voor andere mkb’ers. Het lijkt er verder op dat een ondernemende houding om aanvullende en nieuwe diensten te ontwikkelen – buiten het verzekeringssysteem om – bij veel praktijkeigenaren ontbreekt. Bovendien geeft 40% van de sector geeft een stress-score aan die geassocieerd wordt met een burn-out, tegen 21% bij de overige mkb-sectoren. Daarmee lijkt de werkdruk te hoog bij fysiotherapiepraktijken.

“Grofweg de helft van de praktijken – waarin meerdere fysiotherapeuten actief zijn – kunnen niet vanuit eigen financiële middelen vernieuwen”

Wat kunnen fysiotherapiepraktijken doen?

“Deze KBI Fysio is gebaseerd op antwoorden die zijn gegeven door fysiotherapiepraktijkeigenaren. Neemt niet weg dat de resultaten ook besproken kunnen worden met de fysiotherapeuten die werkzaam zijn binnen een praktijk. Dit kan leiden tot groter draagvlak binnen het team voor keuzes die een praktijk richting de toekomt gaat maken,” vertelt IJntema

“We hebben zo’n mooi vak. Er liggen veel kansen in samenwerking met de zorgverzekeraar. Momenteel is de fysiotherapiesector nog te afhankelijk van hen als de betalende partij. Ook liggen er kansen in samenwerking met andere belangrijke partners zoals een gemeente, bedrijven, sportclubs enzovoort. Maak werk van waardegedreven samenwerking met lokale en regionale partners terwijl je financieel gezond blijft, goede behandelkwaliteit levert en tevreden patiënten genereert.”

Lex van Teeffelen

“Er is geen discussie over het belang het microbedrijf voor de Nederland economie. Zij vertegenwoordigen 95,5% van alle ondernemers in Nederland. Samen zorgen zij bijna voor een kwart van alle bedrijfswinsten en een derde van de werkgelegenheid in het bedrijfsleven. Toch wordt er onvoldoende onderzoek gedaan het microbedrijf. Daarom is deze Kleinbedrijf Index Fysiotherapie hard nodig.” Aldus Dr. Lex van Teeffelen Lector Financieel Economische Innovatie Kenniscentrum Digital Business & Media Hogeschool Utrecht

Verdere aanbevelingen

  • De fysiotherapie sector zal meer ruimte moeten gaan maken voor innovatie en niet-verzekerde diensten. Men heeft zich te afhankelijk gemaakt van zorgverzekeraars. Dat leidt bij de helft van praktijken tot ongezonde nettomarges en solvabiliteit. Dat een aanzienlijk deel van de fysiotherapiepraktijk eigenaren aan overdracht van hun praktijk toe zijn, maakt deze uitdaging des te groter.
  • De andere helft van de praktijken met een nettomarge boven de 10% en sterke solvabiliteit hebben meer financiële slagkracht om te innoveren. Investeren in nieuwe (digitale) diensten of samenwerking zal op de korte termijn wel ten koste gaan van de hoogte van de ondernemers- beloning of de solvabiliteit. De kost gaat immers voor de baat uit.
  • Het aantrekken en vooral vasthouden of delen van personeel kan de druk op de fysiotherapie sector verlagen. Veel praktijken hebben hetzelfde personeelsprobleem. Een gezamenlijke (regionale of nationale) aanpak lijkt raadzaam, waarbij het aantrekkelijk houden van het vak – inclusief beloning – de uitstroom zou kunnen beperken.
  • Bij 40% van de fysiotherapiepraktijkeigenaren is de werkstress zodanig hoog dat zij mogelijk aan ernstige burn-out klachten leiden, zoals constante vermoeidheid en slaapproblemen. Gezien de grote groep eigenaren met een leeftijd tussen de 65 – 70 jaar, kan er – naast het hoge ziekte- verzuim en personeelsgebrek – sprake zijn van extra spanningen rond bedrijfsopvolgings- problematiek. Nader onderzoek naar de bronnen van de hoge stress is raadzaam.

Meer weten?

Bekijk het gehele rapport. Voor meer informatie neem contact op met Rutger IJntema: rutger.ijntema@hu.nl