Steeds meer Nederlanders hebben een hart- of vaatziekte of lopen een verhoogd risico hierop. Zonder ingrijpen zijn deze aandoeningen, samen met kanker, in 2040 naar verwachting verantwoordelijk voor de hoogste ziektelast voor patiënten en de meeste sterfgevallen. Dit schrijft Zorginstituut Nederland in het ‘Signalement passende zorg voor mensen met hart- en vaatziekten: Hart voor Vaten’. Doel van het signalement is het opstellen en uitvoeren van een maatschappelijke agenda die een omkering in de huidige aanpak van hart- en vaatziekten teweeg moet brengen. De focus moet verschuiven van het behandelen van aandoeningen naar het voorkomen ervan.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

In het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn hart- en vaatziekten als speciaal aandachtsgebied aangewezen. Met het signalement schetst het Zorginstituut de contouren van passende hart- en vaatzorg en brengt de huidige situatie en belangrijkste knelpunten en oplossingsrichtingen in kaart. Nu al kampen 1,7 miljoen Nederlanders met een hart- of vaatziekte en elke dag worden ongeveer 640 mensen daarmee opgenomen in het ziekenhuis. 3 miljoen Nederlanders vallen binnen een risicogroep voor hart- en vaatziekten en slikken levenslang medicatie, zoals bloedverdunners en cholesterolremmers. Jaarlijks kost de zorg voor hart- en vaatziekten bijna 7 miljard euro, dat is 14% van het totaal beschikbaar zorgbudget.

Kernboodschappen signalement Hart voor Vaten

Dit signalement is opgesteld in samenspraak met partijen en mensen die werken in de hart- en vaatzorg en aan het voorkomen van hart- en vaatziekten. Het bevat 4 kernboodschappen:

  • De belangrijkste boodschap is dat we in Nederland de aandacht en financiële middelen moeten verleggen, van behandeling van hart- en vaatziekten naar het voorkomen ervan.
  • Ten tweede kan de zorg die mensen krijgen beter als blijkt dat zij een verhoogde kans hebben op hart- en vaatziekten. Het huidige cardiovasculair risicomanagement (cvrm) leidt niet altijd tot verbetering van de gezondheidssituatie.
  • De derde belangrijke boodschap van dit signalement is dat in het innovatieproces van nieuwe zorgtechnologie eerder zicht nodig is op duidelijke gezondheidswinst voor mensen en de maatschappelijke meerwaarde.
  • De vierde boodschap gaat over het vergroten van kwaliteit van leven van mensen die een hart- en vaatziekte hebben doorgemaakt. Zij krijgen nog te vaak te maken met behandelingen waarvan het nut niet vaststaat.

Patiënten onderschatten belang van leefstijladviezen

De belangrijkste boodschap van het signalement is helder: er moet veel meer aandacht en geld uitgaan naar het voorkomen van hart- en vaatziekten, door mensen beter te ondersteunen bij het gezond blijven. In de huidige aanpak van hart- en vaatziekten ligt de focus voornamelijk op het behandelen van aandoeningen. Ook de aanpak voor risicogroepen is sterk gemedicaliseerd. De artsenrichtlijn ‘Cardiovasculair risicomanagement’ beveelt leefstijladviezen aan, maar – zo schrijft het Zorginstituut – zorgverleners geven aan dat dit in de praktijk zelden leidt tot gedragsverandering. Patiënten verwachten te veel heil van medicatie, terwijl bijvoorbeeld bij slagaderverkalking eenmaal ontstane schade niet valt te herstellen. Ook niet met medicijnen.

Ongezonde leefstijl leidt tot meer hart- en vaatziekten

De verwachting is dat het aantal mensen met hart- en vaatziekten of een risico daarop enorm gaat toenemen. Met name door ongezonde leefstijl. Veel mensen bewegen weinig, steeds meer Nederlanders hebben overgewicht, 14% heeft zeer ernstig overgewicht en nog steeds rookt meer dan 1 op de 5 Nederlanders. Een groeiende groep Nederlanders kampt met armoede of een slechte woonsituatie, omstandigheden die vaak noodgedwongen tot een ongezonde leefstijl leiden. Roken en overgewicht zijn grote risico’s voor slagaderverkalking. Dit leidt het vaakst tot hart- en vaatziekten met fatale afloop.

Partijen binnen en buiten de zorg gaan samenwerken

Met een maatschappelijke agenda wil het Zorginstituut bereiken dat partijen binnen en buiten de zorg elkaar beter vinden in het samenwerken aan preventie. Ondersteuning bij leefstijlverandering vraagt meestal andere kennis en vaardigheden dan medische zorgverleners kunnen bieden. Professionals buiten de medische zorg zijn daarvoor vaak beter toegerust, aldus het signalement. Het signalement biedt voorbeelden van bestaande projecten en geeft oplossingsrichtingen om deze op te schalen of aan elkaar te koppelen voor meer effectiviteit.

‘Anders denken, anders handelen, anders organiseren’

Ook pleit het Zorginstituut voor betere informatievoorziening aan patiënten en het grote publiek, zodat mensen gaan inzien dat leefstijlaanpassingen hen in de meeste gevallen betere gezondheid en veel meer kwaliteit van leven opleveren dan het slikken van pillen. “Vaak is passende zorg pionieren, omdat het ook anders denken, anders handelen, anders organiseren vergt”, zegt bestuursvoorzitter Sjaak Wijma van het Zorginstituut. “Onze zorg toegankelijk, goed en betaalbaar houden vraagt bewustzijn en inzet van elk van ons. Door krachten te versterken en te verbinden met andere mensen en praktijken wordt de transitie in gang gezet.”

Signalement kan rekenen op breed draagvlak

Het Zorginstituut heeft het signalement opgesteld in samenspraak met zorgverleners, patiëntenvertegenwoordigers, wetenschappers en zorgverzekeraars in de hart- en vaatzorg. Zij scharen zich achter de inhoud en pakken ook de uitvoering op. Het signalement is aangeboden aan minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en wordt naar de Tweede Kamer gestuurd.