Fysieke revalidatie verbetert het leven van kankerpatiënten

32

Fysieke training heeft een gunstig effect op de kwaliteit van leven en fysieke conditie bij mensen die kanker gehad hebben. Cognitieve gedragstherapie heeft naast een trainingsprogramma geen toegevoegde waarde.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Dat concludeert bewegingswetenschapper en epidemioloog Anne May in haar promotieonderzoek dat ze uitvoerde bij het Julius Centrum, onderdeel van het UMC Utrecht. May promoveert op 11 januari aan de Universiteit Utrecht
 
Mensen die kanker overleven kampen vaak met restverschijnselen zoals vermoeidheid, een zwakke fysieke conditie en soms ook gevoelens van angst en depressie. Tijdens haar promotie volgde May drie groepen van in totaal 209 patiënten die kanker overleefd hadden. Eén groep participeerde gedurende twaalf weken in een fysiek trainingsprogramma. Dat bestond uit twee keer per week twee uur training: een uur individuele conditie- en krachttraining en een uur groepssport en -spel. Een tweede groep ontving naast het trainingsprogramma ook cognitieve gedragstherapie. Hierbij kregen mensen verschillende vaardigheden aangeleerd om effectief om te gaan met hun kankergerelateerde problemen. Een derde groep stond op de wachtlijst voor het programma en fungeerde als controle.

Zowel meteen na afloop van het trainingsprogramma als negen maanden later rapporteren de deelnemers een betere kwaliteit van leven. Daarnaast zijn zij fitter dan de controlegroep, zo laat een inspanningstest zien. De deelnemers die óók de cognitieve gedragstherapie ontvingen waren niet nóg beter af dan de groep die alleen de fysieke training onderging. De cognitieve gedragstherapie voegt dus niets extra’s toe aan het gunstige effect van fysieke training. Een verrassend resultaat, aldus May.

Het onderzoek van May sluit aan op het programma Herstel & Balans. Dit biedt sinds 1996 overlevers van kanker een revalidatieprogramma. Inmiddels kunnen mensen via zestig ziekenhuizen en revalidatiecentra in Nederland daaraan meedoen. Als eerste stelt May nu via een vergelijkend onderzoek vast dat het programma inderdaad effectief is.
 
Bron: Universiteit Utrecht