Bestrijding osteoporose laat te wensen over

73

“De laatste jaren zijn we veel meer te weten gekomen over botontkalking, in de medische wereld osteoporose genoemd. Maar de diagnostiek, de behandeling en belangrijker nog, de preventie laten veel te wensen over.” Prof. dr. J. C. Netelenbos, hoogleraar endocrinologie aan het VU medisch centrum te Amsterdam, lucht zijn hart na afloop van een congres in Genève waar specialisten de laatste stand van wetenschap over ontstaan en behandeling van osteoporose met elkaar uitwisselden. Osteoporose of botontkalking treedt met name op bij vrouwen na de overgang, aangeduid als postmenopauzale osteoporose. Ze hebben een verhoogd risico op breuken als gevolg van een verminderde productie van oestrogeen, dat een belangrijk hormoon voor de botvorming is. Door afname van de botdichtheid en door verslechtering van de structuur vermindert de botsterkte. Daardoor worden de botten brozer en is er een grotere kans op fracturen.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Altijd is gedacht dat een verslechtering van de botminerale dichtheid (BMD) de mate van osteoporose bepaalde. Maar specialisten op het gebied van osteoporose concludeerden in Genève tijdens het congres van de European Calcified Tissue Society en de International Bone & Mineral Society dat de mate van osteoporose mede wordt bepaald door de structuur of de microarchitectuur van het bot. De Spaanse hoogleraar A. Diez-Perez vergelijkt dat met de bouwkundige structuur van de Eiffeltoren in Parijs. „Deze 300 meter hoge toren is zo geconstrueerd dat hij absoluut niet omvalt. Alle verbindingen en dwarsverbindingen zorgen daarvoor”, zegt hij. Prof. Netelenbos trekt de vergelijking met de poten onder een krukje. “Staan die te dicht bij elkaar of te ver uit elkaar zonder een stevige constructie daartussen, dan houden die poten het niet. Zo is het ook met de structuur van het bot. Niet alleen de botminerale dichtheid is bepalend voor de sterkte, maar ook de structuur van de botmassa. Daarover zijn we het nu met zijn allen wel eens.”

Misverstand
Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ondervinden 800.000 mensen in Nederland hinder door botontkalking. Jaarlijks breken in Nederland ruim 83.000 mensen van boven de 55 jaar een bot als gevolg van osteoporose, waarvan heup- (15.000), pols- (12.000) en wervelfracturen (16.000) de meest voorkomende botbreuken zijn. Een op de vier postmenopauzale vrouwen krijgt na de eerste osteoporotische wervelfractuur binnen een jaar een volgende fractuur. De Nederlandse osteoporosestichting, waarvan prof. Netelenbos voorzitter is, schat dat hiermee jaarlijks 500 miljoen euro aan medische kosten gemoeid is. Dat botten vooral het werkveld vormen voor orthopedisch specialisten en traumatologen berust volgens Netelenbos op een misverstand. “Zij maken weer recht wat krom is en repareren wat kapot is met pennen, platen en schroeven. Gekscherend noem ik hen wel eens knutselaars, in de goede betekenis wel te verstaan. Ze bemoeien zich echter niet met de botstofwisseling. Dat ligt weer op het terrein van mijn vakgebied, de endocrinologie. Ik ben een hormonenboer.”

Netelenbos vindt het dan ook onbegrijpelijk dat patiënten die als gevolg van een gering trauma een botbreuk oplopen op de polikliniek simpelweg in het gips gezet worden, zonder dat ze worden gescreend op eventuele osteoporose. Terwijl er volgens hem prima medicamenten zijn om nieuwe breuken te voorkomen. Een goed Nederlands onderzoek laat zien dat nog geen 15 procent van de 50-plussers die op de eerste hulp kwamen voor een botbreuk na een gering trauma op botontkalking werd gescreend. Werd osteoporose wel herkend, dan kregen de patiënten medicijnen. “Wie eenmaal een breuk heeft opgelopen als gevolg van niet-behandelde osteoporose heeft ieder jaar 20 procent kans op een nieuwe breuk”, zegt Netelenbos. Dat gegeven wordt volgens hem onvoldoende onderkend, ondanks de richtlijnen van het CBO, het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg, die elke arts hoort te kennen. Volgens de Amsterdamse endocrinoloog zijn er prima methoden om het risico op osteoporose in te schatten en de aandoening vast te stellen. Hij noemt het meten van de botdichtheid van wervelkolom en heup door middel van “dual energy x-ray absorptiometry” (DEXA) en het speuren naar fracturen op röntgenfoto’s van borst- en lendenwervels.

Medicijnen
En dan de behandeling. “Welke chronische kwaal bij het verouderen kan in meer dan 50 procent van de gevallen tot stilstand worden gebracht? Geen enkele, behalve osteoporose”, zegt prof. Netelenbos. “Sinds 1996 weten we dat bekende medicijnen tegen botontkalking, zoals de bisfosfonaten alendronaat en risedronaat, 50 procent minder kans geven op nieuwe breuken. Ook oestrogenen verminderen het risico op alle soorten fracturen, zoals is bevestigd in een grootschalige studie bij postmenopauzale vrouwen. “Oestrogenen hebben effect dankzij een binding aan een oestrogeenontvangertje (receptor) in het bot. Vrouwen die oestrogenen slikken, hebben echter een enigszins verhoogd risico op borstkanker vergeleken bij vrouwen die dergelijke middelen niet innemen (1,6 keer na vijf jaar gebruik). Ook verdubbelen tot verdrievoudigen oestrogenen -net als anticonceptiepillen- het risico op trombose. Daarom zijn dit geen middelen van eerste keus voor de behandeling van botontkalking.

Er is gezocht naar medicijnen die oestrogeenreceptoren benaderen, de zogeheten selectieve oestrogeenreceptormodulatoren, zoals Raloxifen. Dit middel bindt zich ook aan deze receptoren. Uit studies komt naar voren dat het bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose de kans op wervelfracturen met ongeveer de helft vermindert. Raloxifen verlaagt het risico op borstkanker, maar verhoogt de kans op trombose. Netelenbos noemt preventie van botontkalking heel belangrijk. Calcium zorgt voor botbouwstof en vitamine D voor het vervoer van calcium en de aanmaak van bot. Melk is een bron van calcium. Boerenkool, broccoli en andere groenten met groene bladeren bevatten calcium dat gemakkelijk door het lichaam opgenomen wordt. Ook vitamine D speelt een rol bij het tegengaan van botontkalking. De huid maakt die aan onder invloed van zonlicht. Andere bronnen van vitamine D zijn vis en zuivelproducten. Dagelijks voldoende bewegen is eveneens belangrijk.

Daarnaast wijst de Amsterdamse endocrinoloog op het belang van tijdige onderkenning van risicofactoren voor osteoporose bij 45-plussers. “Dat moet eigenlijk al gebeuren voordat er botbreuken zijn”, zegt hij. “En juist daar schort het aan. Of het nu gaat om diabetes, hart- en vaatziekten, de ziekte van Alzheimer of osteoporose. Huisartsen hebben geen tijd voor en ook geen interesse in een preventiespreekuur. “Netelenbos wijst op de mogelijkheid hiervoor gespecialiseerde verpleegkundigen in te zetten. “Maar tot nog toe is niemand geïnteresseerd in een preventiespreekuur, ook de ziektekostenverzekeraars niet. Er gebeurt gewoon niets. Een vorm van verwijtbare nalatigheid.”

Bron: Reformatorisch Dagblad