In een brandbrief aan Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft het Paramedisch Platform Nederland (PPN) vandaag haar zorg uitgesproken over de financiële nood voor de paramedisch zorgverleners.
Het bericht in de media is dat na Pasen zorgaanbieders de aangeboden continuïteitsbijdrage via ZN vervroegd kunnen aanvragen indien zij in ernstige financiële nood verkeren. Echter is dit voor vele paramedische beroepsgroepen niet het geval. Daarmee komt voor noodlijdende praktijken de financiële steun te laat.
Op 5 april heeft ZN toegezegd dat er een continuïteitsbijdrage voor de paramedische zorg zou volgen. De overheid ziet deze regeling als primair vangnet voor zorgverleners. Op grond van deze regeling krijgen paramedisch zorgverleners van zowel gecontracteerde als on-gecontracteerde zorg 60 tot 85 procent van hun omzet vergoed, aldus ZN. Het is echter nog onduidelijk op basis van welke criteria dit zal worden vastgesteld en welke voorwaarden hieraan worden gesteld.
Daarbij zijn er paramedisch zorgverleners die een aanzienlijk deel van hun omzet uit niet-verzekerde zorg halen. Zij komen niet in aanmerking voor de continuïteitsbijdrage maar krijgen nu ook nog geen toegang tot de door de Rijksoverheid getroffen maatregelen. Dit gaat niet zonder een ‘extra verklaring’ waaruit blijkt in hoeverre de omzetuitval en personeelskosten reeds vergoed zijn via de continuïteitsbijdrage.
PPN vindt het onacceptabel dat voor een aantal beroepsgroepen wel een vooruitbetaling kan plaatsvinden en voor de rest nog niet. De nood is hoog en 1 mei is te laat voor een goed- of afkeuring voor de continuïteitsbijdrage. Alle paramedische beroepsgroepen moeten zich per 14 april a.s. kunnen aanmelden. Noodlijdende praktijken moeten kunnen rekenen op een snelle toekenning voor de continuïteitsbijdrage. Voor praktijken die niet in aanmerking komen dient versneld de ‘extra verklaring’ afgeven te worden.
PPN acht het van groot belang dat de paramedische beroepsgroepen goed worden betrokken bij de uitvoering van de regelingen om de schade zoveel mogelijk te beperken. Er mogen geen paramedisch zorgverleners failliet gaan door het onnodig lang moeten wachten op regelingen tijdens deze crisis.