Tweederde van de Nederlanders beweegt voldoende. Echter, maar één op de zes volwassenen beweegt voldoende intensief. In 2000 was dit nog één op de vijf. Dit blijkt uit het Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2006-2007 van TNO dat vanochtend is aangeboden aan Bart Zijlstra, directeur Sport van het Ministerie van VWS. Juist intensief bewegen – tenminste drie keer per week zware fysieke inspanning – kent de grootste gezondheidsvoordelen.
Met de Monitor Bewegen en Gezondheid meet TNO sinds 2000 jaarlijks hoeveel Nederlanders voldoen aan de diverse normen voor gezond bewegen. In 2007 voldeed bijna tweederde van de Nederlandse bevolking aan de zogenaamde Combinorm, die uitgangspunt is voor het Nederlandse overheidsbeleid. De Combinorm gaat uit van vijf tot zeven dagen 30 minuten matig intensief bewegen en/of tenminste drie dagen 20 minuten intensief bewegen.
Grotere gezondheidsvoordelen
Het aantal Nederlanders dat tenminste drie keer per week voldoende intensief beweegt, neemt af. Bewoog in 2000 nog bijna één op de vijf volwassenen tenminste drie keer per week intensief (bijvoorbeeld hardlopen of zware fysieke inspanning tijdens tuinieren), in 2007 is dat nog maar één op de zes. Recente wetenschappelijke inzichten hebben aangetoond dat de gezondheidswinst groter is als een deel van de benodigde beweging internsief is. Ook is bekend dat intensief bewegende werknemers minder verzuimen dan hun minder intensief of niet-bewegende collega’s. De resultaten pleiten ervoor in de voorlichting mensen te wijzen op de voordelen van een paar keer per week intensief bewegen.
Jeugd beweegt ook te weinig
Bij de jeugd van vier tot zeventien jaar haalt minder dan de helft de Combinorm. De lat ligt voor de jeugd wel aanzienlijk hoger dan voor volwassenen. Jeugdigen moeten per dag tenminste 60 minuten bewegen, waarvan minimaal twee keer week op intensief niveau. Vooral de groep twaalf- tot zeventienjarigen laat het afweten: iets meer dan een derde haalt de norm. Voor kinderen van vier tot elf jaar is dit de helft. Andere groepen die door de jaren heen in ongunstige zin opvallen zijn ouderen, personen met ernstig overgewicht, werknemers in bepaalde beroepsgroepen en allochtonen.
Reactie VWS
“Het Trendrapport geeft een duidelijk signaal dat we niet op onze lauweren moeten gaan rusten als het gaat om volwassenen en vooral jongeren te laten sporten en bewegen: dat doen we ook niet!, aldus Bart Zijlstra, directeur Sport van het Ministerie van VWS, in een reactie op de resultaten. “Met het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen en de impuls Brede Scholen Sport en Cultuur geeft de rijksoverheid een langdurige stimulans aan gemeenten en maatschappelijke partijen.”
Het Trendrapport Bewegen en Gezondheid
Het Trendrapport Bewegen en Gezondheid is een tweejaarlijkse uitgave van TNO en geeft – naast de hierboven aangestipte resultaten van de TNO-monitor – een actueel en breed beeld van het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van bewegen in Nederland. Het bevat bijdragen van een groot aantal organisaties: Consument en Veiligheid, het EMGO-instituut van het VUmc, het W.J.H. Mulier Instituut, het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het Universitair Medisch Centrum Utrecht en TNO.
Het rapport is hier te downloaden
Bron: TNO