Ingrid Meulenbelt is benoemd tot hoogleraar bij de afdeling Medische Statistiek en Bio-informatica, sectie Moleculaire Epidemiologie, van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Haar onderzoek focust zich op een ziekte waar 1,2 miljoen mensen in Nederland mee te kampen hebben en waartegen (nog) geen werkend medicijn is: artrose.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

“Zolang als ik me kan herinneren, wilde ik onderzoeker worden”, vertelt Meulenbelt. “Vanwege mijn fascinatie voor het ontstaan van ziekten koos ik na mijn propedeuse biologie voor de richting medische biologie. Mijn promotieonderzoek ging over de invloed van genen bij het ontstaan van artrose. Sindsdien ben ik me bezig blijven houden met het ontstaan van artrose: een complexe puzzel omdat de ziekte per patiënt enorm verschilt.”

Patronen en genen

Het ontleden van die puzzel, mede mogelijk gemaakt door een Vici-subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en door subsidies van het Reumafonds, omvat verschillende innovatieve, geïntegreerde projecten. Door ziek weefsel en ‘gewoon’ weefsel te vergelijken, brengen Meulenbelt en haar onderzoeksgroep in het eerste deel van het onderzoek de ziekteprocessen in verschillende patiënten in kaart. Om vervolgens te bekijken welke genen van kritisch belang zijn het voor veroorzaken van de ziekte in verschillende groepen van patiënten. “Een medicijn ontwikkelen voor een eenduidig ziektebeeld is het meest effectief” verduidelijkt Meulenbelt.

Experimenten en subtypes

Een volgende stap in het onderzoek bestaat uit de zogenaamde functionele studies op basis van kraakbeen en stamcellen. Dit zijn experimenten met stukjes gekweekt kraakbeen en bot. Door mechanische belasting of andere ‘triggers’ zal artrose worden gegenereerd én onderzocht worden waar het mis gaat. In het vierde project tot slot, draait het om doelgericht herkennen van artrosesubtypen. Hiervoor onderzoekt het team RNA-deeltjes in het bloed van patiënten die als signaalmoleculen iets vertellen over het ziekteproces in de weefsels van het gewricht.

Patiënten en studenten

“We werken steeds toe naar het volgende probleem”, zo vat Meulenbelt de logica van de onderzoeksactiviteiten samen. Nieuwsgierigheid is daarbij een belangrijke drijfveer. “Dit is ook mijn boodschap aan de masterstudenten Biomedische wetenschappen die zich inschrijven voor de ‘frontiers of science’ cursus. We beschikken over eigen, uniek materiaal van circa 400 patiënten, verzameld in nauwe samenwerking met de afdeling Orthopedie. Dat maakt het project uniek en heeft het een belangrijke impuls gegeven. In de afgelopen jaren hebben we continu kleine stappen gezet in de aanpak van de mismatch tussen de behandeling en de behoefte van artrose-patiënten. Hiermee komt een therapie op maat langzaam maar zeker dichterbij.”