Minder infecties van prothesen door maatregelen in operatiekamer

28

Een combinatie van gedragsmaatregelen en een beter luchtinblaassysteem in de operatiekamer leidt tot een afname van het aantal bacteriën in de operatiekamer bij plaatsing van een knie- of heupprothese. Hierdoor neemt de kans op infectie van de prothese en op problemen met wondgenezing na de operatie af.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Dit blijkt uit onderzoek van Bas Knobben, uitgevoerd bij de afdeling Orthopedie en de vakgroep Biomedical Engineering van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Deze bevindingen kunnen ertoe bijdragen dat gewrichtsprothesen minder vaak infecteren en vervangen moeten worden. Hij promoveert op 26 april a.s. op zijn onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.In elke operatiekamer kunnen ondanks strenge hygiënische maatregelen bacteriën voorkomen die een mogelijk risico vormen voor infectie van prothesen en problemen met wondgenezing na de operatie. Tot nu toe was de omvang hiervan onduidelijk. Uit het onderzoek van Knobben blijkt dat bij 36 procent van de plaatsingen van heupprothesen bacteriën aanwezig waren op het instrumentarium en op verwijderde botsnippers bij het inbrengen van de prothesen. Ook bleek er een verband te zijn tussen het vóórkomen van deze bacteriën en het optreden van verstoorde wondgenezing en infectie van de prothesen.

Gedragsmaatregelen
Knobben onderzocht of gedrags- en technische maatregelen, aanvullend op de gebruikelijke hygiënerichtlijnen, de kans op bacteriële besmetting tijdens de operatie verkleinen. Uit zijn onderzoek blijkt dat de combinatie van deze maatregelen in een operatiekamer de kans op aanwezigheid van bacteriën deed afnemen van 34 procent naar 8 procent. Tegelijk nam de kans op infectie van prothesen, verstoorde wondgenezing en wondinfectie beduidend af.De gedragsmaatregelen die onder andere werden genomen, zijn het beperken van het spreken en het in- en uitlopen van de operatiekamer door het operatiekamerpersoneel, het gecontroleerd bewegen, het juiste gebruik van het neus-/mondkapje en een beter gebruik van het gebied onder de luchtstroom. Een van de technische maatregelen betrof het gebruik van een beter luchtinblaassysteem (laminaire airflow). Hierbij vindt een constante aanvoer van schone lucht plaats boven het operatiegebied en worden bacteriën via verticale luchtstromen afgevoerd.

Kosteneffectief
Met dit onderzoek toont Knobben aan dat gedragsmaatregelen en een beter luchtinblaassysteem in de operatiekamer infecties van prothesen en problemen met wondgenezing kunnen voorkomen. De maatregelen zijn bovendien kosteneffectief: de gemiddelde totale kosten per patiënt met een eerste (primaire) prothese zonder infectie zijn ongeveer € 15.000, zo’n 3,5 keer lager dan die van een patiënt met een geïnfecteerde prothese (ongeveer € 52.000). De resultaten van dit proefschrift hebben ertoe geleid dat het Universitair Medisch Centrum Groningen de aanvullende gedrags- en technische maatregelen toepast bij het plaatsen van prothesen.In Nederland zijn in 2004 ongeveer 25.000 heup- en 20.000 knieprothesen geplaatst. De belangrijkste indicatie voor het plaatsen hiervan is gewrichtsslijtage. De verwachting is dat door vergrijzing het aantal mensen dat in aanmerking komt voor deze operaties de komende twintig jaar zal verdubbelen. Bij ongeveer één tot vier procent van de patiënten treedt na plaatsing een bacteriële infectie op.

Bron: UMCN