Patrick Veltrop heeft het onderwerp Deeltijd opleiding Fysiotherapie aangemaakt in het forum Hogescholen voor Fysiotherapie 9 jaren, 1 maand geleden
LS,
Ik zou mij graag willen omscholen tot fysiotherapeut, alleen in Nederland zijn er tot nu toe maar 2 deeltijdopleidingen Fysiotherapie, te weten Thim van der Laan in Nieuwegein en een deeltijd variant bij NCOI (Pro Education). Thim van der Laan is op zich een prima school maar wel eentje met een behoorlijk prijskaartje per maand en een…[Verder lezen]
KNGF Bestuur heeft haar/zijn profielfoto gewijzigd 9 jaren, 1 maand geleden
Gerard Koel heeft een nieuw bericht geschreven 9 jaren, 1 maand geleden
Het KNGF neemt de start en de implementatie van haar Plusprogramma voortvarend ter hand, zo gaat verantwoordelijk KNGF bestuurslid Kitty Bouten het land in om in interactieve bijeenkomsten, onder de gezellig […]
Fysiotherapeute heeft het onderwerp Fysiopensioen aangemaakt in het forum Mededelingenforum 9 jaren, 1 maand geleden
Ik ben benieuwd of jullie bekend zijn met het volgende,
ik ben begonnen met werken in 2014, mezelf netjes aangemeld bij SPF. ( waar ik inmiddels echt meer dan klaar mee ben) eerste rekening in 2015 gekregen over heel 2014; dit netjes betaald.
Nu heb ik het premiebedrag van 2014 ingevuld op mijn aangifte, maar de belastingdienst geeft aan dat ik…[Verder lezen]
Fysiotherapeute reageerde in het onderwerp Fysiopensioen terug naar basis regeling! in het forum Mededelingenforum 9 jaren, 1 maand geleden
Ik ben benieuwd of jullie bekend zijn met het volgende,
ik ben begonnen met werken in 2014, mezelf netjes aangemeld bij SPF. ( waar ik inmiddels echt meer dan klaar mee ben) eerste rekening in 2015 gekregen over heel 2014; dit netjes betaald.
Nu heb ik het premiebedrag van 2014 ingevuld op mijn aangifte, maar de belastingdienst geeft aan dat ik…[Verder lezen]
Fysiotherapeute reageerde in het onderwerp Fysiopensioen terug naar basis regeling! in het forum Mededelingenforum 9 jaren, 1 maand geleden
Ik ben benieuwd of jullie bekend zijn met het volgende,
ik ben begonnen met werken in 2014, mezelf netjes aangemeld bij SPF. ( waar ik inmiddels echt meer dan klaar mee ben) eerste rekening in 2015 gekregen over heel 2014; dit netjes betaald.
Nu heb ik het premiebedrag van 2014 ingevuld op mijn aangifte, maar de belastingdienst geeft aan dat ik…[Verder lezen]
Fysiotherapeute is geregistreerd als lid 9 jaren, 1 maand geleden
KNGF Bestuur is geregistreerd als lid 9 jaren, 1 maand geleden
Berber is geregistreerd als lid 9 jaren, 1 maand geleden
P. Rhodens-Homan is geregistreerd als lid 9 jaren, 1 maand geleden
Rob heeft een nieuw bericht geschreven 9 jaren, 1 maand geleden
Meer dan 60% van de Nederlandse 65-plussers met een chronische aandoening en een fysieke beperking bewegen niet voldoende. Voor het welzijn en het denkvermogen (cognitief functioneren) van ouderen is bewegen van […]
Rob heeft een update geplaatst 9 jaren, 1 maand geleden
Leuke opwarmer voor de Paralympics in Rio 2016
Rob heeft een nieuw bericht geschreven 9 jaren, 1 maand geleden
De kernpunten van de gegevensverzameling over het kalenderjaar 2015 zijn samengevat in deze infographic.
Dit gedeelte geeft inzicht in:
de populatie die de fysiotherapeut bezoekt
het zorgproces […]Joep Teijink heeft een nieuw bericht geschreven 9 jaren, 1 maand geleden
Op de KNGF site, ‘van onze man in Den Haag’ las ik een stukje over de door de Minister in het basispakket toegestane 37 sessies. Een afwijking van de richtlijn, ingegeven door een accountant, maar indirect […]
Beste heer Teijink, bedankt voor uw opinie. Ik ben benieuwd naar uw mening tav de inhoudelijke behandeling van deze aandoening volgens de meest recente EBP. Kunt u aangeven wat er inhoudelijk dient te gebeuren in deze behandeling? Dan kan ik misschien ook snappen waarom meer dan 37 behandelingen wenselijk zijn.
Uiteraard ben ik mij bewust van de hoeveelheid co-morbiditeit in deze groep, en ook in het soms zeer beroerde aanvangsniveau van de patiënten bij start van de therapie. Ik hoop op een spoedig antwoord,Vriendelijke groet,
Michiel Trouw
Beste Robert, deze richtlijn ken ik, vandaar mijn vraag. Ten eerste blijkt looptraining het allerbelangrijkste als werkingsmechanisme, en daarbij staat dat het het beste lijkt te werken 3x per week een half uur met een FT gedurende 2-6 maanden maar dat daar geen evidente voor is.
Ik kan niet begrijpen dat na diagnose, duidelijke uitleg, bespreken co-morbiditeit, inschatten risico’s ect. De patiënt een FT naast zich nodig heeft voor de looptraining. Ik heb hier magnifieke resultaten met deze mensen die we een duidelijke opbouw met loopschema hebben gegeven. We zien die mensen af en toe een keer terug voor evaluatie, zo nodig nieuwe ankle-brachiaal index met en/of zonder inspanning en zo nodig doppler. Ik snap zowel richtlijn als de post hier dus niet, gedragsverandering moet uit de interne motivatie van de patiënt komen, daar kunnen wij bij helpen met goede uitleg, maar 75 zittingen FT om naar een loopband te staan (ja ik chargeer)??? Ik kan in de richtlijn hiervoor geen evidente vinden.Beste Robert, ik stel niet dat in de richtlijn niet staat dat begeleiding door een FT beter is. Er staat direct daarna in de richtlijn dat er geen evidentie is voor frequentie en tijdsduur. Daar ligt exact mijn probleem met deze post en met de richtlijn. Waarom moeten er zoveel behandelingen plaatsvindeden als daar geen evidentie voor is?
Ik zou de minister direct adviseren de FT uit het netwerk verplicht een motivational interviewing cursus te laten doen zodat de effectiviteit tav de genoemde gedragsverandering snel kan plaatsvinden.
Ook van de pijntolerantie tijdens de looptraining weet ik uiteraard. Mijn groepje patiënten deden dit (met moeite) geheel zelfstandig door de uitleg.
Daarnaast zou deze pathologie naar mijn idee een van de weinige aandoeningen zijn die WEL kunnen profiteren van groepstherapie (veel goedkoper dus, buiten lopen, kleine groepen, bewegingsagoog, sport leraar, gespecialiseerde trainer) zodat kosten sterk afnemen en HBO opgeleide fysiotherapeuten meer kunnen werken aan tussentijds meten, motiveren en diagnosticeren.
Ik vind het juist in deze groep een enorm zwak verhaal als we blijven roepen dat wij deze mensen 6 maanden lang 3x per week individueel moeten begeleiden met door overheid (lees ons allen!) betaalde zorg gelden.Groet, Michiel
Beste Michiel,
Je verwart level IV evidence, in consensus verkregen in een richtlijn commissie, met je eigen ervaring. Vervolgens herhaal je af en toe de enkel-arm index (iets wat bewezen zinloos is, looptherapie heeft geen effect op de EAI), en ga zo maar door. Overigens hebben alle CNet aangesloten fysiotherapeuten al een 3-daagse MI cursus gevolgd, dus je hoeft de Minister daar niet op te wijzen. Tenslotte heb ik wat moeite met je populistische vorm van rekenen. Het is mode op het moment, strooien met wat getallen om een statement te ondersteunen. Maar net zomin als er miljoenen naar de NHS zullen stromen, nu Brexit een feit is; 6 maanden x 3x/week = 78 sessies. Dat is meer dan 4x het maximale aantal van 37 sessies voor een jaar.Wel is het goed om weer eens te lezen dat het zelf wandelen van patiënten van groot belang is. Om die reden probeert ClaudicatioNet (met succes als je onze site volgt) landelijk wandelgroepen en avond 4-daagsen te initiëren waar patiënten met lotgenoten kunnen wandelen/trainen (vaak zonder hun fysiotherapeut). Maar realiseer je dat aan de door jou begeleide groep zeer waarschijnlijk een selectie bias ten grondslag ligt. Het bij elkaar krijgen van een groepje gemotiveerde mensen die in een aantal sessies iets voor elkaar krijgt, wil nog niet zeggen dat we dit voor alle claudicanten kunnen laten gelden (deze vermeende generaliseerbaarheid van een paar opvallende resultaten ligt overigens ten grondslag aan veel kwakzalverij).
Tenslotte, 37 sessies maximaal is de bovengrens. Als je een patiënt hebt die het allemaal begrijpt, die gebruik maakt van de groepssessies (ook onderdeel van een volledig CNet-traject overigens), meteen stopt met roken, gezonder gaat eten en trouw alle medicatie gebruikt dan wel bijwerkingen direct meldt, tja, dan ben je in 3 sessies klaar. Er zijn heel veel CNet therapeuten, of fysiotherapeuten in het algemeen, die met minder dan 37 sessies een uitstekend resultaat neerzetten en daarmee doelmatige zorg. Dat bleek ook recent weer uit een NIVEL studie (gemiddeld 20 sessies voor claudicatio intermittens) en vanaf volgende week gaan we dat, zo verwacht ik, ook zien in de individuele portfolio’s van de CNet deelnemers.
De verbazing in mijn blog heeft betrekking op een, overigens vergelijkbaar onnavolgbare, gedachte van de Minister, die afstapt van de richtlijn en een arbitrair getal 37 introduceert. Het zou haar hebben gesierd om, bijvoorbeeld ClaudicatioNet, te vragen naar evidentie om in de komende twee jaar de opgegeven spreiding en maximering van 46 sessies te onderbouwen. Haar getal 37 is ingegeven door dezelfde dataset waarmee fysiotherapie voor deze indicatie is teruggekeerd in het basispakket. De door mij in de blog genoemde uitschieters van een aantal therapeuten, hebben de beroepsgroep als geheel geen goed gedaan. De Minister refereert hier ook aan, echter de meerderheid van de fysiotherapeuten hoeft zich niet aangesproken te voelen!
En als ik dan toch nog even mag. Je hebt wel door dat ik jouw idee dat het een om paar duwtjes de goede kant op zou gaan (en nu chargeer ik even), een grove onderschatting van de realiteit vind. Alle literatuur over de begeleiding / gedragsverandering van deze categorie patiënten ondersteunt mijn gevoel dat we met 37 sessies voor een deel van de patiënten het verschil net niet zullen gaan maken. Maar waar moet die grens dan wel liggen, zou een terechte vraag van de Minister zijn. Die moet liggen op het ‘break even point’. Zolang extra sessies een interventie (die zoveel duurder is en risico’s met zich meebrengt) kan voorkomen, zou ik zeggen: doorgaan! Patiënt-tevredenheid en zelfredzaamheid moet voorop staan. Dat mag wat kosten, en als we drie opties hebben (GLT vs. interventie vs. GLT + interventie) moeten adequate KE-studies ons de weg wijzen. Geen accountants, geen Jomanda’s en geen fitness instructeurs die ‘magnifieke resultaten’ hebben gezien bij een selecte groep claudicanten in de sportschool.
Ik zou, als dit kosten-effectief is, veel liever levenslang begeleiding geven (bijvoorbeeld 4 sessies per jaar), om bij terugval de gesuperviseerde looptherapie (en alles wat daar bij komt kijken) weer onder de aandacht van de patiënt te brengen en daarmee een kans te geven. Dat is, zo schat ik in, meer doelmatig dan iedereen die ooit looptherapie heeft gehad bij een 2e episode van klachten meteen te dotteren. Dat laatste is de situatie waar we ons nu in bevinden, al zijn er gelukkig een groot aantal vaatchirurgen in Nederland die ook bij recidief klachten de ClaudicatioNet therapeut opnieuw weten te vinden. Ook daar is echter geen evidentie voor. Dat is ‘boeren verstand’ , baat het niet, dan kan altijd alsnog een interventie worden gedaan. Voor iedere interventie die je bespaart kun je tot wel 300 sessies fysiotherapie geven!
We moeten de komende jaren gebruiken om met een selecte groep fysiotherapeuten aan te tonen dat zij verantwoord omgaan met een bandbreedte aantal sessies, waarbinnen zij aandacht geven aan alle elementen van behandeling die een patiënt met claudicatio intermittens nodig heeft. Als dat lukt, moet de beslissing om al dan niet over te gaan tot een interventie steeds meer bij de goed geïnformeerde patiënt zelf komen te liggen. En wie kan die informatie beter geven dan een adequaat geschoolde en gemotiveerde ClaudicatioNet therapeut? De simpele voorstelling van jou, Michiel Trouw, doet enerzijds afbreuk aan de complexiteit van zorg die een patiënt met PAV nodig heeft en anderzijds aan de inspanningen die van een daartoe geschoolde en gemotiveerde fysiotherapeut (CNet therapeut) worden gevraagd.
mvg
Joep Teijink (& Robert Saarloos)
Beste heer Teijink, bedankt voor uw reactie, prettig ook even om een antwoord te krijgen van de persoon waar ikzelf op reageerde.
Het is een uitgebreide reactie (waarvoor dank) maar voor de leesbaarheid voor anderen laat ik uw opmerkingen tov de Brexit, politieke voorkeuren ect maar even terzijde, ik had daar hier helemaal geen behoefde aan.
Ik kende uiteraard de richtlijn, anders zou ik niet hebben gereageerd op uw Blog. Wat me opviel was de veroordeling van de collegae die het hier zelf naar gemaakt hebben volgens u door veel te veel behandelen (u schrijft zelf “tot wel 270 sessies per jaar”) in relatie met het huidige aantal zittingen uit de basisverzekering en de richtlijn daarnaast.
Ik ben het geheel met u eens (zoals al duidelijk te lezen) dat overbehandeling onwenselijk is. We hoeven echter helemaal niet met ëvidence level 4″te gaan gooien als we gewoon in de richtlijn zelf (C.2.1) kunnen lezen: “Er bestaat nog geen eenduidig bewijs voor de intensiteit van het trainingsprogramma”. (Ook geen level 4 dus?).
Ik maakte in mijn eerste reactie de opmerking dat ik graag zou weten wat de bewijslast (de EBP) is van het trainingstraject en waarom er 37 of soms meer nodig zou zijn. In de richtlijn staat dat 2-3x per week 2-6maanden het meest effectief is (…….maar dat er geen eenduidige evidentie voor is :-)) . Daarna gaf ik aan dat ik niet snap waarom het fysieke deel van de therapie (alweer in de richtlijn staat dat het belangrijkste onderdeel de looptraining is) dan steeds door een fysiotherapeut moet worden uitgevoerd. Ik geloof direct dat goed werkende trainers, bewegingsagogen dit looptraject fantastisch kunnen bewaken.
Ik ben blij dat er in het netwerk MI wordt gegeven,dat wist ik niet.
Wat me aanspreekt is uw verhaal tav 4x per jaar controle, dat is iets dat zeer wenselijk kan zijn in mijn idee en dat ik dus van harte ondersteun. U geeft aan hoe complex het is om gedragsverandering te creëren, iets dat ik volledig onderschrijf: ECHTER…dat geldt voor bijna alle patientengroepen waarbij gedrag een rol speelt in het ziektebeeld. Waarom is het voor u zo logisch dat we uit gezamenlijk zorggeld deze groep mensen bij het handje moeten nemen en lange tijd moeten bewustmaken van het belang van gezond leven, terwijl er zoveel verschillende groepen zijn met aandoeningen die ook een duidelijke gedrag component hebben maar die dat louter uit hun aanvullende verzekering moeten halen (lees: zelf betalen)? Ik snap direct uw punt tov de operatie qua kosten, maar het bevreemd me erg dat als arts en ft op dezelfde lijn zitten en een duidelijk verhaal houden met de onderliggende mechanisme van MI daarin dat het dan aan de patiënt is om dat om te zetten naar praktijk of niet. Looptraining uitstekend, maar ook daar kan een grote mate van eigen inzet verlangt worden.
Ik probeer geen sinds te onderschatten hoe moeilijk deze groep is tav comorbiditeit en pathologie, en misschien waren mijn patiënten (ik heb slechts enkele gevallen behandeld en zit niet in het netwerk) inderdaad gebiased, maar ik pleit wel voor een aanpak waarbij de effectiviteit niet alleen uit heel veel zittingen door een fysiotherapeut moet bestaan. Ik begrijp dat u bezig bent met het verwerken van gegevens van uw aanpak namens de richtlijn, ik wacht met spanning op de publicaties.
Nogmaals, grotendeels eens met Blog tav overbehandeling, mijn vraagtekens bij noodzaak zoveel FT aan de loopband.Hartelijke groet, Michiel Trouw
Ik heb een vraag die me vaak bezighoudt op het moment dat uitwisselingen als deze passeren. Wat kunnen we doen om tot een eerlijk inhoudelijk overleg te komen binnen onze beroepsgroep? Ik weet bij bovenstaande namelijk niet goed wat er gebeurt; is het een technische uitwisseling die over het vak gaat of is het digitaal ‘armpje drukken’ tussen twee individuen? Ik raak zo gaandeweg kwijt hoe dit op deze wijze kan bijdragen aan de dienstverlening en positionering van de beroepsgroep, hetgeen -zo vul ik in- toch de oorspronkelijke bedoeling was?
Beste Bert, voor mij is dit een platform waar collega’s elkaar kunnen ontmoeten en meningen kunnen uitwisselen. Als een Blog van iemand vragen oproept dan is het juist hier mogelijk daar over te discussiëren. Ik ervaar dat vaak als een goede mogelijkheid verdieping tav het onderwerp te krijgen en ook meer te leren door de antwoorden. Kritische toon stoort me daarbij niet zolang het over de nahouden gaat.
Groet, Michiel
“De inhoud” bedoel ik natuurlijk
He Michiel en Bert,
Ik ben het met Bert eens dat een digitale discussie te vaak in ‘tegen elkaar opbieden’ uitloopt, niemand die meer openstaat om overtuigd te worden door een ander.
Dat is misschien helaas wel een beetje het gevolg van op deze manier discussiëren.Wat betreft de level IV evidence. Dit zit wat mij betreft als volgt:
Het klopt dat er geen eenduidige bewijs bestaat voor de intensiteit van het trainingsprogramma.
Intensiteit is echter iets anders dan behandelduur en behandelfrequentie waar we het nu over hebben. Dus het aanhalen van C.2.1 is onterecht. Wat mij betreft ook een argument om juist een fysiotherapeut deze patiënten te laten behandelen. Het is elke keer weer een individuele afweging wat het belastingsniveau van die patient is. Wie anders dan de fysiotherapeut kan deze afweging goed maken?Er is helaas ook geen eenduidige bewijs voor behandelduur en behandelfrequentie dat komt omdat er geen studies bestaan die naar het effect van verschillende trainingsprogramma’s hebben gekeken. Enkel studies (die allemaal van elkaar verschillen in duur,frequentie en intensiteit) naar het effect van training vs. andere behandeloptie.
Logisch dat de richtlijngroep dus geen uitspraken kan doen op basis van beschikbare literatuur.De richtlijngroep heeft op dat moment wel de beschikbare literatuur van dat moment helemaal doorgeploegd.
Als deze groep van experts een consensus bereikt en aanbevelingen doet classificeren we dat als level IV evidentie.
De richtlijn geeft dan ook de volgende aanbevelingen:aanbeveling: 7 Duur van het trainingsprogramma
De werkgroep adviseert om patiënten met sPAV gedurende ten minste zes maanden te trainen.aanbeveling: 8 Trainingsintensiteit
Er kan geen aanbeveling worden geformuleerd betreffende de intensiteit van de training. Zowel trainingsprogramma’s met een lage als een hoge intensiteit lijken te leiden tot een toename van de loopafstand.aanbeveling: 9 Trainingsfrequentie
De werkgroep adviseert om de training bij patiënten met sPAV drie keer per week uit te voeren.Hier komen de 6 maanden met 3 x pw dus vandaan
.
In de praktijk wordt hier ondertussen al afgeweken. Omdat de meeste vooruitgang wordt geboekt in de eerste 3 maanden. Zo concluderen de laatste studies.
We adviseren vanuit CNet vaak t volgende:
3 x pw: 4 wkn
1/2 x pw: 8 wkn
1/2 x pm: 40 wkn
Een jaar onder behandeling met afbouwende frequentie maar toch begeleiding.Uiteindelijk gaat het erom dat de minister zonder onderbouwing behalve dan het midden van de spreiding geadviseerd door Zorg Instituut Nederland voor 37 behandeling als maximum heeft gekozen.
Dit gaat in sommige gevallen mogelijk problemen opleveren. Daar gaat het om.
Aan de andere kan is overbehandeling uiteraard onwenselijk, deze FT’s ondermijnen de geloofwaardigheid van ons vak.Het verbaast mij enigszins dat een collega die zelf aangeeft maar enkele gevallen behandeld te hebben en niet in het netwerk zit een wedstrijd verplassen begint op inhoudelijk vlak met een gespecialiseerde collega. Vind het persoonlijk een vervelende discussie om te lezen.
Ik moet toegeven dat ik eigenlijk naar een blog van mijzelf kwam kijken maar heb deze discussie gelezen. In tegenstelling tot collegae Ruud en Bert vond ik de discussie prima.
Michiel Trouw heeft een punt: we hebben het allemaal over de noodzakelijke verbetering van zelfmanagement van onze patienten en juist nu, voor een therapie die echt zonder hulpmiddelen thuis uitgevoerd kan worden, mogen PAV petienten liefst 37 keer worden behandeld. Dat is op zijn minst tegenstrijdig. Of overschatten we de mogelijkheden van veel patienten om tot zelfredzaamheid in staat te zijn; zie ook de inaugurale reden van prof. Jany Rademakers (U Maastricht) die deels die mening is toegedaan (‘Patient is zo actief nog niet’).
Verder valt me op, met respect voor de vele weloverwogen argumenten van Robert Saarloos, dat hij op 16-07 de onmisbare inzet van een CN FT argumenteert met het feit dat de intensiteit (pijnschaal 4: martelende pijn) nu eenmaal zo hoog dient te zijn; en op 18-07 bij punt 8 beschrijft dat het niet bewezen is dat die martelende pijn nodig is voor verbetering van de loopafstand.Wat kunnen we als FT hiermee?
– We moeten meetinstrumenten ontwikkelen die de mate van zelfredzaamheid & het vermogen daartoe kwantificeren zodat we onze therapie daarop kunnen aanpassen. Bij incompetente zelfredzame patienten is mogelijk een continue monitoring te overwegen (zie voorstel Teijink).
– We dienen mogelijk ook SES in deze discussie te betrekken.
– We dienen collegae die er een potje van maken (Teijink meldt in het blog een FT die 270 behandelingen declareert! Dat is elke dag!! En meerdere collegae die 100 x declareren; dat is elke week van het jaar 2 keer !!) te signaleren en te corrigeren. De zorgverzekeraar kan de namen toch bekend maken bij de beroepsinhoudelijke FT vereniging en dan is een correctie eenvoudig uit te voeren); als we de excessen uitsluiten ziet het algemene beeld er vermoedelijk veel beter uit.Kortom een m.i. Waardevolle discussie, collegiale groet,
Gerard Koel.Hallo Robert
Dank voor je deskundige antwoord. Een sterk punt blijft het kosten – evaluatie onderzoek. In het deel van de FT waar ik mij meer mee bezig houd (schouder fysiotherapie) wordt momenteel dezelfde discussie gevoerd met ook dezelfde uitkomst (FT is bij de meest voorkomende schouderaandoening – SAPS op basis van een degeneratieve cuff ruptuur – even goed / slecht als chirurgie maar wel veel goedkoper en met minder bijwerkingen). Van dat aspect dient de FT meer gebruik te maken; we zijn laagdrempelig en goedkoop en zorgen er voor dat een patient geen dure zkh zorg nodig heeft.Het ontwikkelen van prognostische factoren (welke patient gaat vermoedelijk positief reageren / welke patient dient toch een chirurg te consulteren) en het kwantificeren van belangrijke uitkomst bepalende psychologische factoren (meetinstrumenten voor zelfredzaamheid, beleving en zelfvertrouwen) blijven relavante activiteiten.
Je hypothese dat patienten metvoldoende behandelingen juist meer kans op het ontwikkelen van zelfmanagement, is interessant. Daarvoor moeten we weten hoe lang PAV patienten het met SET goed blijven doen en welk percentage uiteindelijk toch nog wordt geopereerd. Met jullie tzt gevulde database zijn die vragen hopenlijk te beantwoorden. Succes daarmee.
Collegiale groet,
Gerard Koel.Dit is exact waar me het steeds om ging Gerard! Als deze groep een zo intensieve directe FT behandeling rechtvaardigd, waarom dan specifiek deze groep, en niet vele andere ook?
Als ik werk met neuropatische pijnpatienten dan ben ik ook veel goedkoper dan een anaesthesist en een kaakchirurg, maar mijn patiënten (die vaak helemaal niet een stapeling van 2-3 of 4 slechte leefgewoonten hebben) moeten zelf betalen voor hun therapie (aanvullende verzekering).
Als ik als atletiek trainer een clinic geef aan mensen met overgewicht die graag een verandering in hun leven willen creëren dan betalen ze daar zelf voor met een lidmaatschap.
Exact hier ligt mijn punt tav het Blog van dhr Teijink. Zeer eens met je verhaal over schouder patiënten. Als substitutie binnen FT in de geneeskunde betaald moet worden uit de basisverzekering dan ook voor anderen.En zo is de fysiotherapie net een krabbenmand…
Beste Michiel & Gerard,
Niet om weer een hele discussie te starten maar als dit je punt is dan heb ik je niet goed begrepen hiervoor.
Je zegt dat je punt is dat er ook andere groepen zijn die van meer FT vergoeding zouden kunnen profiteren maar dat niet krijgen. En dat het oneigenlijk is dat deze groep dit wel vergoed krijgt en de rest niet. Het voorbeeld van SAPS van Gerard is inderdaad passend.
Maar mijn vraag is dan; span je op deze manier niet de kar voor het paard?
In van plaats onnodig kritisch te zijn op een bewezen kosten-effectieve behandeling die meer vergoeding krijgt is het wat mij betreft juist beter om het voorbeeld van sPAV aan te pakken om te laten zien dat fysiotherapie JUIST geld kan besparen.
Nu lijkt je argument; als de rest het niet krijgt mag het ook niet gerealiseerd worden voor sPAV. Dan doe je de mensen die hier last van hebben te kort. En in indirect ook al die andere patientencategorieen. Er zal 1 aandoening de eerste moeten zijn die dit voor elkaar krijgt.Waarom dan deze specifieke groep? Omdat er(zoals ik hierboven heb aangetoond) veel wetenschappelijk bewijs voor is. Ik ken de literatuur voor neuropatische pijn niet goed, maar is die er?
De multidiciplinaire richtlijn SAPS ondersteund Gerard in ieder geval in zijn stelling dat deze schouderklachten ook een stepped-care model verdienen. Eerst FT en wanneer dat niet werkt dan pas verder kijken..In van plaats tegenwerken moet de fysiotherapie ,als geheel, dit aanmoedigen en in de toekomst inzichtelijk maken dat ze ook op andere vlakken ook kosten-effectief is.
Hallo Robert
Ik kan natuurlijk niet voor Michiel spreken maar vind dit wel een mooi einde van deze discussie. We streven er naar de kosten – effectiviteit van FT interventies beter te onderbouwen. Dat kan idd bij sPAV beginnen omdat de noodzakelijke eerste stap: er dient onderbouwing te zijn voor de klinische effectiviteit met level 1 evidentie aanwezig is.In de FT dienen we meer te scoren (uitkomstmaten) op patienten die blijven werken (participeren), die actief blijven en die minder vaak dure zkh zorg nodig hebben. Het aantal behandelingen dat daarvoor nodig is, is dan minder relevant. Je streeft naar zo weinig mogelijk, maar dat mag voor mij dan ook gemiddeld 37 keer pj zijn. Zeker bij patienten die weinig competent zijn in het realiseren van onvoldoende zelfmanagement (ik herhaal mijn punt dat FT daar ook meetinstrumenten voor dienen te ontwikkelen).
Grappig dat jullie in Brabant de kar voor het paard spannen; in Twente spannen we het paard achter de wagen; en ik neem aan dat Ruud straks met de Zeeuwse variant komt: ‘Je moet de krab niet ondersteboven in de mand leggen’.
Dank voor de gemotiveerde en goed onderbouwde antwoorden, groet,
Gerard Koel.Ik ben geboren en getogen tukker die op latere leeftijd is geëmigreerd ;)
Er is voor beleidsmakers al voldoende bewijslast geweest vanuit de literatuur hiervoor. Dat vervolgens onze eigen vakgenoten moeten worden overtuigd met nog meer of uit te voeren onderzoek vind ik vreemd. Ik denk niet dat het ontwikkelen van nieuwe meetinstrumenten een antwoord is. Natuurlijk moet je effecten van beleid fatsoenlijk monitoren, maar je zou ook buiten de geijkte epidemiologische paden en kosteneffectiviteitsstudies kunnen kijken. Laat dit vooral een voorbeeld en een inspiratie zijn van een succesvolle lobby voor een deel van de fysiotherapie.En misschien toch die zeeuwse invloed, ter verduidelijking het krabbenmand effect: Krabben zijn prima in staat om uit een mand klimmen, behalve wanneer die mand voor een deel gevuld is met krabben. Dan proberen ze er allemaal tegelijk uit te klauteren en komt er geen krab meer uit. De visser hoeft de mand zelfs niet af te dekken.
Mangs, Ruud, kont leu verrassend oet de hoek kommn!
Maar je spreekwoord over de mand met krabben past, na de extra uitleg, waarvoor dank, goed bij de situtie. Feit is dat de sPAV krab inmiddels de mand heeft verlaten en zich koestert in de basisverzekering.
Nu aan de slag om ook andere krabben te promoveren tot dat stadium.
Rob heeft een nieuw bericht geschreven 9 jaren, 1 maand geleden
Het kraakbeen in je gewrichten verdwijnt als je niet beweegt. Maar waarom dat gebeurt, was lang niet bekend. Arjan van Caam en Peter van der Kraan (Reumatologie) en Wojciech Madej en Pieter Buma (Orthopedie) van […]
Rob heeft een nieuw bericht geschreven 9 jaren, 1 maand geleden
VUmc coördineert een groot Europees wetenschappelijk onderzoek naar effect, veiligheid en kosten van het toevoegen van een lage dosis prednisolon aan de standaardbehandeling van patiënten met reumatoïde ar […]
Rob heeft een nieuw bericht geschreven 9 jaren, 1 maand geleden
Nederlanders brengen dagelijks gemiddeld 8,7 uur zittend door. Jongeren (12 tot 20 jaar) scoren het hoogst met gemiddeld 10,4 uur per dag. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van de Leefstijlmonitor 2015, een […]
Rob heeft een nieuw bericht geschreven 9 jaren, 1 maand geleden
Minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn (beiden VWS) verhogen het budget voor eerstelijns verblijf structureel met 33 miljoen euro. Zodat meer kwetsbare ouderen hiervan gebruik kunnen maken. […]
Rob heeft een nieuw bericht geschreven 9 jaren, 1 maand geleden
Orthopedisch chirurgen Louis Marting en Martijn van Dijk van het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht/Nieuwegein hebben voor het eerst 3D-geprinte onderdelen van een knieprothese geplaatst bij enkele patiënten. […]
Patrick Veltrop is geregistreerd als lid 9 jaren, 1 maand geleden
- Meer laden
Home Site brede activiteit
Een sterk verhaal Gérard, dat ik kan onderschrijven. Ik snap deze stap alleen vanuit een bepaalde tactische achtergrond, en als dat juist is dan is het een actie vanuit angst genomen.
Het geheel doet ook geen recht aan de locale/regionale stappen die overal in het land al genomen worden door groepjes FT en bv specialisten/huisartsen. Laten we er maar vanuit gaan dat verzekeraars deze ontwikkelingen ook steeds meer gaan ontdekken en straks graag willen aansluiten, dan bepalen wij de voorwaarden.
Het KNGF heeft een rol voor alle FT in Nederland, dat blijkt niet uit deze keuze.
Hartelijke groet, Michiel
Hulde Gerard! Ik vond het allemaal al zo gezapig en volgzaam. Gelukkig ontstaan er kritische geluiden!
Beste Gérard,
Prima geschreven. De plus praktijken zijn ontstaan vanuit de wens van de zorgverzekeraars, veel praktijken lieten zich voor 3 euro per behandeling plussen/minnen. Gevolgen zij bekent met overspannen medewerkers.
Ik had gehoopt dat we met het nieuwe bestuur gezamenlijk een eigen koers zouden kunnen varen waarbij de kwaliteitseisen bij de beroepsgroep blijven.
Inmiddels is volgens mij de hkz bij iedereen een feit, waarmee de interne processen worden bewaakt. Kwalitatief handelen op basis van klinisch redeneren is m.i. prima met het de huidige scholingsmogelijkheden te borgen. Blijft over onze cliënt die kwaliteit beoordeeld op snelheid van een afspraak, vriendelijke benadering, nette telefoonaanname enz. Laten we op dit laatste nu net als beroepsgroep het hoogste scoren.
Op regionaal niveau zijn er specialistische netwerken ontstaan die de nabehandeling van verzekerden optimaliseren.
Laten we eerst insteken op tarief herstel voor alle verrichte werkzaamheden van de afgelopen jaren.
Nogmaals Gerard ik kan me geheel vinden in je onderbouwing en hoop dat Henk Janssen dit als pluspraktijkhouder ook ondersteund.
Gr. Mike Hilverink
Fysio in je Voordeel
Beste Michiel, Robert en Mike
Het blog staat 12 uur op de FysioForum site en heeft in deze vakantie tijd bijna 500 inlogs / lezers en 3 reacties. En alledrie nog wel positief ook; ik vat jullie argumenten betreffende het kwaliteitsbeleid fysiotherapie samen in een zestal punten:
– het KNGF dient borg te staan voor de kwaliteit voor alle FT; het Plusprogramma (wat zou dat kosten?) doet dat ‘slechts’ voor de FT die in een pluspraktijk werken (Michiel),
– FT dienen het KNGF kwaliteitsbeleid positief kritisch tegemoet te treden (Robert),
– de HKZ norm zou als administratieve – logistieke basis moeten dienen en ook voldoende moeten zijn (Mike),
– de FT kwaliteit dient door een FT beroepsorganisatie plaats te vinden en niet door een ZV (Mike),
– het scoren van de patient tevredenheid dient aan kwaliteitsbeleid te worden toegevoegd (Mike) en
– lokale / regionale FT kennisnetwerken spelen een belangrijke rol bij kwaliteit & samenwerking in de regio.
We wachten op een respons van de voorstanders van het KNGF Plusprogramma, die zijn er vast. Er is zelfs een directe uitnodiging naar collega en KNGF bestuurslid Henk Jansen, maar het kan zijn dat hij momenteel veel tijd kwijt is met de Gruut Pier zwaardtraining, dat is ook geen gering opgave.
Ik ben benieuwd naar nieuwe reacties. Graag van collegae die gaan inschrijven voor het Plus programma of de training als intervisie coach willen gaan volgen. Laat horen waarom je positief bent over deze KNGF actie.
Met collegiale groet,
Gerard Koel.
–
Volgens mij zit er niet zoveel verschil tussen het toekomstige MKIB dat we als beroepsgroep ontwikkelen en dit plusprogramma wat ons wordt “opgelegd” door de boze zorgverzekering. Als die grote verschillen er wel zijn mag iemand me er op wijzen. Ook MKIB bestaat uit PREMS, PROMS, CKR, visitatie, intervisie, portfolio en een landelijke database. Dus wellicht kun je de pluspraktijken ook beschouwen als praktijken die het systeem voor de rest uitproberen en de kinderziektes er uit halen.
Geheel eens met Ruud, er zijn overigens ook weinig verschillen met het Keurmerk…..
Ik heb het geheel niet tot in detail gevolgd omdat ik geen Pluspraktijk ben (en het ook nooit wil worden). Maar ik had tijdens de laatste RLV in Bathmen begrepen dat deze actie van het KNGF in het leven was geroepen op verzoek van de Pluspraktijken zelf. Dus geen eigen idee/initiatief vanuit het KNGF zelf. De Pluspraktijken zouden volgend jaar hun Plus kwijt raken bij ZKA als ze in het register van het KNGF zouden blijven. Alleen praktijken aangesloten bij het Keurmerk Fysiotherapie zouden dan Plus blijven. Omdat heel veel Pluspraktijken absoluut niet naar het Keurmerk willen hebben zij het KNGF om hulp gevraagd en vandaar dat het KNGF iets opgetuigd geeft dat gelijk is aan het Keurmerk Plus register en zo goedkeuring van ZKA gekregen. Zo had ik het begrepen, maar kan er flink naast zitten.
KNGF Plusprogramma: Kwaliteit is van de beroepsgroep
Het Plusprogramma prikkelt onze leden. De reacties variëren van waardering voor het initiatief en het tempo waarin het KNGF dit heeft gerealiseerd tot afkeuring.
Pluspraktijken of praktijken die Pluspraktijk willen worden, zijn blij dat het KNGF hen de mogelijkheid biedt om in 2017 te kiezen voor een Pluscontract met ZKA.
Anderen begrijpen niet waarom het KNGF zo’n programma inricht. Voor hen is de ontwikkeling van dit programma in strijd met het uitgangspunt: kwaliteit is van de beroepsgroep. Deze collega’s vinden dat het KNGF met het Plusprogramma de verzekeraar laat bepalen wat kwaliteit is.
Als bestuur staan we onverkort voor het principe: kwaliteit is van de beroepsgroep. Toch vinden we het verantwoord dit Plusprogramma voor CKR-geregistreerden beschikbaar te stellen. Dat vraagt om een verklaring.
Praktijken die er zelf voor kiezen aantoonbaar extra tijd te steken in kwaliteitsontwikkeling en transparantie kunnen een Plusovereenkomst afsluiten met ZKA. Voor 2017 stelt ZKA dat praktijken moeten aantonen dat ze aan de eisen voldoen door deelname aan een kwaliteitssysteem van de beroepsgroep. Dat betekent dat deze praktijken dat niet op eigen kracht kunnen. Als zij een Plusovereenkomst willen, dan hebben zij een systeem van de beroepsgroep nodig. Het KNGF wil met het Plusprogramma CKR-geregistreerden de mogelijkheid bieden om te kiezen voor een Plusovereenkomst met ZKA.
Het KNGF investeert veel in kwaliteit, denk aan “onze” hoogleraren, Het Wetenschappelijk College Fysiotherapie, onze richtlijnen etc.. Met ons programma MKIB ontwikkelen we een nieuw kwaliteitsregister, het KwaliteitsRegister Fysiotherapie NL (KRF NL). Met dat nieuwe register willen we beantwoorden aan de maatschappelijk vraag om meer transparantie over kwaliteit, borging en voortdurende ontwikkeling daarvan. Dat is een behoefte van patiënten en een vraag van VWS en verzekeraars.
Dat nieuwe register richten we in conform de opvattingen van de beroepsgroep over kwaliteit. We laten ons daarbij ondersteunen door wetenschappers. Om draagvlak voor ons nieuwe register te krijgen, betrekken we de patiëntenvereniging en zorgverzekeraars bij de ontwikkeling. Onze ambitie is dat het nieuwe register het vertrouwen krijgt van alle betrokkenen zodat verzekeraars geen behoefte meer hebben aan eigen of andere kwaliteitssystemen.
Onze CKR-geregistreerden bieden we met dat nieuwe register de mogelijkheid om meer van hun competenties te laten zien. Dat gaat verder dan alleen onze verbijzonderingen. Er is inmiddels zoveel kennis ontwikkeld in ons vakgebied dat het voor één fysiotherapeut niet meer mogelijk is het hele vak in voldoende breedte te beheersen. Leden willen hun competenties graag laten zien. In ons nieuwe register kan dat met enerzijds objectieve informatie, bijvoorbeeld over scholing, en daarnaast met informatie over bijvoorbeeld ervaring.
En natuurlijk waken we er bij de inrichting van dit register voor dat de balans tussen beloning en belasting niet nog verder verstoord wordt. Sterker nog: we sturen op verlaging van de administratieve belasting.
Met alles wat we ontwikkeld hebben in het programma MKIB konden we in korte tijd het Plusprogramma inrichten. En nogmaals, het KNGF vindt het belangrijk om die service aan deze CKR-geregistreerden te bieden. We willen hen graag bij ons houden; hun ervaringen zijn relevant voor de héle beroepsgroep. De ervaringen met het Plusprogramma kunnen ons helpen bij de ontwikkeling van ons nieuwe register KRF NL. In onze Landelijks Database Fysiotherapie krijgen we nu data van Pluspraktijken èn van andere praktijken die op vrijwillige basis data aanleveren. Het staat niet per definitie vast dat Pluspraktijken de beste kwaliteit leveren. Vergelijking van de data kan ons meer inzicht opleveren. Het is een kennisbank die nergens anders te vinden is en daarmee is het de enige basis voor échte kwaliteit.
Ja, het Plusprogramma prikkelt. Niet alleen prikkelt het de Pluspraktijken om extra stappen te maken maar ook stimuleert het de juiste discussie over waar je als beroepsgroep voor staat. En dat is en blijft wat dit bestuur betreft: kwaliteit is van de beroepsgroep! Een onwrikbaar uitgangspunt.
Kitty Bouten
Bestuurslid KNGF, portefeuille Kwaliteit
Bedankt Kitty wat mij betreft zeer helder. Voor mij zijn de keuzes die het bestuur maakt helder zo!
Bedankt voor de uitleg kitty.
Ik ben wel benieuwd of de data meer betreft dan alleen een diagnosecode behandegemiddelde en een cq index. Het aanleveren van specifieke data zou met de huidige software niet specifiek aan plus praktijken voorbehouden hoeven te blijven. Indien het de beroepsgroep/kngf dient t.a.v. een betere onderbouwing van uitgezet beleid zullen andere praktijken m.i. graag willen meewerken. We moeten blijven waken dat we data aanleveren waar zorgverzekeraars negatief mee aan de haal gaan.
Ik blijf de ontwikkelingen graag volgen.
Gr mike hilverink
Na het overzicht van gisteren zijn 5 nieuwe reacties geplaatst. Onderstaand mijn respons.
Ruud, je schrijft dat ‘onze’ beroepsgroep een taak krijgt opgelegd van een boze ZV; dat is m.i. niet juist; het zijn de collegae die een Pluspraktijk besturen die deze taak krijgen opgelegd (dat betreft zo’n 10% van de praktijken). Nu ken ik veel collegae die eigenaar of maat zijn in een Pluspraktijk en daar zijn heel aardige collegae bij. In het verleden hebben zij (mede) op basis van een business model gekozen om deel te nemen aan het ZKA initiatief. Let wel een Pluspraktijk zegt iets over de praktijk en niet over de individuele FT. Je hebt gelijk dat veel elementen zowel in het MKIB als in het Plusprgramma voorkomen, maar een essentieel verschil blijft dat het MKIB prgramma gericht is op het verbeteren van de individuele FT terwijl het Pluspramma het praktijken mogelijk maakt hun ZKA Pluspraktijk status te behouden. Dat blijft een groot verschil.
Danny, het lijkt er op (als je de reactie van Kitty Bouten leest) dat je het niet zo verkeerd hebt ingeschat. In mijn blog heb ik het niet over de aanleiding van het Plusprogramma gehad maar het is idd een service van het KNGF aan CKR leden die tevens leiding geven aan een Pluspraktijk. Ik hoor van verschillende kanten dat de snelle invoering ook tot doel had het Keurmerk Fysiotherapie de wind uit de zeilen te nemen. Ook dat heb ik in mijn blog niet genoemd omdat het me daar niet om ging. Ik ben iets meer van de vakinhoud; politieke redenen interesseren me minder.
Robert en Mike zijn erg tevreden met de inhoud van de mail van KNGF bestuurder Kitty Bouten. Mike maakt nog wel enig voorbehoud; centraal in de toelating voor Pluspraktijk staat de behandelindex. Tot nu toe is het niet gelukt aan te tonen dat Pluspraktijken een gunstiger behandelindex hebben; ZKA draait het nu om; je mag pas meedoen als je een aantrekkelijke index hebt. Tja, zo kan het ook; zou Zka over een paar jaar trots publiceren dat de index van Pluspraktijken statistisch significant lager is dan van niet-Pluspraktijken? Dat lijkt me een zekerheidje.
In de reactie van Kitty Bouten wordt het KNGF kwaliteitsbeleid beschreven en dat is goed leesbaar en doorspekt van allerlei positieve tekstdelen; ‘we doen al veel aan kwaliteit’, ‘we helpen de CKR geregistreerden die een Pluspraktijk leiden’ en ‘het KNGF heeft de eigen regie’. Mooi, daar heb ik geen bezwaar tegen.
Maar de kritische vragen in mijn blog worden niet beantwoord:
– Is mijn KNGF tevreden met de ZKA indeling in FT praktijken; zijnde Plus en niet-Plus?
– Is ZKA een betrouwbare partner, er komen gaan andere criteria voor de inhoud van het Plusprogramma?
– Vindt, door het MKIB programma los te koppelen van het Plusprograamma, geen devaluatie op van het nog te starten KRF.NL register?
Ik wil nog graag 2 cruciale zinsneden uit de reactie naar voren halen.
DE PLUSPRAKTIJKEN KUNNEN NIET OP EIGEN KRACHT VOLDOEN AAN DE ZKA EIS VOOR EEN KWALITEIT DOOR DE BEROEPSORGANISATIE. Dat kan m.i. juist wel, het KNGF hoeft slechts het eigen MKIB systeem naar voren te schuiven; dat is toch het systeem waar het KNGF zo trots op is / wordt; maar nee er wordt een speciaal Plusprogramma gemaakt; vreemd.
ONZE AMBITIE IS EEN ZO GOED MKIB SYSTEEM TE ONTWIKKELEN DAT ZV’s GEEN EIGEN SYSTEEM MEER NODIG HEBBEN. Dat is mooi, ik hoop en ga er van uit dat dat lukt, maar dan zitten we nog wel steeds opgescheept met Pluspraktijken en niet-Pluspraktijken.
Een kans om daar van af te komen, laat het KNGF liggen, jammer, ik had op wat meer lef gehoopt!
Fascinerend Gerard je vat ook hier (net als de andere blog) de binnen gekomen reacties samen. Is dat voor het overzicht?
Ik vind het antwoord van bestuur KNGF zeer helder omdat jij net zo goed als ik weet dat er meer dan één waarheid is. Wat jij verstaat onder politieke beslissingen speelt natuurlijk ook wel degelijk een rol. Let op het woord ook. Het heeft weliswaar niet jouw interesse, maar als bestuur bestuur je een vereniging waarbij leden het hoogste orgaan zijn. Als een belangrijk deel van jouw leden specifieke pragmatische verzoeken/vragen hebben, kun en mag je daar niet aan voorbij gaan. Dat zou inadquate besturen zijn. Daarnaast heb je ook een visie en een richting.
Voor mij verwoordt Kitty dat uitstekend en zeer helder. Dat vind ik ook getuigen van lef want eerder werd eigenlijk niet of zeer zelden gereageerd op dergelijke discussies.
Met name de zinsnede: “Een negatief aspect dat niet te onderschatten is; fysiotherapeuten werkzaam in Gewone praktijken ergeren zich aan Pluspraktijken die bij patiënten en verwijzers de suggestie wekken dat je voor een betere kwaliteit fysiotherapie bij hen dient aan te kloppen.” raakt mij.
Ik vind dat de inspanning voor het ‘plus-register’ niet op wegen tegen de extra beloning.
Het feit dat er al werd gecommuniceerd over de plusovereenkomst nog voordat er volledige overeenstemming was op alle punten met ZKA geeft volgens mij vooral aan dat het enigszins paniekvoetbal betrof bij het KNGF en de doelstelling van PLUS vooral behoud van leden was, nadat Keurmerk in mei de plusstatus kreeg voor 2017, maar MKIB onvoldoende ontwikkeld was. Ik vraag me af hoe je als serieuze gesprekspartner voor ZKA op gebied van kwaliteit van fysiotherapie op deze manier verrast kunt worden. Zijn die relaties misschien dermate beschadigd de laatste jaren? En is dat een wenselijke situatie?
En hoe ambitieus is dan de 4 jaar die is uitgetrokken voor de verdere ontwikkeling van MKIB, als onder druk van de markt het in 2 maanden gerealiseerd wordt? Marktwerking in de zorg kan dus blijkbaar wel ;)
Het kngf zou moeten zorgen voor basiskwaliteitssysteem waaraan alle fysiotherapeuten aan zouden moeten voldoen zoals in gang is gezet met het MKIB. Ik ken ook geen andere medische beroepsgroep die hier onderscheidt in maakt. Differentiatie zou plaats kunnen vinden op basis van aangeboden zorgpaden, multidisciplinaire zorgproducten en specialistische netwerken waarbinnen werkafspraken met lokale verwijzers zijn gemaakt die onze cliënten verzekeren van een eenduidige werkwijze.
Zo laat je de kwaliteit waar die hoort, Bij de beroepsgroep. Als praktijkeigenaar wordt je zo geprikkeld om te investeren in lokale samenwerking in plaats van investering in de zorgverzekeraar.
Kortom Gérard wij ondersteunen jouw visie.
Mike.
Uw KNGF, als vertegenwoordiger van uw beroepsgroep, is onverzettelijk in haar standpunt dat ‘kwaliteit van de beroepsgroep is’ en dus ook door de beroepsgroep bepaald wordt. Dat betekent ook dat het KNGF met MKIB werkt aan een kwaliteitssysteem dat géén onderscheid maakt in kwaliteitsniveaus. Dat systeem laat zoals in mijn blog al gezegd wél verschillen in competenties zien. Een onderscheid in niveaus van kwaliteit is onzinnig. Je levert kwaliteit, of je levert geen kwaliteit; er is geen tussenweg. Immers, in het belang van de patiënten kún je en mag je niet anders dan te allen tijde kwalitatief goede zorg leveren. Dat is precies wat het kwaliteitssysteem en het bijbehorende nieuwe register (KRF NL) beoogt. In dat verband mag duidelijk zijn dat het KNGF niet kiest en ook niet gekozen heeft voor de indeling die verzekeraars in verschillende varianten voeren. Dát verzekeraars dat wel (kunnen) doen, komt door de manier waarop het zorgstelsel functioneert. Marktwerking heet dat. In zoverre is de vraag of het KNGF daarmee tevreden is niet relevant. We hebben er mee te maken en daarom moeten we er zo goed mogelijk mee omgaan. Met oog voor alle geledingen in onze beroepsgroep. Eén van die geledingen zijn praktijkhouders, die net zoals andere leden recht hebben op ondersteuning in generieke zin van de beroepsvereniging waar zij lid van zijn. Het KNGF biedt hen daarom de faciliteit om via deelname aan het Plusprogramma aan de aanvullende eisen van ZKA te voldoen. Zoals eerder aangegeven kunnen Pluspraktijken niet op eigen kracht aan de eisen van ZKA voldoen om de doodsimpele reden dat ZKA eist dat deze praktijken ‘deelnemen aan een kwaliteitssysteem van de beroepsgroep’. De ervaringen met deze groep in het Plusprogramma kunnen daarbij voor de hele beroepsgroep zinvolle informatie opleveren.
En ja, dit KNGF hecht aan haar leden: de leden zijn immers het bestaansrecht van een vereniging. En: hoe meer leden bij een vereniging aangesloten zijn, hoe sterker die vereniging voor haar leden op kan komen.
Waar verzekeraars zelf vragen om één systeem waarbij ze hun eigen eisen m.b.t. kwaliteit kunnen loslaten is naar onze overtuiging het nieuwe register KRF NL dat we met MKIB ontwikkelen, de oplossing. Daarom wordt dit register, waarvan de ontwikkeling inmiddels ver gevorderd is, op niet al te lange termijn op vrijwillige basis geïntroduceerd. Het is de bedoeling dat in 2020, na afloop van de huidige registratie periode, het CKR vervangen wordt door KRF NL. Vanaf dat moment is deelname aan het nieuwe kwaliteitssysteem verplicht voor iedereen die in het kwaliteitsregister KRF NL opgenomen wil worden.
Het KNGF Plusprogramma maakt gebruik van elementen die in het programma MKIB ontwikkeld zijn. In die zin is er een relatie met het nieuwe register. Het verschil is dat er voor deelname aan het Plusprogramma andere normen gehanteerd worden dan die voor KRF NL zullen gaan gelden. Daarbij moet je denken aan strenge eisen op het gebied van registratie, klinimetrie, aantallen aan te leveren patiënttevredenheidsonderzoeken, de behandelindex en de ontwikkeling daarvan (shifting the curve up and to the right) et cetera.
Angst is een slechte raadgever en helpt ons niet verder. Niemand kan de toekomst voorspellen, dus het enige dat we kunnen doen is vanuit onze kracht bedreigingen van buitenaf het hoofd bieden. ZKA toont zich hierin een betrouwbare onderhandelingspartner. Dat verzekeraars andere belangen hebben dan onze beroepsgroep is evident en het gevolg van een systeem waarvoor de kiezer in Nederland langs democratische weg impliciet gekozen heeft. Dat is een realiteit en daar hebben we zo goed mogelijk mee om te gaan.
Elkaar onderling kritisch aanspreken op functioneren maakt ons sterker. Het zou ons ook helpen wanneer we naar buiten toe onze voortdurende neiging om elkaar de maat te nemen, zouden weten om te zetten in eendracht. Moet je eens opletten wat er dan gebeurt, dan winnen we enorm aan kracht en dat zou de positie van onze beroepsgroep geweldig ten goede komen. Daar is maar een klein beetje lef voor nodig. Doen?
Kitty Bouten
Bestuurslid KNGF, portefeuille Kwaliteit
Gerard, kan het niet zo zijn dat de oude plus systematiek over de jaren geëvolueerd is naar een logischer systeem dat inmiddels al veel meer zegt over kwaliteit van fysiotherapeutisch handelen? Op basis van nieuwe inzichten, vanuit onderzoek, vanuit ervaring van collega’s maar ook andere disciplines en vanuit internationale ontwikkelingen op het gebied van kwaliteit in de zorg is plus niet meer het plus wat zoveel aversie opwekt. Het was misschien verstandiger geweest om het ook geen plus te blijven noemen. Ik vind het erg kort door de bocht zoals er over de drijfveren wordt gesproken van collega’s die wel voor plus hebben gekozen. Het volhouden van de oude plussystematiek is bijzonder vervelend zonder enige intrinsieke motivatie daaronder, behalve een economische. Ik denk dat we minder naar de ander moeten kijken en meer naar onszelf. Als je jezelf vooral slachtoffer voelt van de keuzes die concurrenten maken, moet je je wellicht als ondernemer ook een wat pro-actievere strategie aanmeten en vooral kijken naar zaken waar je zelf invloed op hebt. Zo kun je nog 4 jaar achter in de bus blijven zitten, tot je mee moet doen. Maar je kunt er ook in participeren. De vereniging zijn wij allemaal. En als je enige ervaring hebt met alles wat al is geprobeerd en alles dat niet werkte, heb je denk ik een waardevollere inbreng dan vanaf de zijlijn een karikatuur maken van wat anderen zich lieten opleggen. We kunnen niet meer terug naar hoe het was.
Ik reageer op twee ‘getrouwe’ blog responders.
Kitty Bouten (2) gebruikt de discussie om het KNGF kwliteitsprogramma aan te prijzen, dat is uiteraard toegestaan en een KNGF die waakt over de kwaliteit van FT Nederland is ook prima. Toch bevat deze reacties een aantal inconsistenties die er wat mij betreft op duiden dat de invoering van het KNGF Plusprogramma niet goed aansluit met de rest van het kwaliteitsbeleid.
Inconsistentie 1. Kitty Bouten schrijft: ‘…uw KNGF heefdt NIET gekozen voorde indeling die verzekeraars voeren …’ Terwijl het PLusprogramma nu juist gericht is om de Zka indeling in PLus en niet-Plus te behouden.
Inconsistentie 2. Een belangrijke geleding in FT Nederland zijn de praktijkeigenaren. Het Plusprogramma helpt hen te blijven voldoen aan de ZKA eisen. Dat is niet (helemaal) juist. Het Plusprogramma is gericht op de praktijkeigenaren die destijds besloten hebben met ZKA in zee te gaan. En dat is de minderheid van de praktijkeigenaren. Er zijn veel praktijkeigenaren die bewust de keuze hebben gemaakt om niet mee te doen. Je wilt die ZV’s immers niet machtiger maken dan nodig is.
Inconsistentie 3. In reactie wordt gesproken over ‘Angst’ en ‘beschermen tegen bedreiging van buitenaf’. Ik wed dat vrijwel alle FT juist de ZV’s aanwijzen als bedreiging van buitenaf. Toch stelt Kitty Bouten in de aansluitende zin: ‘Het ZKA toont zich hierin een betrouwbare onderhandelingspartner’. Dat lijkt me onjuist, ook gezien de aanleiding om het Plusprogramma te ontwikkelen (aanvullende eisen van ZKA).
Inconsistentie 4. In de laatste alinea benadrukt Kitty Bouten het belang van eendracht. Ik vind een Plusprogramma ontwikkelen om op die wijze een tweedracht (Plus vs niet-Plus) in stand te houden juist getuigen van het omgekeerde, het KNGF Plusprogramma draagt m.i. juist niet bij tot het creeeren van FT eendracht.
Ja gaat in je reactie Ruud (3), in op de naam van het Plusprogramma, helemaal mee eens, dat was mijn eerdte reactie naar het KNGF, waarom handhaven jullie die naam?; een naam die sterk gekoppeld is aan een indeling van zorgverzekeraar ZKA. Verder geef je aan dat het Plusprogramma in positieve zin geevolueerd kan zijn en dat collegae die meedoen toch ook over intrinsieke motivatie beschikken. Dat zal best zo zijn, maar de keuze om zich als Pluspraktijk te manifesteren is vermoedelijk ook genomen om zich op positieve wijze te onderscheiden (anders kies je niet voor de naam Plus) terwijl de acties die daarvoor uitgevoerd worden nu juist die verfoeide administratieve acties bleken te zijn, enigszins vergoed door een hoger tarief.
Ik vind niet dat ik een karikatuur heb gemaakt van collegae die leiding geven aan een Pluspraktijk; en overigens is allemaal meedoen zoals je in je reactie beschrijft, nadrukkelijk niet de bedoeling van het Plusprogramma; het gaat om een klein deel van de praktijken (Ook weer bepaald door de ZV). Ik ga zeker meedoen aan het MKIB programma maar niet aan het Plusprogramma, dat is idd mijn keuze en ik vind het als loyaal KNGF lid vervelend dat mijn organisatie nu precies de andere keuze maakt.
Te laat voor een reactie? Gisteren toch maar besloten om niet mee te doen met het Plusprogramma hoewel we door de eerste ronde heen waren gekomen. Het dwangmatig aanleveren van de EPD en de verwachtingen die daar aan gesteld worden stuiten me tegen de borst en is voor ons financieel en organisatorisch niet realiseerbaar. Met 15 fysiotherapeuten en 4 specialisaties is 100% medewerking van alle patienten en 100% dossiervorming helaas niet haalbaar. Dan maar gedeclasseerd worden tot een basisovereenkomst. We voldoen , net als 90% van alle praktijken ( 100% is natuurlijk niet haalbaar) maar we mogen ons niet bij de ” schijn” -eredivisie aanmelden en er bekruipt mij enigszins het gevoel dat me dat vroeg of laat aangerekend gaat worden. We hebben 7 jaar de HKZ audit doorlopen en dat heeft ons steeds beter gemaakt en het kan altijd beter.
Maar het gaat mij eigenlijk om iets anders. 30 jaar geleden begonnen zonder ziekenfondscontract. Ja, ik was zo’n outlaw. Ook bij KNGF vergaderingen met de nek aangekeken en niet vertegenwoordigd. Maar ik was trots om fysiotherapeut te zijn en niemand had het recht om me dat af te nemen. We hebben het goed gedaan en werken nu met 20 mensen in de praktijk. Ik heb me drie jaar geleden teruggetrokken uit een landelijk netwerk omdat daar ook een onderscheid groeide tussen Pluspraktijken en het tweede garnituur. Dat gevoel bekruipt me nu weer! Het KNGF moet staan voor alle leden en niet een wig drijven tussen hun leden door gevoelig te zijn voor de belangen van een externe partij en daar het beleid op af te stemmen ten koste van het grootste deel van de leden. We betalen plus-10.000 euro aan lidmaatschapsgeld waarvoor ik graag zou zien dat we gezamenlijk beter worden ipv te boek komen te staan op een manier die absoluut te kort doet aan ons plezier en kwaliteit van praktijkvoering. Graag een andere weg in slaan ten baten van kwaliteit en gezamelijkheid,
vrgr Rob Deurloo