Fysiotherapeute en manueel therapeute Will Bonneveld heeft al meer dan 30 jaar een eigen praktijk, genaamd FysioHuis, met inmiddels 25 medewerkers (inclusief maten & ondersteuning). Tevens is zij in het verleden bestuurslid geweest van o.a. het NVMT, de VVAA en van IFOMPT. Echter haar hart ligt toch bij de fysiotherapie. Zij heeft in haar loopbaan al heel wat gezien en meegemaakt. Zo heeft zij vaak onbegrip zien ontstaan tussen werkgevers en werknemers, door het ontbreken van richtlijnen en structuren als het gaat om (nieuwe) arbeidscontracten. Will Bonneveld hoopt dat hier, zowel voor praktijkeigenaren als voor medewerkers, meer houvast in komt. Mede om deze reden is zij direct bij de oprichting lid geworden van de Werkgevers Vereniging Fysiotherapie (WVF).
Onrust in de praktijk voorkomen
“De discussie die nu speelt rondom het vormen van een nieuwe CAO is niet nieuw. Al in 1983 was er onrust over de manier waarop medewerkers betaald werden. Ook toen waren er geen richtlijnen, waardoor je aan de boven- en onderkant escalaties krijgt. Wat mij bevalt aan de WVF, is dat zij structuur en daarmee houvast willen geven aan werkgevers in de fysiotherapie. Ik heb mij direct tijdens de introductie van de WVF op het congres opgegeven. Wat ik belangrijk vind, is dat het huidige bestuur streeft naar een win-win situatie voor zowel werkgever als werknemer. Hierdoor ontstaat zo min mogelijk onrust in een praktijk.”
Niet allemaal het wiel opnieuw uitvinden
“Het WVF heeft als belangrijkste taak om het gemeenschappelijk belang van werkgevers te behartigen. Nu is het vormen van een nieuwe CAO een heet onderwerp, maar zo zijn er meerdere belangrijke onderwerpen waar werkgevers nu steeds zelf het wiel opnieuw moeten uitvinden. Dat is niet nodig. Ik heb mij aangesloten bij de WVF, omdat ik ook een vereniging zoek waar ik kan spiegelen met andere praktijkeigenaren/werkgevers. Natuurlijk vind ik het ook belangrijk dat de WVF de stem van de werkgevers uitdraagt in het maken van afspraken met de werknemersvereniging, maar dit geldt net zo goed voor afspraken met andere beroepsgroepen. Wij zijn als fysiotherapeuten vaak te intern gericht. Wij hebben echter ook andere partners die eigenaar zijn van andere zorginstituten. Het is goed dat wanneer wij in het veld van de gezondheidszorg als praktijkeigenaren de continuïteit van zorg maar ook medewerkers perikelen en uitdagingen, kunt delen met andere zorginstituten en kunt toetsen aan elkaar. Hoe doen bijvoorbeeld tandartsen en huisartsen het met een CAO? WVF dient hier wat mij betreft ook in te faciliteren.”
Afspraken vallen niet alleen in geld uit te drukken
“Voor wat betreft het vormen van een nieuwe CAO, ben ik een grote voorstander dat er nu twee organisaties zijn die de belangen van hun leden behartigen. De FDV aan de werknemerskant en de WVF aan de werkgeverskant. Het zou mooi zijn als de FDV en de WVF samen met hun leden tot consensus en compromissen komen. Ik vind het als praktijkeigenaar belangrijk dat ik de uitkomsten kan toetsen in mijn eigen praktijksituatie. Dat de uitkomsten houvast en richting geven, maar niet bindend zijn. Ik vind dat afspraken niet alleen in geld zijn uit te drukken. Als je verder geen goede kaders schetst dan gaat het uiteindelijk wel alleen nog maar om geld. Dit veroorzaakt onrust en onzekerheid, zowel aan werknemerskant als aan werkgeverskant. Als ik nu andere praktijkeigenaren tegenkom, merk ik dat iedereen op zijn eigen manier naar oplossingen zoekt. Op een gegeven moment heb ik geen idee meer wat ‘normaal’ is. Wat geven andere praktijken aan opleidingen? Aan vakantiedagen? Wel/of niet variabel salaris? Hoe worden nevenactiviteiten beloond? Allemaal vraagstukken waar best meer structuur en grip op mag komen.”
“Als werknemer en werkgever tevreden zijn, dan creëer je in de praktijk ook een tevreden situatie voor je patiënten. Dat is wat wij uiteindelijk allemaal willen toch?”
Waar zijn alle werkgevers?
“Ik zie dat het bestuur van de WVF veel moeite doet om goed te doen voor haar leden. Wat mij dan verbaast is dat er op de laatste ledenvergadering slechts 15 leden aanwezig waren, mezelf meegerekend. Waar zijn alle praktijkeigenaren??
Tijdens de ledenvergadering zijn er hele interessante en leerzame onderwerpen over tafel gekomen. Naar aanleiding van de CAO werd meer informatie gegeven over de loonadministratie en hebben wij ook overleg gehad om hier in ieder geval eenheid in te krijgen. De WVF is nu dan ook met drie grote loonadministratie partijen in gesprek om dit voor elkaar te krijgen. Ook de vakantiedagen en werkgeverspremies zijn besproken. Ik haal elke keer veel waardevolle informatie uit de ledenvergaderingen. Ik had alleen ook graag met meerdere praktijkeigenaren gespard over deze onderwerpen.”
Discussie over arbeidsovereenkomsten
“Toevallig had ik zelf een aantal jaren geleden een akkefietje met arbeidscontracten. Er ontstond toen een discussie tussen een aantal medewerkers en mij als werkgever. Dit komt de werksfeer niet ten goedeen tevens betaal ik dan veel geld om het door juristen uit te laten zoeken. Het scheelt enorm dater nu een vereniging is die dit al uitzoekt.
Consensus bereiken over wat er in de arbeidscontracten moet komen, wordt alleen wel steeds lastiger, omdat er nu al zoveelverschil zit in contracten. Daarom sluit ik mij aan bij Han Kingma zijn verhaal, dat er wel een raamwerk dient te komen, maar dat het geen dwangbuis mag worden.”
Goede afspraken start bij begrip tonen
“Wat ik heel erg belangrijk vind, is dat wie je ook bent, de WVF of de FDV, speel ook in op de intrinsieke motivatie. Wij zijn fysiotherapeuten en moeten zo min mogelijk lastig gevallen worden met onrust. Wij willen bezig zijn met ons vak. Zorg dat de autonomie niet aangetast wordt. Medewerkers vinden het vooral belangrijk dat er naar ze geluisterd wordt en dat zij serieus genomen worden. Mijn ervaring is, dat dit meer gewaardeerd wordt, dan een paar europer uur meer. De continuïteit in de praktijk waarborgen, terwijl het tarief niet omhoog gaat, is een uitdaging. Ik heb het niet slecht, maar ik houd wel minder over. Ik begrijp echter ook de medewerkers kant heel goed. Waardering is heel belangrijk. Zij spannen zich ook in voor zaken die niet direct aansluiten bij hun kern takenpakket. Hier dienen ze ook op welke manier dan ook een beloning voor te ontvangen. Begrip over en weer is de eerste stap naar goede afspraken voor beide kanten.”
Ideale arbeidscontract
“Voor iedere praktijk en medewerker ziet het ‘ideale contract’ er anders uit. Zelf zie ik graag een combinatie van vast en variabel salaris terug, zodat je als praktijk daarin zelf de beste keuze kunt maken. Maar ook alles wat te maken heeft met salaris zoals vakantiedagen, opleidingen, maar ook een salarishuis. Dat heb je nu niet bij variabel salaris. Ik zou het fijn vinden als dit aan prestatie indicatoren vast zit. Dat vind ik eerlijker dan dat je er steeds weer automatisch iets bij krijgt, omdat je toevallig weer een jaartje extra werkt. Ik heb nu geen structuur/houvast wat ik dan kan bieden. Wat ik ook prettig zou vinden is dat er duidelijker voor werkgevers en werknemers in beeld wordt gebracht wat voordelen en nadelen zijn van verschillende beloningsstructuren. Dit geldt overigens niet alleen voor een fysiotherapeut, maar bijvoorbeeld ook voor secretariële ondersteuning, ook hier is geen CAO voor. Ik heb nu zelf gebenchmarkt met andere zorgdisciplines om te kijken wat ik het beste kan doen. Wij moeten hier toch zelf als beroepsgroep toe in staat zijn?”
Communicatie met de WVF
“De WVF is nog een jonge vereniging, die als het ware nog moet groeien. Ik vind deze interviews een hele goede eerste stap, omdat onze mening nu echt wordt gevraagd. Ik denk dat er zeker ruimte is voor inspraak, echter er mag van mij wel wat meer communicatie uitgaan. Ik ontvang graag nieuwsbrieven om op de hoogte gehouden te worden. Daar zijn ze nu recent mee gestart, wat ook een positieve stap is. Ik denk dat het bestuur welwillend is en dat zij veel voor werkgevers in de fysiotherapie kunnen betekenen als er maar genoeg vertrouwen is vanuit de beroepsgroep om ze deze kans te geven.”
Koppeling met KNGF
“Eerlijk gezegd vind ik het heel lastig of de koppeling met het KNGF wel of niet positief is voor de WVF. Waar ik voor wil waken is dat de WVF straks allemaal passieve leden heeft. Daar hebben wij als werkgevers niets aan. Je moet als werkgever gemotiveerd zijn om lid te worden en een bijdrage te leveren! Wat ik heel belangrijk vind, is dat de WVF wel zijn onafhankelijkheid behoud. Ik heb begrepen dat dit het geval is en ik zie ook in dat daadkracht ook belangrijk is om iets te bereiken. Deze twee redenen samen hebben mij toch doen besluiten om voor de koppeling te stemmen. We moeten er samen uitkomen, dat is ons gemeenschappelijk belang!”
Auteur: Kirsten Baane, FysioPromotor