Rotterdammers met diabetes of hart- en vaatziekten krijgen extra hulp om hun gezondsheidsklachten te lijf te gaan. Het medicijn: beweging. Met het dinsdag gelanceerde programma Bewegen naar Beter zijn huisartsen beter in staat om patiënten op weg te helpen naar een gezondere leefstijl.
Nederland telt bijna één miljoen mensen met diabetes of hart- en vaatziekten. Naar verwachting neemt het aantal mensen met deze chronische aandoeningen alleen maar toe. Voor Rotterdam is de schatting dat ruim 80.000 volwassenen in 2030 diabetes of hart- en vaatziekten hebben. Beide ziekten kunnen grote consequenties hebben voor de gezondheid, het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven. Ook economisch is de impact niet gering: de zorgkosten van beide ziekten bedroegen in 2011 bij elkaar bijna tien miljard euro.
IZER ondersteunt als zorggroep huisartsen bij het vergroten van de kwaliteit van hun zorg. “Wij zien dat de meerderheid van de mensen met diabetes of hart- en vaatziekten niet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen voldoet”, stelt Wilma Stolk, manager ketenzorg en kwaliteit bij IZER. “Dat is zonde, omdat vaststaat dat sporten en bewegen een effectieve manier is om de gezondheid van deze mensen aanzienlijk te verbeteren. Velen vinden het echter moeilijk om sporten in te passen in hun dagelijkse leven, ondanks herhaalde adviezen uit de huisartspraktijk.”
Centrale rol huisartsen
Om mensen met diabetes of hart- en vaatziekten meer in beweging te krijgen, ontwikkelde IZER samen met FysioHolland, MEE Rotterdam Rijnmond en Rotterdam Sportsupport Bewegen naar Beter. Binnen het programma hebben huisartsen en praktijkondersteuners een centrale rol. Zij beslissen of een patiënt in aanmerking komt voor deelname. Patiënten met een redelijke conditie en een grote mate van zelfstandigheid worden rechtstreeks doorverwezen naar geschikt sport- en beweegaanbod. Hiervoor zijn de Rotterdamse sport- en beweegmogelijkheden uitvoerig in kaart gebracht. Daarnaast daagt Rotterdam Sportsupport sportverenigingen uit om specifiek aanbod voor deze doelgroepen te organiseren.
Hulp van sportconsulent of fysiotherapeut
Voor patiënten die onvoldoende in staat zijn zelfstandig te beginnen met bewegen, kan een huisarts verwijzen naar een sportconsulent. Deze consulent biedt aanvullende ondersteuning om een patiënt te helpen naar geschikt sport- en beweegaanbod. Als dat nog een brug te ver is, biedt een fysiotherapeut uitkomst. Met een programma op maat wordt de patiënt geholpen zodat deze wél de stap kan zetten naar een reguliere sport. Stolk: “Bewegen naar Beter is daarmee geen nieuw, ingewikkeld programma. We maken zoveel mogelijk gebruik van de mogelijkheden die de sport- en zorgsector al bieden. De rol van de sportconsulent en fysiotherapeuten zorgen voor het extra zetje dat nodig is.”
Bewegen naar Beter is het gevolg van een succesvolle proef bij vier Rotterdamse huisartsenpraktijken. Twaalf van de zestien betrokken patiënten bleven sporten of bewegen nadat ze in de juiste richting waren gewezen. De ambitie is dat nog dit jaar enkele tientallen huisartspraktijken deelnemen aan Bewegen naar Beter.