Risico op knieartrose al vroeg te bepalen

255

Al op betrekkelijk jonge leeftijd is te zien of iemand met knieklachten een verhoogde kans heeft om later knieartrose te ontwikkelen. Onder meer mensen met een meniscusletsel of een gescheurde kruisband lopen risico, blijkt uit promotie-onderzoek van Kasper Huétink (Orthopaedie en Radiologie). Hij verwacht dat deze patiëntengroep zou kunnen profiteren van specifieke trainingstherapie.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

tkp apRond 1997 deden drie medische centra, waaronder het LUMC, onderzoek aan mensen met knieklachten. De vraag was of een kijkoperatie aanvullende informatie geeft als er een MRI-scan is gemaakt; MRI was in die tijd een nieuwe beeldvormingstechniek en men wist nog niet of een arts er genoeg aan had om een diagnose te stellen. Van de deelnemende mensen werd een groot aantal gegevens vastgelegd.

Risicofactoren

Tien jaar later wilde Kasper Huétink weten wie van de mensen van toen knieartrose had ontwikkeld en hoe dat samenhing met hun vroegere medische gegevens, oftewel: wat zijn risicofactoren? Huétink is thans deeltijdonderzoeker bij de afdeling Orthopaedie van het LUMC en daarnaast arts in het Spine & Joint Centre in Rotterdam. Artrose kan ontstaan op de overgang tussen twee botten in een gewricht, zoals de knie. Huétink: “Het kraakbeen dat de botuiteinden bekleedt is dan deels verdwenen en er is botwoekering.”
Uit de patiënten van weleer (indertijd gemiddeld 32 jaar) selecteerde hij de mensen die toen minimaal een maand pijnlijke of stijve knieën hadden, maar geen acute symptomen zoals een knie die op slot zat. “Op röntgenfoto’s en MRI was toen geen artrose te zien”, zegt hij.

MRI-beeld

Uit metingen tien jaar later blijkt dat veel van deze mensen (nu gemiddeld 42 jaar oud) op de MRI regelmatig artrotische afwijkingen hebben en dat hun knieën gemiddeld wat minder goed functioneren dan die van leeftijdgenoten. Maar er is geen directe relatie tussen het MRI-beeld en de klachten: zo zijn er mensen met veel kraakbeenverlies die toch geen pijn hebben en geen moeite met bewegen.

Meniscusoperatie

Veel mensen uit de groep hadden indertijd een scheur in een meniscus en waren daaraan geopereerd. “Bij een scheur hangt er een flapje los dat ergens tussen kan raken en problemen kan veroorzaken. Daarom haalt de arts het vaak weg. De resultaten uit ons onderzoek laten zien dat zo’n operatie het ontstaan van artrose op langere termijn niet voorkomt én dat de knie in het dagelijks leven niet veel beter functioneert; alleen op sportniveau laten sommige tests iets betere uitkomsten zien. De vraag is dus of zo’n meniscusoperatie altijd zinvol is. Er lopen momenteel grote klinische trials om dat te onderzoeken.”

Knieletsel

Een gescheurde kruisband en een gescheurde meniscus op jonge leeftijd blijken de kans op knieartrose later te verhogen. “Waarschijnlijk beschadigt het kraakbeen doordat mensen met zo’n letsel de knie anders gaan belasten”, zegt Huétink. “Ook jonge mensen die zwaar zijn lopen een verhoogd risico. Daarbij zal met name de grote belasting een rol spelen, maar mogelijk ook de afwijkende stofwisseling die met overgewicht gepaard gaat.”

Daarnaast doet de erfelijke aanleg ertoe. “Het kraakbeen wordt gedurende het leven onderhouden, zodat het gezond blijft. Maar er zijn bepaalde genetische variaties bekend waarmee dat onderhoud minder goed lukt, en in combinatie met knieletsel vergroot dat de kans dat er kraakbeen verdwijnt.”

Fysiotherapie

Deze risicofactoren waren bekend, maar nieuw is dat ze op jonge leeftijd al aantoonbaar zijn. Huétink raadt dan ook aan om jonge mensen met langdurige knieklachten op deze risicofactoren te beoordelen. Als ze een verhoogd risico lopen, dan kunnen bijvoorbeeld intensieve fysiotherapeutische trainingsprogramma’s helpen voorkómen dat artroseklachten het dagelijks functioneren ernstig gaan belemmeren, verwacht hij: “Goed bewegen zet zoden aan de dijk.”

Bron: LUMC