Onderzoekers vinden oorzaak artrose op moleculair niveau

Jeroen Leijten van Universiteit Twente promoveerde op 25 mei op zijn onderzoek naar de ontwikkeling van artrose. Door het onderzoek is het mogelijk om artrose in een vroeg stadium op te sporen. Artrose is een ernstige aandoening die 1.2 miljoen Nederlanders treft. De zorgkosten worden geraamd op 540 miljoen euro in Nederland.

Artrose is een aandoening die veel mensen treft. Vanwege de vergrijzing is de verwachting dat het aantal mensen in Nederland met artrose, nu geschat op 1.2 miljoen, met 50% toeneemt. Bij artrose wordt kraakbeen in gewrichten afgebroken. Wanneer veel kraakbeen is verdwenen, schuren de botten in het gewricht tegen elkaar aan. Dit is erg pijnlijk en vermindert de beweeglijkheid en flexibiliteit van het gewricht.

Op dit moment is artrose pas in een laat stadium vast te stellen. Dit heeft negatieve consequenties voor de behandeling. Uit het onderzoek van Jeroen Leijten blijkt dat drie stoffen in het gewricht bepalend zijn voor de ontwikkeling van artrose. Deze stoffen, GREM1, FRZB en DKK1, nemen bij de ontwikkeling van artrose af. Door vloeistof uit het gewricht te testen op de aanwezigheid van deze stoffen, is allicht een snelle detectie mogelijk. De onderzoekers van de vakgroep Developmental Bioengineering, waartoe ook Leijten behoort, verwachten dat artrose ook met een simpele bloedtest is vast te stellen. De onderzoeksresultaten zijn binnen enkele weken bekend.

Nu een vroege opsporing van de ziekte mogelijk is, kunnen patiënten eerder en beter behandeld worden. Op deze methode is inmiddels patent aangevraagd