Artsen van het UMC St Radboud en fysici van de Radboud Universiteit ontwikkelen gezamenlijk een blaastest voor kinderen en volwassenen met taaislijmziekte. De test heeft tot doel om bepaalde luchtweginfecties op te sporen. Het Astmafonds heeft voor dit project 250 duizend euro beschikbaar gesteld. Ook patiënten met andere aandoeningen kunnen er profijt van hebben.
Gevaarlijk
Taaislijmziekte (Cystic Fibrose, CF) is een ernstige erfelijke aandoening, die niet te genezen is. De behandeling bestaat voor een belangrijk deel uit het voorkòmen of zo snel mogelijk bestrijden van luchtweginfecties.
Twee gevaarlijke luchtweginfecties voor CF-patiënten worden veroorzaakt door een Pseudomonasbacterie en door een Aspergillusschimmel. Het is zaak om deze lastpakken bijtijds op te sporen, voordat ze zich blijvend in de longen nestelen, chronisch worden en ernstige allergieën en longschade aanrichten. Om een besmetting aan te tonen, moet slijm van de patiënt op kweek gezet worden. Niet iedere patiënt is goed in staat om slijm op te hoesten. Daar komt bij, dat de uitkomst van zo’n kweek meerdere dagen op zich laat wachten.
Uitgeademde lucht
Wat wél iedereen kan, is een beetje lucht in een pijpje blazen. Kinderlongarts dr. Peter Merkus van het UMC St Radboud, die veel kinderen met CF onder behandeling heeft, kwam op het idee dat uitgeademde lucht zou kunnen verraden welke micro-organismen er in de luchtwegen van de patiënt zitten. ‘Elk micro-organisme produceert een patroon van kenmerkende gassen. Die gassen komen in de uitgeademde lucht terecht. Als je kunt vaststellen welke gassen er in de adem van een patiënt zitten, kun je achterhalen welk micro-organisme z’n luchtwegen heeft geïnfecteerd.’
Minieme sporen
Merkus heeft van het Astmafonds 250 duizend euro subsidie gekregen om een blaastest te ontwikkelen, waarmee de specifieke gassen van de Pseudomonasbacterie en de Aspergillusschimmel opgespoord kunnen worden. Bij Pseudomonas gaat het met name om blauwzuurgas, bij de schimmel gaat het om meerdere kenmerkende gassen.
Merkus werkt nauw samen met dr. Frans Harren, hoofd van de Trace Gas Facility van het Institute for Molecules and Materials van de Radboud Universiteit Nijmegen. Diens wereldberoemde laboratorium beschikt over geavanceerde technieken om minieme sporen van zelfs de kleinste moleculen direct, dus zonder tijdverlies, in een luchtmonster aan te tonen. De Trace Gas Facility is uniek voor Europa en heeft zijn nut al bewezen in de voedselindustrie en de agrarische sector.
Betrouwbaar
De komende tijd gaan de deskundigen van het UMC St Radboud bepalen welke gassen zuivere kolonies van Pseudonomas en Aspergillus produceren. Daarbij zijn laboratoriumgeneeskundigen en medisch microbiologen betrokken. Ook moet onderzoek gedaan worden naar de samenstelling van gewone kamerlucht en van de adem van niet-besmette patiënten als referentiemateriaal. Dit alles is nodig om de blaastest zo betrouwbaar mogelijk te maken en te standaardiseren.
Het is de bedoeling dat er een patiëntvriendelijk en compact apparaat komt, waarbij de patiënt alleen maar in een pijpje hoeft te blazen en de arts de uitslag meteen kan aflezen. Liefst draagbaar, zodat de arts er zowel in de spreekkamer als bij het bed van de patiënt mee kan werken.
Niet alleen bij CF-patiënten, ook bij patiënten met een verminderde afweer, bijvoorbeeld na een kankerbehandeling of na een transplantatie, vormen deze twee micro-organismen een ernstig probleem. Ook voor hen is een betrouwbare, snelle en eenvoudige test dus van belang.
Als de basisopzet straks succesvol blijkt, biedt dat ook nog perspectief voor andere aandoeningen, bijvoorbeeld voor de screening van stofwisselingsziekten. Een verstoorde stofwisseling leidt tot andere afbraakproducten in de adem. Als daarvoor blaastesten kunnen worden ontwikkeld, kunnen de huidige kindonvriendelijke bloed- en spieronderzoeken wellicht de prullenbak in.
Bron: UMC St Radboud