Knie-instabiliteit extra risicofactor bij knie-artrose

37

Momenteel bestaat de behandeling van patiënten met knie-artrose voornamelijk uit het versterken van de spieren. De effectiviteit van spierversterkende therapie blijkt echter wisselend te zijn.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Martin van der Esch heeft in zijn promotieonderzoek ontdekt dat de knie-instabiliteit van de artrosepatiënt hiervan een oorzaak kan zijn. Door knie-artrose patiënten ook te onderzoeken op knie-instabiliteit en hiervoor gericht te behandelen kan de effectiviteit van de oefentherapie toenemen. Van der Esch promoveert op donderdag 10 januari aan VU medisch centrum.

Van der Esch onderzocht bij 150 patiënten die in het Jan van Breemen Instituut onder behandeling waren voor knie-artrose de mate van knie-instabiliteit. Voor het meten van deze knie-instabiliteit bestond nog geen vaststaand instrument. Van der Esch ontwikkelde hiervoor een methode die vier aspecten meeneemt. Zo keek hij naar de spierkracht van de bovenbeenspieren, de rekbaarheid (laxiteit) van de knie kapsels en banden, het bewegingsgevoel (proprioceptie) van de knie en de beweging van de knie tijdens het lopen.

Uiteindelijk vond van der Esch dat bij 150 patiënten deze vier aspecten een belangrijke rol spelen in het dagelijks functioneren. Bij 11% van de patiënten was er zelfs sprake van een extreme instabiliteit. Op dit moment vindt vervolgonderzoek plaats naar de juiste behandeling voor de knie-instabiliteit naast de gebruikelijke spierversterkende therapie.

Bron: Pharma//Insite