De Arbeidsinspectie controleert tot februari volgend jaar bij ruim duizend kappers of werknemers voldoende worden beschermd tegen lichamelijke overbelasting en chemische stoffen. De inspecteurs willen vooral weten of werknemers met de juiste materialen werken, zoals in hoogte verstelbare stoelen of scharen met betere ondersteuning voor vingers. Die zijn in steeds meer bedrijven wel aanwezig, maar worden niet altijd gebruikt door de werknemers.
Met de controles wil de Arbeidsinspectie de kappersbranche aanzetten tot meer maatregelen om rsi-klachten en rugklachten te voorkomen. Ruim een derde van de werknemers had daar vorig jaar last van door te werken in slechte, gebogen houdingen of steeds dezelfde knipbewegingen te maken. Een vijfde van de kappers heeft een vorm van huideczeem. Huidallergieën en irritaties aan luchtwegen zijn belangrijke veroorzakers van ziekteverzuim onder kappers. Datzelfde geldt voor klachten aan armen, polsen, nek, schouders en rug.
Het onderzoek besteedt speciaal aandacht aan de kappersopleidingen. Toekomstige werknemers leren hier het belang van hulpmiddelen, een gezonde werkhouding en minder belastende kniptechnieken. Ook is er aandacht voor black hair-kappers: specialisten in het knippen en behandelen van kroeshaar. Zij gebruiken verhoudingsgewijs veel ongezonde haarcosmetica, zoals sterke ontkroesers, hairstraighteners of verf. Verder lopen kinderkappers meer kans op lichamelijke overbelasting. Ze staan vaak in slechte en ongezonde houdingen omdat veel kinderstoelen de vorm hebben van een speelobject en daarom niet ergonomisch verantwoord zijn.
De branche heeft zelf beleidsregels voor gezond werken in de kappersbranche geformuleerd. Die bevatten afspraken over het gebruik van hulpmiddelen en maatregelen om uitval als gevolg van ziekte terug te dringen. Voorbeelden daarvan zijn: toepassen van betere kniptechnieken, gebruik van goede pompstoelen, vermijden van slechte haarlak en vaker dragen van beschermende handschoenen. De Arbeidsinspectie heeft met een speciale brochure de hele branche hierover geïnformeerd.
Bron: MinSZW