Ook fysio- en oefentherapeutische behandelingen kunnen op termijn per aandoening/functieprobleem opgenomen worden in het basispakket. Voordat dat mogelijk is, moet er wel aan twee voorwaarden zijn voldaan. Eerst moeten zorgaanbieders en patiëntenorganisaties gezamenlijk per functieprobleem bepalen wat goede fysio- en oefentherapeutische zorg is. Daarna moet het Zorginstituut beoordelen of deze zorg effectief is en voldoet aan de andere criteria voor toelating tot het basispakket. Dat adviseert het Zorginstituut in het rapport Systeemadvies fysio- en oefentherapie. Een nieuwe balans tussen de toegang tot en de betaalbaarheid van goede zorg.
Verzoek minister
Minister Schippers van VWS heeft het Zorginstituut gevraagd te onderzoeken of fysio- en oefentherapie op een andere manier in het basispakket opgenomen kunnen worden dan op de beperkte manier waarop dat nu het geval is. Om te bepalen of dit mogelijk is, adviseert het Zorginstituut om een ‘overgangstraject’ te starten en te evalueren.
Overgangstraject: goede fysio- en oefentherapie beschrijven en toetsen aan pakketcriteria
Fysio- en oefentherapeutische zorg die van goede kwaliteit is en die werkt, kan volgens het Zorginstituut in de nieuwe situatie onderdeel zijn van het basispakket. Daarom adviseert het Zorginstituut dat zorgaanbieders en patiëntenorganisaties tijdens het overgangstraject vanuit het perspectief van de patiënt per functieprobleem in kwaliteitsstandaarden beschrijven en onderbouwen wat goede fysio- en oefentherapeutische zorg is. Daarnaast moeten zij informatiestandaarden en meetinstrumenten voor de kwaliteit van zorg ontwikkelen en afspraken maken over de implementatie en borging daarvan.
Om zorgaanbieders en patiëntenorganisaties in staat te stellen deze rol in het overgangstraject te kunnen vervullen, adviseert het Zorginstituut ook om:
- met de betrokken partijen na te gaan of er aanvullende maatregelen nodig zijn;
- onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van fysio- en oefentherapeutische behandelingen te prioriteren binnen bestaande onderzoeksprogramma’s of hiervoor extra middelen beschikbaar te stellen.
Wanneer een kwaliteitsstandaard gereed is, kan het Zorginstituut vervolgens toetsen of de behandeling in het basispakket kan worden opgenomen. Deze toetsing gebeurt aan de hand van de vier ‘pakketcriteria’ van het Zorginstituut: noodzakelijkheid, effectiviteit, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid. Bij een positief oordeel kan het Zorginstituut aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport adviseren om de in de kwaliteitsstandaard beschreven goede zorg in het basispakket op te nemen. Op deze manier kunnen steeds meer effectieve fysio- en oefentherapische behandelingen deel gaan uitmaken van het basispakket.
Een deel van de huidige knelpunten vloeit (mede) voort uit de huidige bekostiging per zitting van fysio- en oefentherapie. Dat kan leiden tot een verkeerde prikkel: hoe meer zittingen worden gegeven en gedeclareerd, hoe groter de omzet van de fysio- of oefentherapeut is. Daarom adviseert het Zorginstituut als laatste onderdeel van het overgangstraject om de Nederlandse Zorgautoriteit te vragen samen met de zorgaanbieders, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars te onderzoeken welke andere bekostigingsmogelijkheden passend en haalbaar zijn, en die in de praktijk te testen.
Tijdens het overgangstraject zal het Zorginstituut ook een evaluatieonderzoek uitvoeren. Dit onderzoek moet in beeld brengen wat de gevolgen zijn van de instroom van fysio- en oefentherapie in het basispakket voor het gebruik en de kosten.
Vervolgadvies van het Zorginstituut
Op basis van de uitkomsten van het evaluatie-onderzoek, de resultaten van de praktijktest met een andere wijze van bekostiging en een nieuwe budgetimpactanalyse brengt het Zorginstituut een vervolgadvies uit. Hierin geeft het Zorginstituut aan of de overstap naar een open omschrijving van de te verzekeren prestatie fysio- en oefentherapie (het toekomstscenario) kan worden gezet.
De termijn waarop dit vervolgadvies verschijnt, is afhankelijk de snelheid waarmee de kwaliteitstandaarden tot stand komen en mate waarin de (kosten)effectiviteit van de in die standaarden beschreven goede zorg is aangetoond.
Huidige aanspraak leidt tot knelpunten
Fysio- en oefentherapie worden op dit moment alleen uit het basispakket vergoed voor een beperkt aantal chronische aandoeningen. Daarbij geldt voor volwassenen dat zij de eerste 20 behandelingen zelf moeten betalen. Deze beperkingen leiden in de praktijk tot een aantal knelpunten, bijvoorbeeld uitwijken naar duurdere vormen van zorg (onder meer operaties en ziekenhuisopnamen) en uitstellen of zelfs afzien van zorg. Daarom heeft minister Schippers van VWS aan het Zorginstituut gevraagd om te onderzoeken of fysio- en oefentherapie op een andere manier dan nu het geval is in het basispakket opgenomen kunnen worden.