VOTE klaagt ziektekostenverzekeraars en Achmea aan bij Nma

36

Negen fysiotherapeuten, verenigd in de actiegroep VOTE, dienen op 24 januari een klacht in bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) tegen de ziektekostenverzekeraars in Nederland en een aparte klacht tegen Achmea.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

VOTE beschuldigt de zorgverzekeraars van misbruik van hun economische machtspositie en van afgestemd gedrag. Achmea wordt in een aparte klacht beschuldigd van handelen in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid bij het afsluiten van contracten met individuele fysiotherapeuten. VOTE vertegenwoordigt de mening van minstens 50% van de 14.000 fysiotherapeuten in Nederland, zoals meerdere malen is gebleken tijdens ledenvergaderingen van branche-organisatie KNGF.

De klachten die VOTE nu bij de Nma indient tegen de ziektekostenverzekeraars en Achmea zijn het directe gevolg van de pogingen van Minister Hoogervorst en het KNGF om de vrije marktwerking zo snel mogelijk in de fysiotherapie in te voeren. Hoewel meer dan de helft van de Nederlandse fysiotherapeuten hun branche-organisatie KNGF bij herhaling duidelijk hebben gewezen op de risico’s van een snelle invoering van vrije marktwerking, blijkt het KNGF niet bereid of in staat de belangen van haar leden bij het afsluiten van contracten met ziektekostenverzekeraars op een adequate manier te behartigen. Weliswaar erkende KNGF-voorzitter Bas Eenhoorn in eerdere publicaties de gerezen problemen, maar hij deed dat pas nadat de berichten in de media verschenen. Toen zijn leden hem vele maanden voor de geplande invoerdatum van vrije marktwerking wezen op de risico’s en de te verwachten handelwijze van ziektekostenverzekeraars legde hij die waarschuwingen naast zich neer. Daarbij komt dat Eenhoorn namens de KNGF in politieke kringen stelselmatig heeft geventileerd dat bijna al zijn leden het eens zouden zijn met invoering van de vrije marktwerking, terwijl hij wist dat zeker de helft van zijn leden grote problemen voorzag.

De nu gerezen en door VOTE voorspelde- problemen betreffen de contracten die ziektekostenverzekeraars en masse aan de fysiotherapeuten voorleggen. Deze contracten bieden een tarief dat ver beneden de kostprijs van een behandeling ligt. Een onderzoek van VWS, Ziektekostenverzekeraars Nederland en het KNGF in 2001 gaf al aan dat het tarief zoals vastgesteld door de Commissie Tarieven Gezondheidszorg, 50% te laag was. De uitkomst van dit onderzoek werd door geen van de partijen bestreden.
Gezien het feit dat in elke regio altijd één zorgverzekeraar de meeste patienten vertegenwoordigt, zou het niet tekenen van een contract met die verzekeraar een groot omzetrisico voor fysiotherapeuten betekenen. De verzekeraars vergoeden de behandeling bij een fysiotherapeut die geen contract getekend heeft maar ten dele of zelfs helemaal niet. Fysiotherapeuten zijn dus bijna gedwongen om een contract te tekenen dat hen dwingt tot het werken beneden kostprijs. Ook patienten worden de dupe, omdat zij hun keuzevrijheid kwijt raken of de behandeling helemaal of ten dele zelf moeten betalen. En dat terwijl een groot aantal verzekeraars overal meldt dat hun vergoeding voor fysiotherapie 100% bedraagt.
Naast een overheersende verzekeringsmaatschappij zijn in één regio ook alle andere ziektekostenverzekeraars met minder verzekerden actief. Dit zou betekenen dat fysiotherapeuten met alle ziektekostenverzekeraars in hun regio een apart contract zouden moeten afsluiten, terwijl elk contract weer andere eisen aan de bedrijfsvoering van de fysiotherapeut stelt. Die verschillende eisen aan de bedrijfsvoering staan overigens naast een opvallende eensgezindheid over het geboden tarief in alle contracten van ziektekostenverzekeraars.

De ziektekostenverzekeraars wensen niet te onderhandelen over de geboden contracten. Zij zetten de fysiotherapeuten daarmee met de rug tegen de muur en tonen zich ongevoelig voor de gevolgen die dat heeft voor hun verzekerden. Dit is naar de mening van VOTE misbruik van de economische machtspositie, hetgeen in strijd is met de Mededingingswet. Daarbij komt dat de ziektekostenverzekeraars in de aangeboden contracten allemaal nagenoeg hetzelfde tarief vaststellen, hetgeen een duidelijk bewijs is van afgestemd gedrag.
Achmea tenslotte, wordt naast bovenstaande overtredingen van de Mededingingswet ook nog aangeklaagd vanwege het feit dat zij weigert om huisbezoeken van fysiotherapeuten te vergoeden, hetgeen in strijd is met de eisen van redelijkheid en billijkheid. En dat terwijl Achmea overal reclame maakt met een een vergoeding van 100% voor fysiotherapie.

Bron: VOTE

Lees hieronder de 2 brieven

Arnhem, 24 januari 2005

Nederlandse Mededingingsautoriteit
t.a.v. de directeur-generaal
Postbus 16326
2500 BH Den Haag

Geachte heer, mevrouw,

Met deze brief vragen wij als fysiotherapeuten werkzaam in de eerstelijn, u op te treden tegen het gedrag van de ziektekostenverzekeraar Achmea. Onze klacht over het gedrag van deze ziektekostenverzekeraar is de volgende:
• Achmea misbruikt haar economische machtspositie om de fysiotherapeut een contract op te leggen in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid.

De economische machtspositie van Achmea
De relevante markt voor een fysiotherapeut is lokaal. De ziektekostenverzekeraars hebben op deze relevante markt een economische machtspositie door de historie van regionaal werkende ziekenfondsen. Elke praktijk heeft één ziektekostenverzekeraar waarbij 50 tot 70 % van haar patiëntenbestand verzekerd is. Dat maakt het voor een fysiotherapeut onmogelijk om een contract met deze ziektekostenverzekeraar niet te tekenen.

Achmea betrekt in haar contract de behandelingen die onder de Hoofdverzekering vallen, de behandelingen in de Aanvullende Verzekering en de behandeling van Particulier verzekerden. Daardoor wordt het ook voor fysiotherapeuten buiten het kerngebied van Achmea moeilijk geen contract te tekenen.

Naar verwachting wordt binnenkort een Algemene Maatregel van Bestuur aangenomen die de verplichting tot restitutie van een deel van de behandelkosten vastlegt, wanneer de verzekerde kiest voor een niet-gecontracteerde zorgverlener. Deze maatregel laat de economische machtspositie van verzekeraars onaangetast.

De ziektekostenverzekeraars mogen zelf het niveau van restitutie vaststellen. De ziektekostenverzekeraars maken het verschil in de vergoeding tussen het in natura systeem en het restitutie systeem in de aangeboden contracten zo groot dat de drempel te hoog is voor een verzekerde om te kiezen voor een niet-gecontracteerde zorgverlener. Kiezen voor het niet tekenen van een contract en daarmee voor de mogelijkheid zelf een tarief vast te stellen is in deze situatie geen reële mogelijkheid. Het verschil tussen de restitutie tarieven en de in natura tarieven die door de verzekeraars vastgesteld zijn, leidt al tot een substantiële eigen bijdrage voor de patient. Wanneer de fysiotherapeut een eigen tarief vaststelt hoger dan het in natura tarief wordt dit verschil zo groot dat de fysiotherapeut geen enkele concurrentiepositie meer heeft.

Daarbij geldt de verplichting voor de verzekeraars om de mogelijkheid tot restitutie te bieden alleen voor de Hoofdverzekering. Daarin valt nog slechts gemiddeld 20% van de behandelingen fysiotherapie. De overige behandelingen vallen onder de Aanvullende Verzekering en de Particuliere verzekeringen en daarvoor geldt de verplichting tot restitutie niet.

Misbruik van economische machtspositie door Achmea
Achmea misbruikt haar economische machtspositie om fysiotherapeuten een contract op te leggen in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Achmea verplicht in haar contract de fysiotherapeut bepaalde verrichtingen “om niet” uit te voeren. Het gaat hierbij om het bezoek aan huis en het bezoek van een patiént in een instelling. De tarieven voor deze prestaties worden door Achmea in haar contract op 0 gezet. De fysiotherapeut krijgt alleen de behandeling als zodanig vergoed. De fysiotherapeut wordt in het contract wel verplicht de behandeling bij de patient thuis uit te voeren wanneer dat medisch noodzakelijk is. De extra tijd die het bezoeken van de patient aan thuis dan wel in een instelling kost, vergoedt Achmea niet.

Het CTG/Zaio heeft voor deze verrichtingen wel een prestatiebeschrijving vastgesteld. Tot op heden werd door elke verzekering een toeslag aan huis vergoed. De toeslag bedraagt ongeveer de helft van het tarief voor een behandeling in de praktijk. Ook met ingang van de nieuwe contracten handhaven alle verzekeraars hun toeslag voor aan huis behandelingen met uitzondering van Achmea. Het tarief voor de zitting in de praktijk van de overige verzekeraars wijkt niet of nagenoeg niet af van dat van Achmea. De hoogte van het tarief dat Achmea biedt, is daarmee geen verklaring voor het niet betalen van een toeslag voor behandeling aan huis of in een instelling.

De inhoud van het contract dat Achmea aanbiedt, is ook verder niet evenwichtig; de inhoud beperkt zich voornamelijk tot de verplichtingen van de fysiotherapeut. De eisen die aan de fysiotherapeut gesteld worden, staan niet in een redelijke verhouding tot het geboden tarief.

Achmea biedt een tarief van € 24,50. Dit tarief is niet kostendekkend. Onderzoek in 2001 in opdracht van het ministerie van VWS, Ziektekostenverzekeraars Nederland en het KNGF, uitgevoerd door Deloitte, Touche en Bakkenist heeft al aangetoond dat het door de CTG vastgestelde tarief 50% te laag is (Onderzoek naar de tijdsbesteding en het inkomen van de vrijgevestigde fysiotherapeut, 2001). De conclusies van het onderzoek zijn door geen der partijen ter discussie gesteld. Het tarief is na 2001 niet verhoogd omdat de minister geen budget had. Het laatst vastgestelde tarief is € 21,50. Op basis van dit onderzoek zou het tarief nu minimaal € 32,25 moeten bedragen. In feite zou het nog hoger moeten zijn omdat in het tarief van 2004 een efficiencykorting van 1,6% verwerkt is en er geen inflatiecorrectie voor 2005 heeft plaatsgevonden. Ook verhoging van de premies voor de Arbeidsongeschiktsheidsverzekeringen na 2001 zijn niet in het tarief gecompenseerd.
Wanneer een ziektekostenverzekeraar met een economische machtspositie de zorgverlener een contract voorlegt dat de zorgverlener noodzaakt onder de kostprijs te werken, misbruikt de zorgverzekeraar zijn ecomomische machtspositie.
Het feit dat het tarief voor een zitting in de praktijk al niet kostendekkend is, maakt het des te onredelijker dat Achmea de fysiotherapeut in haar contract wel verplicht behandelingen aan huis uit te voeren, maar de toeslag daarvoor op 0 zet.

Gevolgen van het gedrag van Achmea voor de klagers
Het tarief dat Achmea biedt, dwingt ons voor alle behandelingen onder de kostrpijs te werken. Het dwingt ons daarbij nog een aantal verrichtingen gratis te doen: het aan huis bezoeken van een patient dan wel het in een instelling bezoeken van een patient. Dit is in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Door een dergelijk contract op te leggen, maakt Achmea misbruik van haar economische machtspositie.

Wij wachten uw reactie met belangstelling af. Gezien de urgentie van de situatie hopen wij op korte termijn een reactie van u te ontvangen.

Met vriendelijke groet,

Drs. C.L.J. Bouten, namens
N.J. Boot, Nunspeet
C.L.J. Bouten, Arnhem
L.M. Deusing, Kats
D.W. Gesink, Ouderkerk aan de Amstel
M. Hoogland-van Zijl, Arnhem
F.P.A.J. Klomp, Bemmel
R.G. Kok, Zeist
R. van Pommeren, Arnhem
W.W. Schutte ‘s Gravesande

Bijlagen:
1. Onderzoek naar de tijdsbesteding en het inkomen van de vrijgevestigde fysiotherapeut, 2001
2. contract Achmea
3. tariefslijst ziektekostenverzekeraars
4. berichten waarin Achmea stelt niet te willen onderhandelen


Nederlandse Mededingingsautoriteit
t.a.v. de directeur-generaal
Postbus 16326
2500 BH Den Haag

Geachte heer, mevrouw,

Met deze brief vragen wij als fysiotherapeuten werkzaam in de eerstelijn, u op te treden tegen het gedrag van de ziektekostenverzekeraars in Nederland. Onze klacht over het gedrag van de ziektekostenverzekeraars omvat twee aspecten:

de ziektekostenverzekeraars misbruiken hun economische machtspositie.
de ziektekostenverzekeraars vertonen afgestemd gedrag in de tarieven die zij fysiotherapeuten aanbieden voor hun diensten.
Hieronder volgt de onderbouwing van deze klachten.

De economische machtspositie van ziektekostenverzekeraars
De relevante markt voor een fysiotherapeut is lokaal. De ziektekostenverzekeraars hebben op deze relevante markt een economische machtspositie door de historie van regionaal werkende ziekenfondsen. Elke praktijk heeft één ziektekostenverzekeraar waarbij 50 tot 70 % van haar patiëntenbestand verzekerd is. Dat maakt het voor een fysiotherapeut onmogelijk om een contract met deze ziektekostenverzekeraar niet te tekenen. Veel ziektekostenverzekeraars nemen met ingang van 2005 ook de zorg aan particulier verzekerden in hun contract op.

Daarmee maken de ziektekostenverzekeraars de noodzaak om een contract te tekenen voor de zorgverleners nog groter.

Naar verwachting wordt binnenkort een Algemene Maatregel van Bestuur aangenomen die de verplichting tot restitutie van een deel van de behandelkosten vastlegt, wanneer de verzekerde kiest voor een niet-gecontracteerde zorgverlener. Deze maatregel laat de economische machtspositie van verzekeraars onaangetast.

De ziektekostenverzekeraars mogen zelf het niveau van restitutie vaststellen. De ziektekostenverzekeraars maken het verschil in de vergoeding tussen het in natura systeem en het restitutie systeem in de aangeboden contracten zo groot dat de drempel te hoog is voor een verzekerde om te kiezen voor een niet-gecontracteerde zorgverlener. Kiezen voor het niet tekenen van een contract en daarmee voor de mogelijkheid zelf een tarief vast te stellen is in deze situatie geen reële mogelijkheid. Het verschil tussen de restitutie tarieven en de in natura tarieven die door de verzekeraars vastgesteld zijn, leidt al tot een substantiële eigen bijdrage voor de patient. Wanneer de fysiotherapeut een eigen tarief vaststelt hoger dan het in natura tarief wordt dit verschil zo groot dat de fysiotherapeut geen enkele concurrentiepositie meer heeft.

Daarbij geldt de verplichting voor de verzekeraars om de mogelijkheid tot restitutie te bieden alleen voor de Hoofdverzekering. Daarin valt nog slechts gemiddeld 20% van de behandelingen fysiotherapie. De overige behandelingen vallen onder de Aanvullende Verzekering en de particuliere verzekeringen en daarvoor geldt de verplichting tot restitutie niet.

Misbruik van economische machtspositie door ziektekostenverzekeraars
De ziektekostenverzekeraars misbruiken hun economische machtspositie om fysiotherapeuten omvangrijke contracten op te leggen waarin de praktijkvoering tot in detail geregeld wordt. Met ingang van 2005 nemen veel verzekeraars ook de zorg aan particulier verzekerden in hun contracten op. Hierdoor ontstaat voor de fysiotherapeuten een onmogelijke werksituatie en worden zij gedwongen om onder de kostprijs te werken. De onderhandelingsmarge die de ziektekostenverzekeraars de zorgverleners bieden, is: zegt u maar JA of NEE.

De inhoud van de contracten is gebaseerd op de contracten uit de tijd dat de zorgverlener met slechts één zorgverzekeraar een contract af hoefde te sluiten. Het tekenen van meerdere uitgebreide contracten met verschillende afspraken voor verschillende verzekeraars leidt voor een zorgverlener in de eerste lijn tot een onwerkbare situatie. De keuze om dan alleen het contract met de grootste verzekeraar uit de regio te tekenen is geen reële oplossing. Dat leidt tot een omzetverlies van 30 tot 50%.

De inhoud van de contracten is niet evenwichtig; deze beperkt zich voornamelijk tot de verplichtingen van de fysiotherapeut. De eisen die aan de fysiotherapeut gesteld worden, staan niet in een redelijke verhouding tot het geboden tarief. Mede door de omvang van de aan de fysiotherapeut opgelegde eisen en verplichtingen is het tarief niet kostendekkend. Wanneer een ziektekostenverzekeraar met een economische machtspositie de zorgverlener een contract voorlegt dat de zorgverlener noodzaakt onder de kostprijs te werken, misbruikt de zorgverzekeraar zijn economische machtspositie.

Afgestemd gedrag van ziektekostenverzekeraars
De ziektekostenverzekeraars vertonen afgestemd gedrag in de tarieven die zij aanbieden. De tarieven die ziektekostenverzekeraars nu aanbieden voor een zitting fysiotherapie variëren van € 23,50 tot € 24,50. De spreiding van de aangeboden tarieven is bijzonder klein en de aangeboden tarieven zijn niet gebaseerd op een reële kostprijs. Dat roept de verdenking van afgestemd gedrag op.

Wanneer er sprake zou zijn van een kostendekkend tarief, zou men kunnen veronderstellen dat de ziektekostenverzekeraars hun rekenwerk goed gedaan hebben. Van een kostendekkend tarief is echter geen sprake. De reële kostprijs voor een behandeling fysiotherapie ligt tussen de € 28,= en de € 38,=.

Onderzoek in 2001 in opdracht van het ministerie van VWS, Ziektekostenverzekeraars
Nederland en het KNGF, uitgevoerd door Deloitte, Touche en Bakkenist heeft aangetoond dat het door de CTG vastgestelde tarief 50% te laag is (Onderzoek naar de tijdsbesteding en het inkomen van de vrijgevestigde fysiotherapeut, 2001). De conclusies van het onderzoek zijn door geen der partijen ter discussie gesteld. Het tarief is na 2001 niet verhoogd omdat de minister geen budget had. Het laatst vastgestelde tarief is € 21,50. Op basis van dit onderzoek zou het tarief nu minimaal € 32,25 moeten bedragen. In feite zou het nog hoger moeten zijn omdat in het tarief van 2004 een efficiencykorting van 1,6% verwerkt is en er geen inflatiecorrectie voor 2005 heeft plaatsgevonden. Ook verhoging van de premies voor de Arbeidsongeschiktsheidsverzekeringen na 2001 zijn niet in het tarief gecompenseerd.

Gevolgen van het gedrag van de ziektekostenverzekeraars voor de klagers
Het gedrag van de ziektekostenverzekeraars dwingt ons als fysiotherapeuten werkzaam in de eerste lijn tot het tekenen van een veelheid aan omvangrijke contracten waardoor een efficiënte praktijvoering onmogelijk wordt.

De tarieven die in de contracten aangeboden worden, dwingen ons onder de kostprijs te werken.

Kiezen voor het niet tekenen van een contract en daarmee voor de mogelijkheid zelf een tarief vast te stellen is geen reële mogelijkheid. De fysiotherapeut heeft in dat geval geen reële concurrentiepositie meer doordat:

Het verschil tussen de restitutie tarieven en de in natura tarieven die door de verzekeraars vastgesteld zijn, leidt tot een substantiële eigen bijdrage voor de patient bij een keuze voor een niet gecontracteerde zorgverlener. Wanneer de fysiotherapeut een eigen tarief vaststelt hoger dan het in natura tarief van de verzekeraar wordt dit verschil nog groter.
De verplichting tot restitutie geldt alleen voor de Hoofdverzekering en daarin valt nog slechts gemiddeld 20% van de verrichtingen fysiotherapie. Voor de overige verrichtingen is de verzekeraar niet verplicht een vergoeding te betalen wanneer de verzekerde kiest voor een niet-gecontracteerde zorgverlener. De meeste verzekeraars hebben in hun contract opgenomen dat ze de zorg van niet-gecontracteerde zorgverleners niet vergoeden. De meeste verzekeraars zijn er daarbij toe overgegaan in hun contracten ook de particulier verzekerden op te nemen. Tot 2005 was daarvan geen sprake. Daarmee wordt de keuzevrijheid van zorgverlener om al dan niet een contract te tekenen verder belemmerd. Voor de particulier verzekerde betekent dit een beperking van haar/zijn keuzevrijheid.

Wij wachten uw reactie met belangstelling af. Gezien de urgentie van de situatie hopen wij op korte termijn een reactie van u te ontvangen.

Met vriendelijke groet,

Drs. C.L.J. Bouten, namens

N.J. Boot, Nunspeet
C.L.J. Bouten, Arnhem
L.M. Deusing, Kats
D.W. Gesink, Ouderkerk aan de Amstel
M. Hoogland-van Zijl, Arnhem
F.P.A.J. Klomp, Bemmel
R.G. Kok, Zeist
R. van Pommeren, Arnhem
W.W. Schutte ‘s Gravesande

Bijlagen:

Onderzoek naar de tijdsbesteding en het inkomen van de vrijgevestigde fysiotherapeut, 2001
tariefslijst ziektekostenverzekeraars
contracten ziektekostenverzekeraars
brieven waarin ziektekostenverzekeraars stellen niet te willen onderhandelen

3 REACTIES

  1. Heel goed initiatief van VOTE(zoals vaak). Het KNGF kan moeilijk haar eigen disfunctioneren aan de kaak stellen. Maar voor wie werkt het KNGF nu eigenlijk? In onze praktijk betalen we met ons allen zo’n 3000euro aan lidmaatschapsgeld, maar we krijgen weinig waar voor ons geld…

  2. einedelijk, en ze doen ook wat ze zeggen. Ik was al voor VOTE opd eBLV, en ook daarna, helaas met te weinig.
    Dus misschien toch maar een afsplitising vormen van het KNGF

    An.

Reacties zijn gesloten.