Eergisteren werd bekend dat zorgverzekeraar VGZ een no-claim voor de aanvullende polis introduceert. De korting geldt onder andere voor fysiotherapie. Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) vindt dit een verkeerde prikkel. Uitstellen van fysiotherapiebehandeling heeft grote nadelen voor de gezondheid en leidt tot financiële schade. Uit recent onderzoek blijkt juist dat vroegtijdige inzet van fysiotherapie gezondheidswinst oplevert en daarmee ook aanzienlijke kosten bespaart. Door fysiotherapie nu onder een no-claim regeling te laten vallen, stimuleert VGZ mensen om uit te wijken naar duurdere vormen van zorg waarvoor die no-claim niet geldt.
Opbrengst fysiotherapie
Eke Zijlstra, bestuursvoorzitter KNGF: “Wij zijn een grote voorstander van doelmatige zorg, maar zorgverzekeraar VGZ slaat nu de plank mis. De feiten spreken voor zich. Miljoenen mensen kampen met een aandoening waarbij fysiotherapie helpt. Fysiotherapie is bewezen kosteneffectief en voorkomt duurdere zorg. Juist in deze tijd van stijgende zorgkosten, biedt fysiotherapie kansen om te besparen. Deze opbrengst moeten we verzilveren en de invoering van de no-claim regeling in de aanvullende verzekering werkt dus averechts”, aldus Zijlstra.
“Naast de besparing van kosten is er ook een grote gezondheidswinst door fysiotherapie. Patiënten voelen zich beter, zijn mobieler, beter zelfredzaam en nemen actief deel aan de maatschappij. Daarnaast zijn er minder consulten bij de huisarts nodig, minder medicijnen en minder opnames in ziekenhuis of revalidatiecentra. Bovendien neemt de arbeidsongeschiktheid af en is er sprake van hogere arbeidsproductiviteit”, aldus de bestuursvoorzitter. Onnodige dure zorg wordt dus voorkomen. De fysiotherapeut levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de efficiëntie van de gezondheidszorg. Dit is de afgelopen jaren ook gebleken, met name sinds de patiënt directe toegankelijkheid heeft tot de fysiotherapeut.
Bron: KNGF
De beslissing van het KNGF-bestuur om de fysiotherapie naar de aanvullende verzekering te (laten) verhuizen in ruil voor ‘vrije’ tarieven begint zich steeds meer tegen de fysiotherapie te keren.
Een strategie die naar mijn mening veel beter werkt is de volgende:
* Fysiotherapie op verwijzing van een arts terug in de basisverzekering.
* Inruilen van het tijd- en geldrovende kwaliteitssysteem (incl. Kwalify) voor een bonus-malussysteem gebaseerd op meting van de klachtenontwikkeling en de patiënttevredenheid. (Dit heet in de politiek tegenwoordig uitkomstfinanciering, waar zo’n beetje de hele Tweede Kamer uitgesproken voorstander van is.) Het inruilen kan via een overgangsregeling gaan waarin recent behaald credentiepunten hun waarde blijven behouden.
* Tezamen met vertegenwoordigers van ander (para)medische beroepsgroepen druk uitoefenen op de politiek dat men de zorgverzekeraars laat opgaan in één, publieke zorgverzekeraar.
* De voor het bonus-malussysteem benodigde vaste tarieven aanpassen aan de lokale grondprijzen en laten meestijgen met de loonontwikkelingen. En uiteraard een fair uitgangstarief.
Deze zaken zorgen voor veel minder secundaire en tertiaire werkzaamheden, waardoor het feitelijk uurinkomen op peil komt of blijft. Ook is het een sterke stimulans voor hoogkwalitatieve fysiotherapie en biedt het maximale transparantie. Tot slot garandeert het de toegankelijkheid van medisch noodzakelijke fysiotherapie voor de lage inkomens.
Ik vrees inderdaad ook dat tezamen met het selectief contracteren dit een logische oogst is bij onze eigen initiatieven. Maar wat we hebben gecreeerd kunnen we wellicht ook weer keren. Ik kan je voorgestelde stappen volgen, maar haak symbolisch af bij het voorstel om gezamenlijk druk uit te oefenen op de politiek. Wij ontberen daarvoor binnen onze eigen beroepsgroep al de benodigde cohesie, laat staan dat we dit in samenwerking met andere disciplines kunnen. Verder meen ik dat het idee van een verminderde concurrentie onder de verzekeraars niet in vruchtbare grond zal vallen.
@ Anoniem:
“Ik kan je voorgestelde stappen volgen, maar haak symbolisch af bij het voorstel om gezamenlijk druk uit te oefenen op de politiek. Wij ontberen daarvoor binnen onze eigen beroepsgroep al de benodigde cohesie, laat staan dat we dit in samenwerking met andere disciplines kunnen.”
FC: Alle zorgaanbieders hebben last van het moeten dealen met een hele serie zorgverzekeraars, wat in veel aspecten negatief doorwerkt (w.o. verschillende kwaliteitseisen). Dat maakt het tamelijk makkelijk om er een front mee te vormen.
“Verder meen ik dat het idee van een verminderde concurrentie onder de verzekeraars niet in vruchtbare grond zal vallen.”
FC: Ik nodig je graag uit de verdere argumenten daarvoor te bekijken, waarvoor ik gemakshalve verwijs naar http://www.gezondezorg.org/een-zorgverzekeraar.php.