Verwijzingen naar fysiotherapie en oefentherapie in 2002 – 2008

63

Sinds enkele jaren publiceert het Landelijk InformatieNetwerk Huisartsenzorg (LINH) op haar website gegevens over kwaliteit van zorg, zorggebruik, morbiditeit, verwijzingen en prescripties op de website – link –. Recent publiceerde het het rapport kerncijfers 2008 waar ook het voorschrijven van fysiotherapie en oefentherapie in 2002 tot en met 2008 terug te vinden is.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Bewegingsapparaat
30,2% van de patiënten heeft een klacht of aandoening aan het bewegingsapparaat. Dit percentage ligt hoger bij ouderen en vrouwen. De top-3 klachten van het bewegingsapparaat bestaat uit lage rugpijn zonder uitstraling, klachten aan de voet of teen en knieklachten. De top-3 van aandoeningen aan het bewegingsapparaat bestaat uit lage rugpijn met uitstraling, atrose en verstuikingen en distorsies. Het percentage mensen met een klacht of aandoening aan het bewegingsapparaat is tussen 2002-2008 vrij stabiel gebleven. Wel wordt een (lichte) daling in de prevalentie waargenomen bij lage rugklachten zonder uitstraling, nekklachten, rugklachten en schoudersyndroom/PHS. In 2008 werden er 271 nieuwe klachten of aandoeningen per 1000 patiënten gepresenteerd in de huisartsenpraktijk. 

Verwijzingen
De huisartsen registreren ook verwijzingen binnen de eerste lijn. Voor fysiotherapie is geen formele verwijzing (machtiging) noodzakelijk omdat deze rechtstreeks toegankelijk zijn voor de patiënt. Hierdoor is er geen sprake van een ‘echte’ verwijzing in de formele zin van het woord (verwijsbriefje). In gevallen waarin er geen formele verwijzing nodig is, maar de huisarts de patiënt wel nadrukkelijk en actief vertelt dat deze bijvoorbeeld naar een fysiotherapeut zou moeten, wordt verondersteld dat de huisarts toch een verwijzing registreert.

In 2008 werden gemiddeld 49,3 per 1000 ingeschreven patiënten verwezen naar fysiotherapie. Het verwijscijfer stijgt met de leeftijd. Kinderen worden betrekkelijk weinig verwezen naar de fysiotherapeut, terwijl het verwijscijfers van patiënten van 65 jaar of ouder meer dan 72 per 1000 ingeschreven patiënten bedraagt.
Huisartsen verwijzen gemiddeld 3,7 keer per 1000 ingeschreven patiënten naar een oefentherapeut Cesar of Mensendieck in 2008. Het zijn vooral patiënten tussen de 15 en 24 jaar die worden verwezen. Kinderen jonger dan 4 jaar en 85-plussers worden zelden verwezen naar oefentherapie Cesar/Mensendieck.

Uitgesplitst naar diagnose
De meest voorkomende verwijsdiagnose voor fysiotherapie is ‘lage rugpijn zonder uitstraling’, gevolgd door ‘symptomen/klachten nek’. Er is een grote overeenkomst in verwijsdiagnoses tussen fysio- en oefentherapie Cesar/Mensendieck. Wel valt op dat de top-10 verwijsdiagnoses bij fysiotherapie uitsluitend bestaat uit symptomen en klachten van het bewegingsapparaat, terwijl bij oefentherapie Cesar/Mensendieck ook spanningshoofdpijn tot de top-10 behoort.

Ontwikkelingen in de tijd
Het aantal verwijzingen naar fysiotherapie laat een lichte daling zien van 2001 naar 2005. Sinds 2006 is er geen formele verwijzing van de huisarts meer nodig om voor vergoeding in aanmerking te komen. Dat verklaart de daling van 70 naar 49 per 1000 patiënten van 2005 naar 2006. 

Het aantal verwijzingen naar oefentherapie laat ook een daling zien van 2001 naar 2006. Van 2006 naar 2007 wordt er daarentegen een licht stijging waargenomen.
Sinds 1 juli 2008 is er geen formele verwijzing van de huisarts meer nodig om voor vergoeding in aanmerking te komen. Het aantal verwijzingen lijkt naar aanleiding van deze maatregel niet of nauwelijks te zijn veranderd.

Download het gehele rapport in PDF
Bron: NIVEL

Bewegingsapparaat
30,2% van de patiënten heeft een klacht of aandoening aan het bewegingsapparaat. Dit
percentage ligt hoger bij ouderen en vrouwen. De top-3 klachten van het bewegings-
apparaat bestaat uit lage rugpijn zonder uitstraling, klachten aan de voet of teen en
knieklachten. De top-3 van aandoeningen aan het bewegingsapparaat bestaat uit lage
rugpijn met uitstraling, atrose en verstuikingen en distorsies. Het percentage mensen met
een klacht of aandoening aan het bewegingsapparaat is tussen 2002-2008 vrij stabiel
gebleven. Wel wordt een (lichte) daling in de prevalentie waargenomen bij lage rug-
klachten zonder uitstraling, nekklachten, rugklachten en schoudersyndroom/PHS. In 2008
werden er 271 nieuwe klachten of aandoeningen per 1000 patiënten gepresenteerd in de
huisartsenpraktijk.

2 REACTIES

  1. IK begrijp dat het hier gaat om echte verwijzingen, dus het meegeven van een verwijzing. Waar ik benieuwd naar ben: hoe vaak geeft de huisarts wel het advies om naar een fysiotherapeut te gaan maar geeft hij geen papieren verwijzing mee?
    Het gaat er toch om of de huisarts fysiotherapie nodig acht of wenselijk. Het uitschrijven van een verwijzing is een mogelijke administratieve handeling voortvloeiend uit dit advies.

  2. Uit de tekst hierboven:

    In gevallen waarin er geen formele verwijzing nodig is, maar de huisarts de patiënt wel nadrukkelijk en actief vertelt dat deze bijvoorbeeld naar een fysiotherapeut zou moeten, wordt verondersteld dat de huisarts toch een verwijzing registreert.

    Als het goed is registreren fysiotherapeuten het anders. Is er geen formele verwijzing, dan volgt automatisch de DTF-procedure.

Reacties zijn gesloten.