Uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 1

36

Het klaagschrift is ontvangen op 17 maart 2004. De mondelinge behandeling door het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft plaatsgevonden ter openbare zitting van 29 maart 2005.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Klaagster is op 2, 5, 9 en 12 februari 2004 onder behandeling van de fysiotherapeut geweest in verband met whiplashklachten na een auto-ongeluk. Bij alle behandelingen moest klaagster haar bovenlijf geheel ontbloten. Ook heeft de fysiotherapeut in één van de behandelingen klaagsters borsten betast. Het college oordeelt dat de fysiotherapeut zich onprofessioneel en tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gedragen en legt hem de maatregel van berisping op. Tegen deze beslissing kan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg.

Bron: Staatscourant

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ‘s-Gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven
inzake de klacht van:
1. A, wonende te B, klaagster, en
2. C, wonende te D, klager, tegen:
E, fysiotherapeut, wonende te F, de persoon over wie geklaagd wordt, hierna te noemen de fysiotherapeut.

1. Het verloop van het geding
Het klaagschrift is ontvangen op 17 maart 2004. De fysiotherapeut heeft op de klacht gereageerd, waarna repliek en dupliek hebben plaatsgevonden. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om in het vooronderzoek
mondeling te worden gehoord. De mondelinge behandeling door het College heeft plaatsgevonden ter openbare zitting van 29 maart 2005. Klager en de fysiotherapeut zijn verschenen en hebben hun standpunten mondeling toegelicht. De fysiotherapeut werd bijgestaan door Mr. G, advocaat te H.

2. De klacht
Klaagster is op 2, 5, 9 en 12 februari 2004 onder behandeling van de fysiotherapeut geweest in verband met whiplash-klachten na een auto-ongeluk. Bij alle behandelingen moest klaagster haar bovenlijf geheel ontbloten. De bh, die klaagster bij elke behandeling aanvankelijk had aangehouden, moest steeds op verzoek van de fysiotherapeut uit. Bij het eerste bezoek aan de fysiotherapeut heeft klaagster 10 minuten met geheel ontbloot bovenlijf op de behandeltafel moeten zitten, terwijl de fysiotherapeut tegenover haar aan zijn bureau ging zitten en 10 minuten een heel technisch verhaal heeft gehouden waarom je een verkeerde houding kan hebben. Klaagster voelde zich hierdoor niet op haar gemak. Daarna is de behandeling gestart en mocht klaagster op de bank gaan liggen waarbij zij haar broek moest laten zakken tot half over de billen om het staartbeen te bekijken.
Bij de tweede behandeling moest weer de aanvankelijk door klaagster aangehouden bh uit. Tijdens deze tweede behandeling vertelde de fysiotherapeut over een gesluierde patiënte die hij onder behandeling had gehad en die zich tot zijn verbazing helemaal had ontkleed. Klaagster vond het vreemd dat de fysiotherapeut een dergelijk verhaal aan haar vertelde.
Bij de derde behandeling moest de bh weer uit. De fysiotherapeut vroeg tijdens de behandeling wel of ze een beetje bang voor de fysio was omdat ze zo gespannen aanvoelde. Klaagster heeft toen gezegd dat ze een beetje bang was.
Bij de vierde behandeling zei de fysiotherapeut gelijk dat ze haar bh moest uittrekken, waarna hij gevraagd heeft of haar ribben al recht waren gezet. De fysiotherapeut heeft toen van de achterzijde met zijn handen vanaf klaagsters middel naar boven bewegend een bepaalde handeling verricht. Uiteindelijk hield hij daarbij van achteren klaagsters  borsten beet waarbij hij met zijn vingertoppen bij haar tepels kwam. Dit alles is volgens klagers niet normaal.
Volgens geconsulteerde andere fysiotherapeuten hoeft de bh nooit uit en hoeven bij het behandelen van de ribben de borsten niet worden aangeraakt. Slechts bij buikligging op de behandelbank moet het bh-bandje soms los. Klaagster wil niet meer in de praktijk van de fysiotherapeut behandeld worden en helaas ook niet meer in een andere praktijk.

3. Het standpunt van de fysiotherapeut
Bij de eerste behandeling heeft hij aan klaagster gevraagd haar bh uit te trekken. De reden hiertoe was om bij de thoracale wervels te komen. Bij de volgende behandelingen heeft klaagster zelf, zonder dat hij er om had gevraagd haar bh uitgetrokken. Hij heeft haar niet, zittend vanachter zijn bureau, bekeken. Hij onkent rascistisch- seksistische uitlatingen te hebben gedaan. Het gaat om het woord van de een tegenover dat van de ander. Er is inmiddels een strafzaak tegen hem aanhangig gemaakt, waarbij onder meer de klacht van klaagster aan de orde komt. Uitspraak is bepaald op 4 april 2005. De fysiotherapeut is thans niet meer als fysiotherapeut werkzaam.

4. De beoordeling
4.1 De klacht betreft grensoverschrijdend handelen door de fysiotherapeut. Meer in het bijzonder wordt hem verweten dat hij zonder behandelnoodzaak telkens de bh door klaagster heeft laten uittrekken, haar borsten heeft aangeraakt en ongepaste opmerkingen over een andere patiënte heeft gemaakt en aldus een zodanige situatie heeft gecreëerd dat klaagster geen enkele fysiotherapeutische behandeling meer wil ondergaan.
4.2 Vast staat dat de behandeling van klaagster veelal plaatsvond terwijl haar bovenlijf geheel ontbloot was. De fysiotherapeut heeft, zoals hij in zijn verweerschrift erkent, in ieder geval bij het eerste behandeling aan klaagster
gevraagd haar bh uit te trekken, terwijl ook de daarop volgende keren de behandeling plaatsvond zonder bh. De fysiotherapeut heeft noch in zijn schriftelijk verweer noch ter zitting aan het College duidelijk kunnen maken wat de behandelnoodzaak daartoe was. Immers, slechts zelden vindt een fysiotherapeutische behandeling plaats met volledig ontbloot bovenlijf, en, indien nodig, wordt in de regel zo snel mogelijk gelegenheid gegeven aan een patiënte om haar bovenlijf weer te bedekken. Dit nu is bij de behandelingen van klaagster niet gebeurd. De fysiotherapeut heeft niet kunnen aangeven dat in dit geval de aard van de behandeling van klaagster een uitzondering op deze regel noodzakelijk maakte. Ook het behandelen van de ribben kan veelal met bh aan gebeuren.
4.3 De fysiotherapeut, die in 2000 zijn fysiotherapieopleiding heeft voltooid, heeft voorts ter zitting verklaard dat tijdens zijn studie het aspect van ontkleden en omgaan met gevoelens van gène bij patiënten niet uitbundig ter sprake  kwam. Hij wist wel te melden dat een behandeling moest worden gestaakt als er gevoelens aan te pas kwamen. Deze weergave strookt niet met het aan het College ambtshalve bekende gegeven dat deze materie zeker de laatste jaren juist uitvoerig aan de orde pleegt te komen tijdens de studie. Dit ligt ook voor de hand nu het juist bij een fysiek beroep als dat van een fysiotherapeut van groot belang is dat een fysiotherapeut leert om zorgvuldig met deze aspecten van het beroep om te gaan. De fysiotherapeut heeft voorts ter zitting ervan blijk gegeven geen, dan wel nauwelijks, oog te hebben voor deze kant van zijn vak.
Niet alleen heeft hij verklaard het wel makkelijk te vinden als ook de bh uitging, maar bovendien heeft hij geen enkel inlevingsvermogen getoond in de positie en de mogelijke gène van een patiënte, die zich ontkleed moet laten behandelen.
4.4 Het College acht reeds op grond van het voorgaande een ernstig tuchtrechtelijk verwijt op zijn plaats. De fysiotherapeut heeft zich aldus onprofessioneel en grensoverschrijdend gedragen tegenover patiënte en door zijn houding mogelijk bewerkstelligd dat klaagster de noodzakelijke fysiotherapeutische behandeling is onthouden. Bovendien heeft hij op deze wijze schade toegebracht aan de op dit punt toch zo kwetsbare beroepsgroep van fysiotherapeuten.
4.5 Ten aanzien van de overige klachten merkt het College op dat het niet mogelijk is om vast te stellen wat er telkens precies is voorgevallen, nu het het woord van de een tegenover dat van de ander betreft, terwijl het College  bovendien niet in de gelegenheid is geweest klaagster persoonlijk te ondervragen. Voorts merkt het College nog op dat het bij het verweer overgelegde journaal als zodanig geen waarde heeft en ten onrechte deugdelijke dossiervorming suggereert, nu dit journaal volgens de fysiotherapeut is opgemaakt ten behoeve van zijn eerste advocaat en het dus een ‘achteraf opgemaakt stuk’ betreft.
4.6 Het College acht onder deze omstandigheden de maatregel berisping op zijn plaats en beslist als volgt.
4.7 Het College zal om redenen, aan het algemeen belang ontleend, op de voet van artikel 71 van de Wet BIG bepalen dat deze beslissing zal worden bekend gemaakt op de hierna te vermelden wijze.

5. De beslissing
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ‘s-Gravenhage beslist als volgt:
– legt op de maatregel van: berisping
– bepaalt dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden bekend gemaakt in de Nederlandse  Staatscourant, en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Medisch Contact en FysioPraxis met het verzoek tot plaatsing.

Deze beslissing is gegeven door: mr. M.A.F. Tan-de Sonnaville, voorzitter, drs. J.E. Geensen en mr. A.H.M. Suijker, leden-fysiotherapeuten, bijgestaan door mr. C.G. Versteeg, secretaris en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 mei 2004.

De voorzitter.
De secretaris.

1 REACTIE

  1. Ik heb nog nooit iemand met een string aan behandeld????????????
    Dat draag je omdat je een (te) strakke broek draagt of omdat je je wil
    exposeren? In dat geval is die collega er goed ingetrapt en heel erg
    fout geweest of ergo heeft ie een gedragsprobleem ter analyse.
    Waarom heeft die commissie niet nader geinformeerd naar dat ver van
    de voet afgelegen respiratieprobleem. Die foute collega wist toen al dat
    hij daar niet op in MOCHT gaan, en toch….
    Bij zo’n expositie gaat die patiente meteen over naar mijn vrouwelijke
    collega (met een smoes als het moet).
    Lijkt op:
    Komt een hupse strak en te bloot geklede dame met een flinke kauwgumbal in haar knalrood gelipstickte mondje langs een bouwwerf
    op stilettopumps; de toch al overhitte bouwvakkers in de felle zomer-
    zon beginnen als geprogrammeerd te joelen en te fluiten.
    De hupse tante kijkt geergerd en (quasi?) beledigd omhoog en sneert
    (quasi?) ontdaan: “Heppik-waot-va-julli-an-hufturs?”

Reacties zijn gesloten.