Het aantal sportletsels door overbelasting stijgt zienderogen bij de jeugd. Het gevolg van te eenzijdige inspanningen op te jonge leeftijd en van de grote druk van de omgeving, ouders en trainers, schrijft de Artsenkrant in haar jongste editie.
In de Verenigde Staten nam het aantal letsels, veroorzaakt door overbelasting bij jonge kinderen die sporten, van 10 procent 25 jaar geleden tot 70 procent vandaag toe. Dat zegt dokter Lyle Micheli, hoofd van de dienst Sportgeneeskunde in het Boston Children’s Hospital, in het medische vakblad. Specialiseren in één sport op jonge leeftijd en de bijna manische training die daar dag in dag uit het gevolg van is, is de hoofdoorzaak.
Ook in België neemt het aantal overbelastingsletsels sterk toe, meent dokter Jan Verstuyft van het centrum voor sportgeneeskunde van het Universitair Ziekenhuis in Gent. “Ik hou mijn hart vast wanneer ouders met hun kindjes op sportmedisch onderzoek komen. Op sportmedische keuringen stellen we ons vaak de vraag wie er wil uitblinken, het kind of de ouders”, zegt de dokter in de Artsenkrant. “De druk van de ouders is heel groot en dat zeggen ook de begeleiders. Zij stellen onomwonden dat de ouders hét probleem van de jeugdsport zijn”, aldus de arts.
Veel artsen betreuren dat er geen speelpleinkinderen meer zijn. Uiteraard bewegen heel wat kinderen vandaag te weinig, maar het gaat niet op sommigen in een eenzijdig sportkeurslijf te dwingen. Twintig jaar gelden was de jeugdsport nog niet zo georganiseerd. Kinderen beoefenden allerlei sporten in stadsparken of op schoolpleintjes. Dat was een goede zaak voor de evenwichtige ontwikkeling.
Ouders en trainers koesteren blijkbaar meer belangstelling voor prestaties dan voor lichamelijke ontwikkeling, meent Verstuyft. “Bij kinderen die op jonge leeftijd een sporttak uitkiezen, is de kans op eenzijdige belasting en ontwikkeling reëel”. Dat moet eventueel gecompenseerd worden, altijd met oog voor de algemene motorische ontwikkeling.
De toename van het aantal overbelastingsletsels heeft volgens de arts ook te maken met de verminderde lichamelijke ontwikkeling bij alle kinderen. “De stijging van de welvaart zorgde voor een daling van de bewegingscultuur. De kinderen hebben minder ‘basis’ en het belastingsvermogen is niet zo groot meer”.
Verstuyft ziet ook excessen op het vlak van lichaamsgewichtcontrole. “Sommige jonge turnsters of schaatsers zijn geobsedeerd door hun lichaamsgewicht en dat kan bijvoorbeeld tot anorexia nervosa leiden”.
Bron: Gazet van Antwerpen