PSV-dokter noemt topsport ongezond

397

Vaak balanceren topsporters op het randje van wat hun lichaam aan kan. Is dat gezond? Chirurg Cees Rein van den Hoogenband, onder meer werkzaam voor PSV en ‘vader van’, noemt topsport ronduit ongezond.

Topsporters hebben maar één doel voor ogen: winnen. Om dat te bereiken moet er flink getraind worden om het lichaam goed geprepareerd aan de start van een toernooi of wedstrijd te krijgen. Dag in dag uit wordt het lichaam afgebeuld, vaak jarenlang. Chirurg Cees Rein van den Hoogenband weet wat een topsporter er allemaal voor over moet hebben. Zijn zoon Pieter behaalde legio titels: van olympische gouden plakken tot wereldtitels.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

“Een topsporter zoekt altijd de grens op. Je gaat dan ook wel eens over de grens heen. Een normale sporter trapt dan op de rem, topsporters gaan door. Mijn zoon zegt ook altijd dat hij in de laatste twintig meter doodgaat. Hij kan echt door die pijngrens heen beuken. Dat is kenmerkend voor een topsporter.”

Volgens pa Van den Hoogenband zijn al die trainingen goed voor de vorming van een sporter. Ook leer je volgens hem iets door geconcentreerd naar een doel toe te werken. “En je komt op toernooien waar een gewone sterveling nooit zou komen.” Maar er zitten ook nadelen aan topsport. “Je moet verschrikkelijk hard trainen. Bovendien maak je veel repeterende bewegingen. En je stelt je lichaam bloot aan enorme krachten. Dat geeft later allemaal kans op slijtage.”

Zijn zoon Pieter moest onlangs aan een hernia worden geopereerd. “Hij moet zijn hele leven op zijn rug letten. Dat is het gevolg van alle krachttraining.” Van den Hoogenband vindt het van levensbelang dat iedere topsporter begeleid wordt door een goede coach. “Topsport zonder zo iemand is levensgevaarlijk. Een coach weet de schade te beperken. Die ziet de grenzen.”

Dat topsport ongezond is, was volgens Van den Hoogenband te zien aan de eerste generatie profvoetballers. De PSV-dokter haalt een onderzoek aan dat ooit is gehouden onder de voetballers die tientallen jaren geleden de dienst uitmaakten. “Het bleek dat 65 procent van die voetballers jaren later ernstige schade aan de knieën of enkels had.” Wie na een topsportcarrière zonder al te veel blessures denkt dat hij er goed van af is gekomen, kan dus nog bedrogen uitkomen. Om de risico’s te beperken, pleit Van den Hoogenband voor begeleiding van topsporters ook ná hun actieve loopbaan.

“Topsport is een eenzame periode in je leven. Er zijn een hoop andere dingen die je niet kunt doen. Het lichaam is bovendien gewend aan 25 tot dertig uur trainen per week. Dat moet je langzaam aan afbouwen. De overgang van topsport naar het normale leven moet geleidelijk. Veel sporters onderschatten dat.”

Ondanks al die nadelen vindt de PSV-dokter niet dat we medelijden moeten hebben met topsporters. “Ze kiezen er zelf voor. Er is niemand die tot topsport gedwongen wordt.”

Door Tonny Peeters
Bron: BN/DeStem