Een op de tien patiënten moet jaarlijks opnieuw onder het mes omdat bij een operatie aan knie, heup of schouder slechte implantaten zijn gebruikt. Dat onthult voorzitter Ruud Pöll van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) vandaag op de jaarvergadering.
Jaarlijks krijgen ongeveer 40.000 Nederlanders een orthopedisch implantaat, vooral kunstheupen en -knieën. Door de vergrijzing zal het aantal chirurgisch orthopedische ingrepen flink stijgen. Om het aantal hersteloperaties in beginsel met duizend terug te dringen, pleit Pöll voor een landelijk registratiesysteem voor orthopedische implantaten. Daardoor kunnen slechte implantaten tijdig worden gesignaleerd. Het NOV zegt al jaren overleg te voeren met ziekenhuizen over hoe de kosten voor een registratiesysteem te declareren. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen zegt het probleem niet te herkennen. ,,De kosten zijn gelabeld door de zorgverzekeraars, dus wat is het probleem?’’ vraagt een woordvoerster. ,,Bovendien is de bron van het probleem dat er schijnbaar slechte implantaten op de markt zijn waardoor hersteloperaties nodig zijn, wat extra geld kost.’’
Nu is het zo dat een ingreep bij een patiënt die in Maastricht een implantaat heeft gekregen en vijf jaar later een revisie-operatie in Groningen ondergaat, omdat bijvoorbeeld een infectie optreedt, niet landelijk wordt geregistreerd, volgens Pöll. ,,Zo kun je dus niet vroegtijdig slechte implantaten opsporen en is de patiënt de dupe.’’ Volgens de NOV- voorzitter heeft Zweden al vijftien jaar zo’n registratiesysteem voor implantaten en ligt het aantal hersteloperaties daar met een op de twintig fors lager. De noodzakelijke investering voor een registratiesysteem kost jaarlijks een half miljoen en zou voor heupimplantaten alleen al een besparing van vijf miljoen euro per jaar opleveren.
Door: Peter Honings
Bron: AD