Sinds iedereen zonder verwijzing naar de fysiotherapeut kan, is het gebruik van fysiotherapie niet extreem toegenomen. Fysiotherapeuten en patiënten zijn tevreden, huisartsen merken geen verschil in werklast. Dit blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in het wetenschappelijke tijdschrift Physical Therapy.
In 2006 introduceerde het ministerie van VWS de vrije toegang tot de fysiotherapie. Iedereen kon nu zonder verwijzing naar de fysiotherapeut stappen. De verwachtingen waren dat de erkenning van de fysiotherapeut als volwaardig behandelaar hierdoor zou verbeteren, patiënten meer keuzevrijheid zouden krijgen en huisartsen enigszins zouden worden ontlast. Een groot effect op de werklast van huisartsen werd niet verwacht omdat slechts een klein deel van de patiënten in de huisartsenpraktijk met klachten komt die de fysiotherapeut kan verhelpen. Wel was er de angst dat de directe toegang tot veel meer fysiotherapiebehandelingen zou leiden. NIVEL-onderzoeker Ilse Swinkels: “Die angst lijkt ongegrond. We zagen wel meer patiënten, maar die stijging is ook te verklaren uit de toename van het aantal chronisch zieken en ouderen. Bovendien worden mensen die zonder verwijzing komen korter behandeld en niet iedereen wordt in behandeling genomen.”
Rug, schouder en nek
In de gegevens van de NIVEL Zorgregistraties is te zien dat van 2004 tot 2009 het aantal rug-, schouder- en nekklachten in de huisartsenpraktijk licht daalde, terwijl het aantal knieklachten toenam. In 2004 bezocht 17% van de Nederlanders een fysiotherapeut, in 2009 was dat 21%. Het aantal mensen dat zonder verwijzing naar de fysiotherapeut ging, nam toe van 28% in 2006 tot 44% in 2010 en 47% in 2012. Patiënten die zonder verwijzing komen, hebben gemiddeld drie behandelingen minder dan mensen die worden verwezen door de huisarts. Ilse Swinkels: “Dit kan komen doordat ze zich sneller hebben laten behandelen. Uit onderzoek is bekend dat dit leidt tot een sneller herstel. Tegelijkertijd is het ook mogelijk dat zij minder ernstige klachten hebben. Dat is niet onderzocht.”
Onderzoek
Door de directe toegang kan een fysiotherapeut patiënten dus onderzoeken zonder dat een arts naar de klachten heeft gekeken. Patiënten die zonder verwijzing komen, krijgen een screening van tien minuten waarin de fysiotherapeut kijkt of hij de klachten kan behandelen of dat er signalen zijn dat er toch eerst een arts naar de klacht moet kijken. Bijvoorbeeld als een patiënt plots sterk is afgevallen, zal een fysiotherapeut hem altijd naar de huisarts verwijzen. Als de fysiotherapeut besluit te gaan behandelen, volgt de eerstvolgende keer een uitgebreider onderzoek, waarna de behandeling begint.
Erkenning
“Patiënten gaan meer zonder verwijzing naar de fysiotherapeut, ze vinden het makkelijk en het kost ze minder tijd”, stelt Ilse Swinkels. “Fysiotherapeuten zijn tevreden, ze hebben meer eigen regie maar wel meer administratie. Zij moeten van het eerste onderzoek en aan het einde van een behandeling – met toestemming van de patiënt – een verslag maken voor de huisarts. Bij verwezen patiënten komt er alleen aan het einde van de behandeling een verslag. Ook moeten er meer gegevens worden vastgelegd. De directe toegang betekent dus inderdaad meer administratief werk, maar voor fysiotherapeuten lijkt dat op te wegen tegen het gevoel van erkenning als volwaardige behandelaar en de voordelen die zij er in zien voor hun patiënten.”
Rapport in PDF
Bron: Nivel