Consensus over arm-, nek- en schouderklachten

86

Elf medische en paramedische beroepsgroepen hebben consensus bereikt over de naam en indeling van diverse arm-, nek- en schouderklachten. Voorheen werden die bewuste aandoeningen nog onder de noemer RSI geschaard. De consensus zorgt voor duidelijkheid over de diagnose bij diverse concrete klachten, wat vooral de multidisciplinaire samenwerking ten goede komt.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

De reeks klachten waarvoor de consensus geldt, worden ingedeeld onder de naam CANS (Complaints Arm Neck Shoulder). Nu nog worden veel concrete klachten waaraan geen trauma of systematische ziekte ten grondslag ligt, ingedeeld onder de noemer RSI. In veel gevallen kan dat tussen zorgverleners onderling leiden tot onduidelijkheid over de diagnose. De CANS-klachten zijn echter allemaal duidelijk te herleiden tot aandoeningen en door hun indeling is er bijvoorbeeld tussen een fysiotherapeut en een huisarts nagenoeg geen misverstand meer mogelijk over de diagnose.

De consensus is een uitvloeisel van een project dat tussen december 2002 en september 2004 werd uitgevoerd door het Kenniscentrum Arbeid en Klachten Bewegingsapparaat. Elf medische en paramedische beroepsgroepen werkten mee aan deze consensus. Op 6 oktober wordt de consensus officieel gepresenteerd tijdens het tweede Arm-Nek-Schoudercongres dat het Kenniscentrum AKB samen met Elsevier organiseert. De implementatie volgt later.

RSI aan vervanging toe
RSI heeft in de praktijk een groot aantal nadelen. Voor patiënten heeft RSI een negatieve lading. Daarbij schept de term verwarring: het gaat veelal niet om een ‘injury’. Bovendien kan niet alleen ‘repetitive strain’ maar ook statische belasting de klachten veroorzaken. Naast RSI worden nog vele andere termen gebruikt voor arm-, nek- en/of schouderklachten en zijn vele definities en indelingen in omloop.
Het heeft geleid tot spraakverwarring onder zowel behandelaars als patiënten. Het spreken van dezelfde taal is een eerste vereiste voor goede samenwerking. Maar ook voor het vergelijken van wetenschappelijk onderzoek is eenduidige taal van belang. Kortom, RSI is toe aan een definitieve vervanging.

Naar een multidisciplinaire consensus
Een panel van 46 afgevaardigden van elf medische en paramedische beroepsorganisaties heeft zich gebogen over een nieuwe naam, definitie en indeling van arm-, nek- en/of schouderklachten, die voor alle beroepsgroepen bruikbaar is. Startpunt van het proces was een multidisciplinaire werkconferentie. De uitkomsten zijn vervolgens verder uitgewerkt in een Delphi-onderzoek, waarbij aan het panel vragen zijn voorgelegd. Via herhaalde terugkoppeling van de antwoorden op de vragen is consensus bereikt.

Het CANS model
Er is overeengekomen de klachtengroep voortaan aan te duiden als CANS (Complaints of the Arm, Neck and/or Shoulder). Volgens de daarbij opgestelde definitie zijn dit klachten van het bewegingsapparaat in arm, nek en/of schouder, die niet veroorzaakt worden door een acuut trauma of een systemische aandoening. Het CANS model laat zien dat de klachten in te delen zijn in specifieke en a-specifieke CANS. Een aandoening is specifiek als deze te diagnosticeren is. Dit betekent dat op basis van onderscheidende kenmerken de diagnose reproduceerbaar gesteld kan worden. Op deze wijze heeft het panel 23 aandoeningen als specifieke CANS benoemd*. Ze worden als afzonderlijke aandoeningen benaderd en behandeld en dus niet als één grote groep van klachten gezien. Als een aandoening niet in het rijtje van de 23 als specifieke CANS voorkomt, wordt gesproken van a-specifieke CANS.

Voor wie?
Het CANS model is bedoeld voor alle medici en paramedici die patiënten met klachten in de arm, nek en/of schouderregio behandelen en voor patiënten met deze klachten.

Betekenis voor de praktijk
Het containerbegrip RSI kan worden losgelaten. Door het gebruik van dezelfde terminologie en indeling zullen behandelaars elkaar beter begrijpen en verbetert de multidisciplinaire samenwerking. De patiënt zal hier de voordelen van ervaren: door betere communicatie kan sneller de juiste behandeling worden ingezet. De consensus is hiertoe de eerste stap.Voor meer informatie kunt u terecht bij Bionka Huisstede, projectleider consensustraject CANS, e-mail: b.huisstede@erasmusmc.nl, telefoon (010) 4632000
* specifieke CANS:
01 Bicepspees tendinose
02 Bursitiden rond de elleboog
03 Carpaal tunnelsyndroom
04 Cervicale hernia
05 Cubitaal tunnelsyndroom
06 M. Dupuytren
07 Epicondylitis lateralis cubiti
08 Epicondylitis medialis cubiti
09 Frozen shoulder
10 Guyon kanaalsyndroom
11 Instabiliteit van de schouder
12 Instabiliteit van de elleboog
13 Scheur in het labrum glenoidale
14 Lokale artritis (geen RA) in een gewricht van de bovenste extremiteit
15 Oarsman’s wrist
16 Radiaal tunnelsyndroom
17 Raynaud’s fenomeen
18 Rotator cuff scheuren
19 Subacromiaal impingementsyndroom (rotator cuff syndroom, tendinosen en bursitiden rond de schouder
20 Sudeckse dystrofie
21 Suprascapulaire compressie
22 Triggerfinger
23 Ziekte van De Quervain

Bron: Kenniscentrum AKB

8 REACTIES

  1. Snap ik dit goed ? 11 medische para-medische beroepsgroepen hebben 2 jaar lang vergaderd om een naam ??????????????????
    Dus RSI wordt CANS..
    Nou als dit niet de ontdekking van de eeuw is dan snap ik het niet meer.
    Zal wel de nodige subsidie inzitten.
    En uiteraard moet daar een congres aangehangen worden…..
    Iemand nog meer ideeen ???

  2. mee eens met bericht van hierboven!!!! Wat een sukkel-cultuur dat kenniscentrum. De afgelopen weken is in de media te lezen dat schouderklachten veel beter herstellen mbv. manuele therapie.
    Wat is dan het nut om RSI te veranderen in CANS??? Het wordt hoog tijd dat er in therapeutisch Nederland eens orde op zaken gesteld moet worden.

    Ben benieuwd naar de ideen van de VOTE groep

  3. L.S.,

    Repetitive Strain Injury is een benaming die niet klopt.
    Het syndroom (=niet weten) komt voor zonder dat er sprake van herhaald kort cyclisch bewegen.
    Er is geen strain want er is nog nooit objectief weefselschade aangetoond.
    Verder is er geen sprake van een injury.
    Alle reden dus om van die naamgeving af te komen.
    Dat we de meest fundamentele aspecten aan dit syndroom nog niet weten, resulteert inderdaad in een ‘niets-zeggende’ naamgeving.
    Beter dit dan apert foute suggesties in een naamgeving.

    Met groeten,
    Peter van der Salm.

  4. LS,

    het blijft toch lastig om tekens en symptomen die buiten de ‘harde medische diagnostiek’ vallen in een voor iedereen herkenbaar begrip te plaatsen.
    Eerst RSI => wat niets meer of minder een verwijzing is naar een mogelijk oorzaak, en dit blijkt niet te handhaven. Dan CANS, niets nieuws onder de zon. Gaan we terug naar Janda met zijn ‘unter en oben kreuz-syndroom’?

  5. Beste Edwin,

    Juist bij ‘RSI’ zijn er geen tekens en dat laten uitkomen in een ‘niets-zeggende nieuwe naam’ vind ik een vooruitgang.
    Helaas voor de beliefers.

    Met groeten,
    Peter van der Salm.

Reacties zijn gesloten.