Patiënten met chronische whiplash vertonen vaak geen aantoonbare letsels, en ook nekdisfuncties lijken slechts een beperkte impact te hebben op het vaak erg complexe klachtenpatroon. Uit onderzoek blijkt dat de problematiek gedomineerd wordt door het slecht functioneren van het pijnverwerkingssysteem. Patiënten zijn daardoor erg gevoelig voor allerhande prikkels zoals druk, geluid, licht en stress. Dat besluit fysioloog Jo Nijs van de Vrije Universiteit Brussel in een recente studie waarin hij een reeks therapeutische aanbevelingen formuleert.
Whiplash is een trauma waarbij het hoofd zeer plots voor-, achter- of zijwaarts wordt gegooid met een hyperflexie, hyperextensie of lateroflexie van de cervicale wervelkolom als gevolg. De meeste mensen herstellen binnen de eerste drie maanden na een whiplash. Na dit punt doet zich weinig of geen verbetering meer voor. Niet iedereen herstelt echter volledig: zo krijgen 15 tot 40 procent van de whiplash-patiënten last van chronische pijn en ongemakken. Indien deze minstens zes maanden aanslepen, spreekt men van chronic whiplash-associated disorder of WAD. Bij zo’n chronische whiplash kan men geen klinische letsels vaststellen via CT- of MRI-scans, maar doen er zich wel een reeks cervicale disfuncties voor, zoals in de beweeglijkheid en de verhoogde spierspanning. De meeste patiënten klagen van een beperkte beweeglijkheid van de hals, en vaak is hun vermogen om nekbewegingen nauwkeurig te controleren verstoord.
Het probleem is dat een klassieke behandeling van deze nekdisfuncties vaak niet het verhoopte resultaat oplevert. De kern van de problematiek situeert zich immers niet in het bewegingsapparaat, maar wel in het centraal zenuwstelsel (de hersenen en het ruggenmerg). De pijnverwerkingsprocessen in de hersenen en ruggenmerg zijn overactief, waardoor ze te heftig reageren op vaak banale prikkels. De pijndempende mechanismen in het lichaam van mensen met een chronische whiplash functioneren niet meer naar behoren. Bovendien zijn de pijnversterkende mechanismen in hun lichaam overactief. Patiënten met chronische whiplash zijn daardoor gevoelig voor allerhande prikkels zoals druk, geluid, licht en ook stress. Doordat de pijnverwerkingsprocessen georkestreerd worden vanuit de hersenen, kan je stellen dat chronische whiplash letterlijk ‘tussen de oren zit’, maar dus niet in de figuurlijke betekenis. Het is dan ook erg belangrijk de whiplashproblematiek te begrijpen om een therapeutische strategie te ontwikkelen die enerzijds tot doel heeft chroniciteit te voorkomen en anderzijds chronisch WAD te behandelen.
Jo Nijs en collega’s van de vakgroep menselijke fysiologie van de Vrije Universiteit Brussel hebben op basis van de actuele inzichten in de chronische whiplashproblematiek zo’n therapeutische strategie opgesteld. Ze ontwikkelden een theoretisch model van waaruit getracht wordt om de pijndemping terug op gang te brengen en de pijnversterkende processen te onderdrukken. Het ultieme doel is het centraal zenuwstelsel tot rust te brengen. Therapiestudies die dit voor ogen hebben zijn lopende.
Bron: Vrije Universiteit Brussel