In de eerste twee maanden van 2006 heeft bijna een kwart van alle fysiotherapie-patiënten geen huisarts of medisch specialist meer geraadpleegd om een verwijzing te vragen naar de fysiotherapeut.
Dat zijn er meer dan op grond van eerder onderzoek werd verwacht. Fysiotherapiebezoek zonder tussenkomst van een verwijzer en dus zonder verwijsbriefje (rechtstreekse toegang), is toegestaan sinds 1 januari 2006. Niet alle zorgverzekeraars vergoeden die rechtstreekse toegang, of zij doen dit alleen onder bepaalde omstandigheden. Bij hen verzekerde patiënten maken dan ook wat minder gebruik van deze mogelijkheid: van deze fysiotherapie-patiënten komt slechts 20.9% zonder tussenkomst van een verwijzer bij de fysiotherapeut. Andere groepen patiënten maken juist meer dan gemiddeld gebruik van de mogelijkheid voor rechtstreekse toegang. De patiënten zonder verwijsbriefje zijn over het algemeen jonger en hoger opgeleid, ze hebben vaker rug- of nekklachten, klachten die nog niet zo lang bestaan of klachten waarvan zij reeds eerder last hebben gehad .
Dit blijkt uit analyse van de gegevens over het fysiotherapiebezoek, die worden geleverd door LiPZ (de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg), een project van onderzoeksinstituut NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg). LiPZ wordt gesubsidieerd door het Ministerie van VWS.
Geen run op fysiotherapeut
Hoewel patiënten dus op grote schaal gebruik maken van de mogelijkheid om op eigen houtje naar de fysiotherapeut te gaan, heeft dit vooralsnog niet geleid tot de door sommigen verwachte grote toename van het fysiotherapiebezoek. Sterker nog, het aantal fysiotherapie-bezoekers lijkt zelfs in de eerste twee maanden van 2006 iets lager te liggen dan het jaar daarvoor.
NIVEL onderzoeker dr. C. Leemrijse: “Mogelijk hebben mensen een bezoek aan de fysiotherapeut uitgesteld, bijvoorbeeld omdat ze nog twijfelden over een overstap naar een nieuwe zorgverzekeraar.”
Onderzoeksmethode
Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van gegevens uit de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ). Dit is een landelijk representatief netwerk van geautomatiseerde extramurale fysiotherapiepraktijken en praktijken voor oefentherapie Cesar en Mensendieck (oefentherapie C/M), waarbinnen reguliere fysiotherapeuten en oefentherapeuten C/M gegevens registreren over de zorg die zij aan hun patiënten leveren. Sinds begin 2006 registreren ook extramuraal werkzame diëtisten zorggerelateerde gegevens voor LiPZ.
In de eerste 2 maanden van 2005 zijn door 41 fysiotherapiepraktijken gegevens van 2.396 patiënten aangeleverd, in de eerste 2 maanden van 2006 hebben 34 praktijken gegevens van 2.302 patiënten aangeleverd. De Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ) zal de effecten van de rechtstreekse toegang tot de fysiotherapeut blijven volgen.
Bron: NIVEL
Download Factsheet