Sinds de jaren tachtig hebben steeds meer personen de tandarts en de fysiotherapeut bezocht. Het aandeel personen dat een huisarts raadpleegt, steeg in de jaren tachtig, maar bleef daarna stabiel. Het aandeel dat een specialist consulteert, is vanaf de jaren tachtig onveranderd.
Gebruik gezondheidszorg, minstens één consult
Tandarts en fysiotherapeut
Acht op de tien personen bezochten minimaal een keer een tandarts in 2003. Begin jaren negentig waren dat nog zeven van de tien en begin jaren tachtig zes van de tien. Het gemiddelde aantal bezoeken aan de tandarts bleef met ruim 2 per persoon nagenoeg onveranderd de afgelopen twee decennia.
Een op de zes personen ging in 2003 naar een fysiotherapeut. Dit aandeel is sinds de jaren tachtig geleidelijk toegenomen. Ook het gemiddelde aantal bezoeken per persoon nam toe: van 1,5 halverwege de jaren tachtig tot 3 bezoeken in 2003.
Wijze van contact met huisarts
Driekwart heeft jaarlijks contact met de huisarts
In 2003 had driekwart van de bevolking ten minste een keer contact met de huisarts. Het gemiddelde aantal contacten met de huisarts lag op 4 per persoon. Na een eerdere toename, is sinds de jaren negentig zowel het aandeel met ten minste één contact als de gemiddelde contactfrequentie vrijwel stabiel.
Bijna vier op de tien personen bezochten in 2003 minstens een keer een medisch specialist. Per persoon werd gemiddeld 1,6 keer een specialist geraadpleegd. Beide cijfers zijn sinds de jaren tachtig vrijwel onveranderd.
Huisarts steeds minder op huisbezoek
Huisartsen leggen steeds minder vaak een bezoek af bij de patiënt thuis. Begin jaren tachtig bestond zo’n 15 procent van alle contacten met de huisarts uit huisbezoeken. In 2003 was dat slechts 4 procent. Het aandeel telefonische consulten verdubbelde daarentegen in dezelfde periode.
Bron: StatLine
[Aangemeld door Regine]