Naar aanleiding van de problemen die huisartsen sinds de invoering van het nieuwe bekostigingssysteem voor huisartsenzorg ervaren bij verwerking van elektronische declaraties, heb ik op dinsdag 10 januari overlegd met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Op uw verzoek bericht ik u over de uitkomsten van dit overleg.
Het overleg had tot doel om te komen tot een gezamenlijke aanpak van de huidige problemen met het gebruik van het computersysteem VECOZO. Dit systeem, door middel waarvan huisartsen elektronisch kunnen declareren en de verzekerdengegevens van patiënten kunnen raadplegen, raakte vorige week overbelast. Meer dan de helft van de declaraties van huisartsen zou niet worden gehonoreerd als gevolg van technische problemen en doordat enkele zorgverzekeraars nog niet bij VECOZO aangesloten zijn.
Naast een groei van het aantal declaraties, is er ook sprake van een explosieve stijging van het aantal raadplegingen dat huisartsen doen op verzekerdengegevens (zogenoemde Controle op Verzekeringsrecht; COV). Het aantal raadplegingen is de afgelopen weken gestegen van 11 miljoen naar maar liefst 32 miljoen per dag.
Overigens lijkt een deel van de stijging in het aantal raadplegingen mede veroorzaakt te worden door onjuist gebruik van het systeem door huisartsen. Zo meldde VECOZO bijvoorbeeld dat enkele huisartsen 300.000 raadplegingen per dag op hun patiëntenbestand hebben verricht.
Afspraken
In het overleg hebben partijen geconstateerd dat de benodigde capaciteit van VECOZO door zorgverzekeraars is onderschat en dat het gebruik van VECOZO is omvangrijker dan verwacht.
Partijen hebben daarom afgesproken de voorliggende problemen in onderling overleg over het voetlicht te brengen en daar waar mogelijk, gezamenlijk op te lossen.
Met de capaciteitsuitbreiding van VECOZO is de COV-controle aanmerkelijk verbeterd en de verwachting van verzekeraars is dat de problemen met de COV-controle eind van deze maand verholpen zijn.
Op dit moment is COV-controle voor patiënten van zorgverzekeraars Achmea en Delta-Lloyd-OHRA mogelijk via Life-Line. ZN heeft toegezegd dat ook deze verzekeraars eind deze maand zijn aangesloten bij VECOZO.
Het blijft mogelijk om te declareren. Declaratie van het inschrijftarief vindt daarbij zoveel mogelijk plaats na COV-controle. De LHV heeft de eis uitgesproken dat uitbetaling van declaraties uiterlijk 31 januari plaatsvindt. Hoewel ZN heeft aangegeven dit niet te kunnen garanderen, zal zij zich tot het uiterste inspannen om de betaling van elektronische declaraties door haar leden rond 31 januari te laten plaatsvinden, uitgaand van een tijdige declaratie door huisartsen.
Voor zover er regionale afspraken met betrekking tot bevoorschotting waren gemaakt, blijven deze onverminderd van toepassing.
Voorts spannen partijen zich de komende periode in om de groep patiënten die niet gevonden worden via COV-controle, zo klein mogelijk te doen zijn. Voor de resterende groep onvindbare, verzekerde patiënten geven VWS en ZN binnen een week een oplossingsrichting aan. Uitgangspunt is dat huisartsen geen financieel nadeel ondervinden van deze restgroep verzekerden.
Indien voor declaratie van het inschrijftarief al een COV-controle is gedaan, hoeft voor het declareren van verrichtingen over januari van die patiënten niet opnieuw een COV-controle te worden gedaan. Indien noodzakelijk, verrekenen verzekeraars dit onderling.
Overigens blijft de afspraak gelden dat het inschrijftarief van patiënten, die na 1 januari met terugwerkende kracht wijzigen van verzekeraar, door verzekeraars onderling wordt verrekend.
Spoedige betaling
Zoals gezegd spannen zorgverzekeraars zich in om ingediende declaraties zo spoedig mogelijk te betalen. Daarnaast zijn er in verschillende regio’s bevoorschottingsafspraken gemaakt. Deze blijven onverkort van toepassing. Het gaat hier bijvoorbeeld om het akkoord dat zorgverzekeraars VGZ, OZ en CZ in oktober jl. hebben gesloten met de regionale huisartsenkringen in Zuid-Nederland. Dit akkoord regelt bevoorschotting van declaraties.
Hoewel het declaratieverkeer voor onrust heeft gezorgd bij huisartsen, ben ik van mening dat deze onrust met de bovenstaande inspanningen op zorgvuldige wijze en binnen een korte termijn wordt opgelost, zonder dat huisartsen daarvan financieel nadeel ondervinden.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Aangemeld door cdamiaans