Kleuters en peuters onnodig gemedicaliseerd

28

Deskundigen zetten vraagtekens bij het voortdurend toetsen en testen van jonge kinderen. Veel peuters en kleuters belanden daardoor onnodig in het medisch circuit. Zij stellen dat op 4 maart 2005 in het UMCG tijdens het symposium “Dolgedraaid: mogen peuters nog peuteren en kleuters nog kleuteren?”

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Kleuters en peuters worden door de scholen en de jeugdgezondheidszorg nauwlettend gevolgd. Met toetsen en testen wordt gepoogd achterstanden op te sporen en te bestrijden. De acht sprekers op het symposium stellen, elk vanuit hun eigen achtergrond, de vraag of het voortdurend ‘de maat nemen’ van kinderen niet te ver is doorgeschoten. Komen ze niet te snel terecht bij specialistische zorg of het speciaal onderwijs, terwijl ze helemaal geen echte achterstand hebben?

Ontwikkelingsproblemen
Op het symposium worden recente cijfers gepresenteerd over ontwikkelingsproblemen in de eerste twee groepen van het basisonderwijs. Uit onderzoek, ondermeer uitgevoerd aan het UMCG, blijkt dat 9 procent van de peuters van 2 tot 4 jaar emotionele- en gedragsproblemen heeft. Dat percentage neemt sterk toe met de overgang naar de basisschool: 25 procent van de kleuters in de groepen 1 en 2 heeft problemen. Daarnaast krijgt 6 procent van de Nederlandse kinderen tussen 0 en 12 jaar logopedie; ongeveer 65 procent van alle aanvragen voor logopedie betreft momenteel peuters en kleuters.

“Achterblijven” normaal

De ontwikkeling van denken, taal, gedrag of motoriek verloopt tot in het zevende levensjaar met horten en stoten, in een speels proces vol tempowisselingen. Bij de begeleiding van peuters en kleuters wordt vaak te weinig rekening gehouden met deze normale variaties in ontwikkeling, stellen de deskundigen. “Achterblijven” kan op deze leeftijd heel normaal zijn, en hoeft niet op een achterstand te duiden. Therapie of voorschoolse educatie is dus lang niet altijd nodig.

Kind als product
Volgens enkele sprekers dreigt het jonge kind nu een product te worden, dat vooral niet mag afwijken van de standaard. Ouders zouden minder dan vroeger accepteren dat hun kind beneden het gemiddelde functioneert, zelfs al valt dat functioneren binnen de normale variatie. De kwaliteit van scholen wordt bovendien steeds meer getoetst aan de manier waarop ze achterstanden opsporen en wegwerken.

Bron: UMCG