Een nieuw zorgstelsel is broodnodig om de vergrijzing in Nederland het hoofd te bieden, maar wel zonder torenhoge premiestijgingen. Marktwerking speelt daarin een belangrijke rol, evenals keuzevrijheid voor de consument. Concurrentie tussen de ziekenhuizen en zorgverzekeraars is volgens Guus van Montfort, directeur van Achmea Zorg, dé manier om de zorg betaalbaar en voor iedereen toegankelijk te houden. ‘Maar om goede afspraken te maken in de gezondheidszorg, is het wel noodzakelijk dat de bureaucratie afneemt’, aldus Van Montfort.
‘De veranderingen in het zorgstelsel, die op 1 januari 2005 ingevoerd worden, passen qua filosofie in de lijn naar het nieuwe zorgstelsel en daar moet je als zorgverzekeraar op inspelen’, schrijft van Montfort op de website van Zilveren Kruis Achmea. ‘Je moet je klant keuzevrijheid bieden, maar tegelijkertijd ook kwaliteit en kostenvoordeel. Service bieden is ontzettend belangrijk en wordt nog steeds belangrijker. Dat zie je bij alle bedrijven in de dienstverlenende sector.’
Forse korting
Achmea wil zich onderscheiden van andere verzekeraars om de consument aan zich te binden. ‘Het gaat niet alleen om de hoogte van de premie, maar ook om de zorg die we kunnen bieden. Een belangrijke verandering in 2005 is bijvoorbeeld het wegvallen van de vaste tarieven voor fysiotherapie. Deze tarieven zijn tot nu toe wettelijk vastgesteld, maar als ze straks worden losgelaten, kan een fysiotherapeut zelf bepalen wat een behandeling kost. Om te voorkomen dat zorgvragers straks een geweldig hoge premie moeten gaan betalen, contracteren wij fysiotherapeuten tegen een adequaat tarief. Gaat een verzekerde naar een fysiotherapeut die door ons gecontracteerd is, dan garanderen wij 100 procent vergoeding.’
Natuurlijk kan een verzekerde besluiten om een andere fysiotherapeut te bezoeken. ‘Dat is zijn eigen keuze’, schetst Van Montfort. ‘Hetzelfde geldt voor bepaalde verstrekkingen die straks uit het ziekenfondspakket verdwijnen, zoals lichaamscorrecties. Dat gaan wij niet herverzekeren, hebben wij gezegd, maar we willen de verzekerde wel helpen. Net als met de fysiotherapeuten sluiten we dus contracten met instellingen en bieden we de verzekerde een forse korting als hij zich laat behandelen bij een door ons gecontracteerde instelling.’
‘Zoveel mogelijk kwaliteitszorg bieden tegen een aantrekkelijke prijs, is de doelstelling. En het moet in de buurt zijn van een verzekerde.
Zorgproducten
Een moeilijker opgave ligt in het verschiet met de introductie van de Diagnose Behandeling Combinaties (DBC) stelt Van Montfort. ‘Het gaat hier om een andere manier van betaling aan de ziekenhuizen. Nu stelt de verzekeraar een budget vast dat bepaalt hoeveel zorg een ziekenhuis mag leveren. Als het geld op is, zijn de operaties ook ‘op’. Met de DBC gaat het andersom, want dan betaal je wat je afneemt. Je maakt bijvoorbeeld met een ziekenhuis een afspraak over de kosten en kwaliteit van staaroperaties. Zijn er meer nodig, dan kunnen we die makkelijk inkopen. Het nieuwe tariefsysteem geldt voor een klein deel van de niet-spoedeisende zorg. “We gaan afspraken maken met ziekenhuizen en kijken hoe het werkt, waarbij kwaliteit de primaire eis is. Het nieuwe systeem moet de ziekenhuizen ook prikkelen om efficiënter te werken en onderling te concurreren. Kwaliteit leveren tegen een lager tarief, waardoor je uiteindelijk een lagere premiestijging krijgt. Dat kan er toe leiden dat niet alle ziekenhuizen meer alle zorg bieden, maar zich specialiseren.”
Eindpunt
‘De overheid wil minder regels, maar als ik naar het wetsvoorstel voor de basisverzekering kijk, worden het er alleen maar meer’, aldus Van Montfort. ‘We moeten, net als nu, afspraken maken met alle zorginstellingen, ook als wij de kwaliteit onvoldoende vinden. Zo ontstaat natuurlijk geen marktwerking. Zeker niet als ook nog eens grotendeels een inkomensafhankelijke premie wordt genoemd.’ Van Montfort vindt dat het kabinet zich minder moet bemoeien met regelgeving in het zorgstelsel. ‘De totstandkoming van een nieuw zorgstelsel is ingewikkeld en de einddatum is 2006. Tenminste, dan zou de basisverzekering een feit moeten zijn. Ik denk niet dat die datum wordt gehaald als er geen duidelijkheid komt over de invulling van het stelsel. De minister moet een eindpunt aanwijzen waar we naar toe kunnen werken. Als hij alles te vaag laat, krijgen we straks alles tegen.’
Bron: Zilveren Kruis Achmea