In 2021 was het grootste gedeelte van de vrouwen die de oefentherapeut bezochten volwassen, terwijl meer dan de helft van de mannen minderjarig was. Dit blijkt uit analyse door het Nivel van de zorggegevens van praktijken die deelnemen aan Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Ieder jaar geeft het Nivel inzicht in de zorg die oefentherapeuten bieden. In het jaarrapport van 2021 is er, naast het weergeven van de totalen, voor het eerst een uitsplitsing gemaakt naar reguliere en kinderoefentherapie. Hierdoor ontstaat een betere weerspiegeling van de verleende zorg.

In verhouding meer jongens dan meisjes naar kinderoefentherapeut

Het grootste deel van de vrouwen die naar de oefentherapeut ging was volwassen. Van de mannen was 65% jonger dan 18 jaar. Daarbij waren bijna de helft van de mannen die bij de oefentherapeut kwamen jongens in de leeftijd van 6 tot 11 jaar zijn. Zij kwamen vooral bij de kinderoefentherapeut. De zorgomvang (het aantal consulten binnen een behandelepisode en de duur van de volledige behandelepisode) was ook groter bij kinderoefentherapie dan bij reguliere oefentherapie. Dit komt waarschijnlijk door het hogere aandeel chronische aandoeningen binnen dit specialisme. Waar het grote verschil in leeftijd tussen mannen en vrouwen die de oefentherapeut bezochten door wordt veroorzaakt is niet onderzocht.

Wat valt nog meer op?

  • In 2021 waren er 9302 nieuwe behandelepisodes in de registratie. Voor het grootste deel van de patiënten is niet vastgelegd hoeveel tijd er tussen het ontstaan van de klacht en het eerste bezoek aan de oefentherapeut zat.
  • Het aandeel nieuwe behandelepisodes waarbij mensen op eigen initiatief naar de oefentherapeut gaan (DTO) is ruim 37 procent. Kinderen gaan vaker via een verwijzing naar een oefentherapeut dan volwassenen.
  • Het grootste aandeel van de verwijzingen is via de huisarts.
  • In 2021 was een kwart van de gezondheidsproblemen van de nieuwe behandelepisodes ‘psychomotore retardatie / ontwikkelingsstoornissen’.
  • Van nieuwe behandelepisodes betrof 12 procent een recidief gezondheidsprobleem.
  • In bijna 58 procent van de nieuwe episodes waarvoor de prognose van de behandeling geregistreerd was, was de prognose een ‘reductie van klachten’. Deze werd echter in een groot deel van de nieuwe episodes niet vastgelegd.

Behandelresultaat

In 2021 werd in ruim 70 procent van de afgesloten behandelepisodes het behandeldoel bereikt en in bijna 22 procent werd het resultaat geregistreerd als deels bereikt (tabel 5.8). In 2021 werd in een iets groter aandeel bij mannen dan bij vrouwen geregistreerd dat het behandeldoel was bereikt. Bij kinderen en jongeren en bij kinderoefentherapie ligt het aandeel afgesloten behandelepisodes waarbij het behandeldoel werd bereikt hoger dan bij respectievelijk volwassenen en reguliere oefentherapie.