Het hart van Olympische sporters die drie keer achtereen meedoen met de spelen groeit. Vooral de eerste vier jaar neemt de omvang toe van de rechterkant van het hart, dat zuurstofarm bloed naar de longen pompt. Daarna stabiliseert het hart zich. Dit blijkt uit onderzoek van Vincent Aengevaeren en Thijs Eijsvogels van het Radboudumc dat deze maand verscheen in het Journal of the American College of Cardiology (JACC)
Sporters die langdurig zware inspanning leveren, vragen veel van hun hart. Dit moet hard pompen om het lichaam van bloed te voorzien. Vooral de linkerzijde van het hart, wat het zuurstofrijke bloed het lichaam in pompt, neemt hierdoor in kracht en omvang toe. Maar ook de rechterzijde, die het zuurstofarme bloed naar de longen pompt, ontwikkelt zich. Eerder onderzoek suggereert dat de rechter harthelft van sporters die langdurig veel en zwaar trainen mogelijk slechter gaat samentrekken. Dit deel van het hart is namelijk minder goed uitgerust om de toegenomen stress tijdens inspanning te weerstaan.
Italiaanse sporters
Thijs Eijsvogels en Vincent Aengevaeren wilden meer weten over de mogelijke negatieve effecten van extreme inspanning op de rechter harthelft. Zij deden daarvoor samen met het Institute of Sports Medicine and Science in Rome een onderzoek naar de hartecho’s van vijftig Italiaanse sporters. Van hen deed ongeveer de helft aan duursporten waar een groot uithoudingsvermogen voor nodig is: roeien, fietsen, hardlopen en zwemmen. De andere helft bestond uit niet-duursporters, zoals tennissers, schermers, of synchroonzwemmers.
Crème de la crème
De onderzochte sporters waren wettelijk verplicht jaarlijks een aantal gezondheidsonderzoeken te ondergaan. Dit bood de kans om meerdere hartecho’s over langere tijd te bekijken. Thijs Eijsvogels: “Het unieke van deze studie is dat het om topsporters gaat die zich voor drie opeenvolgende Olympische spelen wisten te kwalificeren: Beijing 2008, Londen 2012 en Rio 2016. Dit is dus absoluut de ‘crème de la crème’.”
Aanvullende aanpassing
Uit de hartecho’s bleek dat specifiek de rechterkant van het hart van de topsporters zich bleef ontwikkelen tijdens de onderzoeksperiode. Deze toename had geen negatieve gevolgen op de functie van het hart. Na de eerste meting, bij kwalificatie voor de Olympische Spelen van Beijing, paste het hart zich aan de langdurige hoge trainingsbelasting aan. Aengevaeren: “Die sporters hebben dan al minimaal tien jaar training achter de rug. Deelname aan de Olympische spelen kan je zien als het toppunt van hun carrière. Onze studie laat zien dat doortrainen op dat topniveau kennelijk nog aanvullende aanpassingen van het hart tot gevolg heeft. Dit effect was groter in de rechter harthelft. Het kan goed zijn dat de aanpassingen aan de linkerzijde al eerder plaats hebben gevonden, aangezien dit zeer getrainde atleten waren.”
Maximum
Er bleken verschillen te zijn in de aanpassing van het hart tussen duursporters en niet-duursporters, al geven de onderzoekers aan dat er met name binnen de groep van niet-duursporters veel variatie is in de manier waarop de sporters prestaties moeten leveren. Zo vragen sporten als waterpolo en tennis meer van het hart dan bijvoorbeeld paardrijden of zeilen. Tussen de metingen na vier en na acht jaar zat geen verschil meer. Blijkbaar zit er een maximum aan de aanpassing die de sporters kunnen leveren aan het zware trainingsprogramma.