Van de jonge mensen tussen de 18 en 45 jaar die zich met chronische lage rugklachten bij de huisarts melden, blijkt zestien procent last te hebben van de reumatische aandoening axiale spondyloartritis. Deze patiënten zouden moeten worden doorverwezen naar een reumatoloog, aangezien de ziekte tegenwoordig goed te behandelen is met ontstekingsremmende pijnstillers of biologicals. Dit blijkt uit onderzoek van arts-onderzoeker Lonneke van Hoeven van het Erasmus MC. Ze heeft de bevindingen van haar onderzoeksgroep gisteravond gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift PLOS ONE.
Circa 20 procent van de 18- tot 45-jarigen die naar hun huisarts gaan, klopt daar aan omdat men chronische last heeft van zijn rug. Dat zijn er jaarlijks meer dan honderdduizend. Lonneke van Hoeven, als arts-onderzoeker verbonden aan de afdeling Reumatologie van het Erasmus MC en het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam, was benieuwd of er onder die ruim honderdduizend patiënten ook mensen waren bij wie de rugklachten konden worden verklaard door reuma. Reuma is een verzamelnaam voor meer dan 100 chronische aandoeningen aan gewrichten, spieren en pezen.
Bij maar liefst 16 procent van de 18- tot 45-jarigen met chronische lage rugpijn bleken de klachten veroorzaakt te worden door axiale spondyloartritis. Axiale spondyloartritis is een bundel van reumatische rug aandoeningen waarbij een ontsteking in de lage onderrug (in het sacro-iliacale gewricht) aanwezig is. De ziekte van Bechterew is de bekendste daarvan.
“Dat hier nooit eerder onderzoek naar is gedaan, komt doordat axiale spondyloartritis tot voor kort moeilijk op te sporen was in een vroeg stadium. Tegenwoordig kunnen wij dit middels een MRI scan veel eerder. Een ontsteking in het sacro-iliacale gewricht is met een MRI scan 7 tot 10 jaar eerder zichtbaar dan met een röntgenfoto. We hadden er tot een aantal jaar geleden ook geen goede remedie tegen. Maar inmiddels weten we dat de aandoening heel goed te behandelen is met oefentherapie en een langdurige kuur van NSAIDS, ontstekingsremmende pijnstillers zoals diclofenac en ibuprofen. En als die niet helpen, kunnen we biologicals voorschrijven. Veel patiënten met axiale Spondyloartritis komen op die manier van de pijnklachten af en kunnen weer normaal functioneren.”
Om huisartsen in staat te stellen om snel te beoordelen of de chronische lage rugklachten bij jongeren worden veroorzaakt door axiale spondyloartritis, heeft Van Hoeven samen met haar co-promotor dr. A.E.A.M. Weel een eenvoudige vragenlijst ontwikkeld. Daarop staan vragen over de aard van de pijn en over ontstekingsziekten in de familie. Als twee van de vier vragen met een ‘ja’ worden beantwoord, kan de huisarts doorverwijzen naar een reumatoloog. Van Hoeven onderzoekt nu of deze vragenlijst effectief is, en of er niet te veel of te weinig mensen worden doorgestuurd. ,,Als blijkt dat deze vragenlijst goed werkt, kan hij wellicht worden opgenomen in de NHG-standaard, het protocollenboek van de huisartsen.’’
Van Hoeven denkt dat haar bevindingen niet alleen gelden voor Nederlandse jonge mensen met lage rugklachten, maar voor deze patiëntengroepen in de hele Westerse wereld.
Het artikel is te vinden op: http://dx.plos.org/10.1371/journal.pone.0131963
Bron: Erasmus MC
Het introduceren van een volledig nieuw ziektebeeld, “rugreuma of “axiale spondylartritis” om daarmee de door verkeerde axiale belasting te verklaren verschijnselen onder te brengen bij de farmacologisch bij te sturen “reumatologische” aandoeningen, kan niet makkelijk tot zinnige Geneeskunde worden gerekend.
Als pijnproblemen in de rug vaker voorkomen bij jongere mensen ( epidemiologisch bewezen)en dit wordt door serieuze onderzoekers aan “ontsteking”geweten vanwege een vaker voorkomende MRI signaalverandering , dan wordt causaliteit echt onderzoeken wel heel erg kort door de bocht op een zijspoor gezet.
Ook de reumatologen weten, dat degeneratie van kraakbeen door shearforces, malalignement ( meest door slechte houdingen in het “chassis”, de wervelkolom) wordt veroorzaakt. Kyfose en nooit geoptimaliseerde functionaliteit van de rug leidt tot vroege degeneratie van kraakbeen , zeker in de lumbosacrale facetgewrichten. Ook weet de Geneeskunde al heel lang, dat ieder chronisch of acuut letsel aan gewrichten tot ontstekingsverschijnselen leidt, omdat het lichaam iets met de afbraakproducten “moet”.
Als er geen enkel bewijs wordt geleverd, dat “rugreuma” of een der “100 onder reuma vallende verschijnselen”ook de kenmerkende of in ieder geval bijpassende serologie oplevert, dan is het niet onderkennen van de biomechanische oorzaken van deze “onstekingen” en het gaan behandelen van verder gezonde mensen met medicatie, waar geen enkele harde indicatie voor bestaat en waar de bijwerkingen tot veel iatrogene problematiek leiden niet goed te praten. Terwijl de Fysiotherapie zonder bijwerkingen, maar met begrip voor de biomechanica deze problematiek veilig door preventieve aanpak buiten de ziekenhuizen kan houden. Als jong volwassenen steeds vaker met als chronisch te duiden problemen hulp zoeken, dan weten we dat er in de groeifase belangrijke preventieve paden zijn gemist. Sedentaire leefstijl, verkeerd zitten, gebrek aan kwalitatief goed bewegen en wegvallen gymnastiek en heilgymnastische therapie ( goede houding en rek-en strekfuncties bevorderen) hadden alle bij de preventieve geneeskunde aangepakt ,moeten blijven. Het is te hopen, dat de voorgestelde NHG standaard daar vanaf het begin op wordt aangepast en dat de MRI niet bij iedere rugpijn als noodzakelijk wordt gezien om “rugreuma”aan te tonen dan wel uit te sluiten.
Het hebben van lage rugpijn is in de loop van de jaren verschoven van een bio-mechanisch verklaringsmechanisme naar een bio-psychosociaal verklaringsmechanisme. Een ‘necessary cause’ is tot op heden nog nooit gevonden voor lage rugpijn. Ook bij de meer specifieke rugpijn is er grote onzekerheid, immers laten vele studies naar MRI bevindingen bij populaties zonder rugpijn ook dermate veel “afwijkingen” zien.
Het zou goed zijn als ze deze bevindingen ook gaan toetsen bij een a-symptomatische populatie om zodoende te zien of er daadwerkelijk een associatie is tussen het hebben van “axiale spondylartritis” en het hebben van rugpijn. Echter als deze associatie er mag zijn dan zegt dit nog helemaal niks over causaliteit.