Huisartspraktijken groeien uit tot eerstelijnsgezondheidszorg-organisaties, maar moeten oog blijven houden voor de menselijke maat. Het NIVEL publiceert een overzichtstudie van de eerste lijn.
Meer dan 90% van de Nederlandse zorg wordt geleverd in de eerste lijn, door huisartsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners, tegen slechts 4% van het totale budget van de zorg. Een goed functionerende eerste lijn voorkomt dat mensen een beroep doen op duurdere en complexe zorg. Niet alleen in Nederland maar wereldwijd wordt een sterke eerstelijnsgezondheidszorg daarom gezien als oplossing voor de groeiende en veranderende vraag naar zorg, het toenemend aantal chronisch zieken en de stijgende kosten door nieuwe medische technologie.
Vertrouwd gezicht in de buurt
Huisarts, fysiotherapeut en apotheker waren lang het vertrouwde gezicht van de eerstelijnszorg. Tegenwoordig hebben we niet meer alleen met de huisarts en fysiotherapeut te maken, maar ook met de praktijkondersteuner, de diabetesverpleegkundige, de eerstelijnspsycholoog… De huisarts met een solopraktijk wordt langzaam verleden tijd. Bij fysiotherapiepraktijken is die ontwikkeling nog sterker. NIVEL-afdelingshoofd prof. Dinny de Bakker: “De uitdaging is de samenwerking in de eerstelijnszorg zo vorm te geven dat mensen hun huisarts en fysiotherapeut blijven kennen, dat ze weten met mensen te maken te hebben en niet met anonieme organisaties. Want we hebben meer vertrouwen in mensen dan in organisaties.â€
Kwaliteit en samenwerking
Vertrouwen in de kwaliteit van de eerste lijn is essentieel. De eerste lijn heeft veel geïnvesteerd in kwaliteit. Inmiddels heeft het Nederlands Huisartsen Genootschap ruim 100 standaarden uitgebracht, variërend van richtlijnen voor de behandeling van diabetes tot richtlijnen voor de behandeling van griep. De meeste huisartsen hanteren deze richtlijnen in hun praktijk. Patiënten blijken over het algemeen positief over de eerstelijnszorg, en de samenwerking binnen de eerste lijn, vanouds een zwak punt, ontwikkelt zich in de goede richting. Dit is vooral belangrijk voor de zorg aan chronische patiënten.
Verwijzen
Maar ondanks de nieuwe gezichten in de eerste lijn, met hun eigen specifieke taken en expertise, stijgt toch het aantal verwijzingen naar de ziekenhuizen, de tweede lijn. De Bakker: “Van een sterke eerste lijn verwacht de minister dat deze bijdraagt aan beheersing van de kosten van de gezondheidszorg. Maar de zuigkracht van de tweede lijn is sterk. Alleen de eerste lijn versterken is daarom niet voldoende om de kosten te beperken als niet ook maatregelen worden genomen om de groei in de tweede lijn te beteugelen. Een belangrijk deel van het ziekenhuisbudget zou onder vrije prijsvorming moeten kunnen verschuiven naar de eerste lijn.â€
Bron: Nivel