Vanaf 1 juli 2010 kunnen zorgaanbieders een integraal tarief declareren voor patiënten met COPD, een chronische longaandoening. Dit maakt het voor zorgaanbieders van verschillende disciplines eenvoudiger om de zorg samen rondom de vraag van de patiënt te organiseren. De integrale benadering leidt tot betere afstemming en daardoor hogere kwaliteit van de zorg voor patiënten. Bovendien vermindert effectieve ketenzorg de druk op specialistische ziekenhuiszorg. Op 1 januari van dit jaar werd het declareren van ketenzorg al mogelijk voor patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en diabetes.
Bij ketenzorg wordt één zorgaanbieder hoofdcontractant, waarmee de andere zorgaanbieders in de keten contracten kunnen afsluiten en zo hun kosten kunnen declareren. De bekostigingsvorm stimuleert samenwerking tussen verschillende zorgverleners die zich bezighouden met de preventie, behandeling en het volgen van de patiënt en diens ziektebeeld. Tot 2010 was het integraal declareren van één tarief voor deze zorg niet mogelijk. De regeling voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) gaat met terugwerkende kracht in per 1 juli 2010.
De regeling van de NZa laat veel ruimte aan zorgaanbieders om de zorg op een eigen manier in te vullen, maar stelt wel eisen aan de inhoud van zorg en het inzichtelijk maken daarvan. De NZa heeft daarvoor transparantie-eisen opgesteld, om patiënten te voorzien van keuze-informatie. De zorg- en dienstverlening moet voldoen aan de zorgstandaarden en aan voorschriften met betrekking tot transparantie en administratie.
De regeling maakt bekostiging van de zorg mogelijk vanaf het moment dat de diagnose COPD bij de patiënt is vastgesteld. Als patiënt kun je kiezen of je de zorg zelf wilt samenstellen of gebruik wilt maken van een georganiseerde keten.
De NZa volgt de ontwikkelingen rond ketenzorg nauwlettend om inzicht te krijgen in de gevolgen voor de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. Over de effecten van de introductie van ketenzorg brengt de NZa daarom eind 2011 een rapport uit aan de minister. Daarin bekijkt de NZa ook hoe patiënten worden betrokken bij de invulling van het zorgplan.
Een aantal zorgaanbieders levert nu al ketenzorg voor deze groepen patiënten, vaak in de vorm van een experiment. Voor deze lopende experimenten blijven de afspraken gelden die bij aanvang gemaakt zijn.
Bron: NZa