spierkracht test mrc-schaal 3

Weergave van 16 reactie threads
  • Auteur
    Berichten
    • #11074
      Avatar fotolinjet
      Deelnemer

      wij hebben een vraag. als patient spierkracht MRC 3 heeft (dus kan bewegen met zwaartekracht). waar moet je dan op oefenen.

      a:uithoudingsvermogen
      b:spierkracht
      c:coordinatie.???

      help ons

    • #11138
      Avatar fotodoctorwho
      Deelnemer

      Zonder verdere informatie zou ik zeggen kracht en intermuskulaire koordinatie. Kracht 3 is niet genoeg voor de meeste adl aktiviteiten en daarmee niet funktioneel. Wanneer de extremiteit aansluitend door de patient funktioneel belast wordt, komt uithoudingsvermogen meestal vanzelf.

      Geert Jeuring

    • #11139
      Avatar fotopwharinck
      Deelnemer

      Beste Linjet,

      Hoe heb je die spierkracht gemeten? Welke spieren zijn betroffen?
      Wat is de onderliggende pathologie?

      Als er ook maar enige vorm van mobiliteitsbeperking of pijn is, zal de spierkracht (schijnbaar) zijn afgenomen.
      In een dergelijk geval moet je mobiliseren, pijndempen (= vaak ook mobiliseren) en e.v.t. coördinatie en houding verbeteren.

      groeten,
      Peter Harinck

    • #11140
      Avatar fotolinjet
      Deelnemer

      het gaat om de m.quatriceps. het is een soort casus. maar nu ging de discussie dus rond of je bij mrc 3 nu coordinatie, spierkracht of uithoudingsvermogen moest trainen. ik dacht zelf aan uithoudingsvermogen, omdat je daarmee langzaam aan ook de spierkracht terug krijgt en een kettingreactie daarop volgt dat de coordinatie weer verbetert omdat je die spieren weer goed kunt aanspannen. ben benieuwd op volgende reacties!

    • #13389
      Avatar fotopwharinck
      Deelnemer

      Het is toch echt van groot belang, om de oorzaak van het krachtsverlies te weten. Bovendien lijkt mij zo’n krachtsafname van één enkele spier onwaarschijnlijk.

      Als alle spiervezels nog intact zijn, ga je iemand natuurlijk anders behandelen, dan in het geval van atrofie.

      Bovendien is de hulpvraag belangrijk. Wil deze persoon de maraton gaan lopen, of alleen van zijn karretje naar de rolstoel?

      groeten,
      Peter Harinck

    • #11141
      Avatar fotoT. Schambergen
      Deelnemer

      Mariette,

      Waarom moet het of/ of zijn en kan het niet en/en zijn ?? Coördinatie lijkt mij nu nog niet op zijn plaats maar die andere twee lijken mij uitstekend om op dit moment mee aan de slag te gaan. Ik zou niet weten waarom de één wel en de ander persé nog niet of omgedraait ??

      Groetjes Thom

    • #11142
      Avatar fotoGeert Jeuring
      Deelnemer

      Waarschijnlijk moeten we eerst defineren wat we met koordinatie bedoelen. Bedoelen we intra en intermuskulaire koordinatie of bedoelen we eenbeenstand etc. Intermuskulaire koordinatie is traineerbaar in sekonden en bereikt met genoeg trainingseenheden zijn top in 3 weken. Voor intramuskulaire training moet het bindweefsel sterk belastbaar zijn vanwege de hoge gewichten die hier bij gebruikt worden. Bij de intermuskulaire koordinatie van de quadriceps is het belangrijk dat deze weer geintegreerd word in het strekapparaat van het been. Een synergisme dus met hamstrings,gluteaus maximus, erector en soleus. Hypertrophietraining is aangebracht omdat een quadriceps met kracht 3 functioneel voor de meeste adl´s te weinig is. Ter vergelijk: een vrouw van 70 gebruikt 100% van haar maximale kracht om van zit naar stand te komen (Runge).
      Het is dan ook zinvol zo veel mogelijk in een gesloten keten te trainen: said principle = specific adaptation on imposed demand.

      prettig weekend

      Geert

    • #11143
      Avatar fotolinjet
      Deelnemer

      oke, ik kom erachter dat er dus meer achtergrond van de patient nodig is om vast te stellen waar je op gaat trainen. het gaat om een 25 jarige profvoetballer die 6 weken geleden geopereerd is. zijn voorste kruisband was finaal afgescheurd. daarvoor is voorste kruisbandplastiek uitgevoerd. stabaliteit in de knie laat nog te wensen over. er is dus geconstateerd dat hij MRC 3 heeft. maar wat precies het probleem is waarom hij geen mrc 5 heeft is mij niet geheel duidelijk. ik denk door die operatie dat er atrofie is opgetreden en vermindering van stabaliteit.

    • #11144
      Avatar fotopwharinck
      Deelnemer

      Bij deze gezonde jongeman,

      is echt geen sprake van atrofie hoor. Zijn knie is bezig aan een genezingsproces en daar past geen overbelasting bij.
      Die knie moet bewegen, want dan krijgt zijn gewricht de nodige voeding om het genezingsproces te bewerkstelligen. Een beetje belasting, want dan kan het weefsel sterker worden.
      Vooral geen krachttraining. Kracht heeft hij zat. Maar coördinatie-training in een milde vorm.
      Na een paar weken kan de belasting gaan toenemen en is hij binnen no time weer op kracht 4. Nog een beetje geduld en de 5 wordt makkelijk gehaald.

      Ik snap die rare indeling in spierkracht overigens niet zo goed (, is zeer moeilijk te meten en in ieder geval niet evidencebased).
      Een topsporter komt waarschijnlijk met gemak aan 7. Maar de indeling stop al bij 5.

      groeten,
      Peter Harinck

    • #11145
      Avatar fotoGeert Jeuring
      Deelnemer

      Daar moet ik Peter tegenspreken. Na 6 weken is wel degelijk sprake van atrofie. Tevens is er sprake van twee genezingsprocessen: het nieuwe kruisband en de plaats waar de plastiek ontnomen werd. De oorzaak voor de atrofie wordt meestal tweeledig gezien. Ten eerste een beschermmechanisme wanneer het gewricht zo grof beschadigd wordt (deze mechanismen kunnen niet onderscheiden tussen operatietrauma en ander traumata). Ten tweede de inaktiviteitsatrofie. Bij deze patient is een rehabilitatieplan aangebracht waarin het begin vooral veel nadruk gelegd wordt op intermuskulaire koordinatie, hypertrofietraining en krachtuithoudingsvermogen. Daarbij moet sterk rekening gehouden worden met krachten die op het implantaat werken (endorotatie, Tibiatranslaties naar voren, extensie in een open keten). In de laatste fase van de rehabilitatie wordt de nadruk gelegd op reactieve, plyometrische oefenvormen en intramuskulaire kracht. Al met al duurt een goed doorgevoerde revalidatie ca. 9 – 12 maanden.

      prettige werkweek

      Geert

    • #11146
      Avatar fotolinjet
      Deelnemer

      bedankt voor jullie reacties. ik hoop dat we er zo uitkomen!

      groetjes mariette

    • #11147
      Avatar fotopwharinck
      Deelnemer

      Geert,

      Ik wil van jou wel eens weten wat jij dan onder atrofie verstaat.

      M.i. zij alle spiervezels hier nog intact. Er is reflectoir een hypotonie opgetreden ter bescherming van het gewricht. Ook door de inactiviteit is krachtsverlies opgetreden en is deze spier slecht belastbaar.

      groet,
      Peter

    • #11148
      Avatar fotoGeert Jeuring
      Deelnemer

      Hallo Peter, voor de definitie van atrofie grijp ik terug naar mijn pathologieboek dat in het Duits is. Ik neem aan dat dat geen probleem is. Hoe zou jij dan het krachtsverlies willen beschrijven dat door de inaktiviteit is onstaan. Bij inaktiviteit komt het tot volgende veranderingen in de spier:
      pWeniger Typ-I-Muskelfasern (= ST-Fasern, vor allem aerob
      p Mehr Typ-II-Muskelfasern (= FT-Fasern, aerob und anaerob
      tätig)
      pWeniger Kapillaren pro cm2 Muskel
      p Verringerte Konzentration aerob arbeitender Enzyme

      Dit zijn algemene principes die door inaktiviteit optreden. Ze worden onder andere beschreven bij patienten met COPD, inaktiviteitsatrofie en astronauten.

      Deze effekten zijn reversibel, onder andere door training.

      Hier de definitie van atrofie:

      Anpassungsreaktionen

      Zu den Grundeigenschaften höher organisierter Lebewesen gehört es, daß der Bestand an Zell und Gewebsmassen veränderten Bedingungen angepaßt werden kann. Die Anpassung äussert sich in einer Zunahme oder Abnahme der Größe und/oder der Zahl konstitutiver Elemente, wie Zellorganellen, Zellen oder Komplexe histologischer Einheiten (z.B. Leberläppchen, Drüsenacini, Nephrosen, Knochenbälckchen).

      Atrophie

      Unter Atrophie versteht man die Verkleinerung eines vorher zu normaler Größe entwickelten Gewebsverbandes oder Organs. Beruht die Kleinheit eines Organs dagegen auf einer ontogenetischen Entwicklungsstörung, so wird dies als Hypoplasie bezeichnet.

      Die Reduktion der Gewebsmasse erfolgt bei der Atrophie entweder durch Verkleinerung der das Gewebe bildenden Zellen, man spricht dann von einfacher Atrophie, oder druch Reduktion der Zellzahl, wofür der Terminus numerische Atrophie (genauer: zellnumerische Atrophie) steht (Abb.1). diese Unterschied ist ein Kompromis, weil sie als Untereinheit eines Gewebes nach Zahl und Größe nur die Zelle, nicht aber histologische Einheiten (z.B. Nierenlglomeruli, Leberläppchen, Lymphfollikel) oder Zellorganellen (z.B. Mitochondrien, Peroxisomen) berücksichtig.

      Atrophie ist nicht einfach das Ergebnis einer Wegnahme von Zell- oder Gewebsmasse, sondern in den meisten Fällen einer Änderung der Bilanz zwischen Neubildung und Verlust derselben. Ein solcher Turnover existiert sowohl auf der Organisationsebene der Gewebe , nämlich den sog. Wechselgeweben als Gleichgewicht zwischen Zellneubildung und Zellverlust, als auch, und vor allem in den stabilen und permanenten Geweben, auf der subzellulären Ebene zwischen Neubildung und intrazellulärem Abbau von Zytoplasmalbestandteilen.

      Einer einfachen Atrophie (Verkleinerung einer Zelle) kann also entweder eine Reduktion der Neubildung von Zellorganellen zugrunde liegen; der in normalem Umfang weiterlaufende Abbau bewirkt dann bereits die Massenabnahem, zum Beispiel bei der Hungeratrophie der Leberzellen. Oder es wird der Abbau gesteigert, was dann – meist zusammen mit einer Synthesehemmung – zu einer sehr raschen Reduktion der Zellmasse führt, zum Beispiel bei einer Leberatropie im Versorgungsgebiet eines verschlossenen Pfortaderastes. In Analogie dazu beruht die numerische Atrophie in Wechselgeweben entweder auf einer Hemmung der Zellneubildung, z.B. die Atrophie der Dünndarmschleimhaut nach Einwirkung ionisierender Strahlen, oder auf einem erhöhten Zellverlust wie bei der Zottenatrophie im Dünndarm aufgrund einer glutenenteropathie (Zöliakie). Nur in den „stabilen“ Geweben und in Dauergeweben ist eine numerische Atrophie stets Folge eines Zellverlustes.

    • #11149
      Avatar fotopwharinck
      Deelnemer

      Ik ben het met je eens, dat stofwisseling binnen zo’n spier, sterk zal veranderen en daarmee de eigenschappen van het weefsel.
      Door behandeling is dit echter redelijk snel weer te te herstellen.
      Onder atrofie versta ik afbraak van weefsel, dat niet of zeer moeilijk te herstellen is en waarvoor alleen slechter weefsel in de plaats zal komen.

      Als de zelfde persoon 6 weken vakantie neemt en gedurende die tijd nauwelijks van zijn plaats komt, zal er ook krachtsvermindering en omvangsvermindering plaatsvinden. Ook dan zullen de eigenschappen van vezels veranderen. Noem je dit dan ook atrofie?

    • #11150
      Avatar fotoandreasbuchmann
      Deelnemer

      Het antwoord op de vraag of je bij een krachtsmeting spierkracht 3 meet lijkt me tamelijk logisch: je meet immers de kracht en niet specifiek het UHV; je wil dus iets met de kracht doen en dus ook met de coordinatie (lees:spierkracht=coordinatie?; interessant onderwerp trouwens)
      Als de kracht er nog niet is kan je alleen UHV trainen via langer statisch aan te laten spannen, maar je kan dat dan bij een spierkracht 3 nog niet gaan trainen door meer isotoon concentrische en/of excentrische herhalingen te gaan maken..

    • #11151
      Avatar fotoGeert Jeuring
      Deelnemer

      Hallo Peter, als je deze definitie volgt ja:

      Die Reduktion der Gewebsmasse erfolgt bei der Atrophie entweder durch Verkleinerung der das Gewebe bildenden Zellen, man spricht dann von einfacher Atrophie, oder druch Reduktion der Zellzahl, wofür der Terminus numerische Atrophie (genauer: zellnumerische Atrophie) steht

      In jouw geval spreek je eerder van een numerische atrofie. die daadwerkelijk slechter regeneert.

      Als een ongetrainde persoon in het fitnesscenter zich 3 cm op zijn biceps traint noemt men dit ook hypertrofie. Verliest hij deze in zijn vakantie weer, noemt men die atrofie.

      Andreas welke modaliteit je traint hangt vooral af van het aantal herhalingen dat je traint. Iemand met spierkracht 3 kan dus wel hypertrofie trainen door het aantal herhalingen tussen de 8 en 15 te houden. Voorwaarde is dat de laatste herhalingen nauwelijks nog mogelijk zijn.

      Prettige dag

      Geert

      En ja, als

    • #11152
      Avatar fotopwharinck
      Deelnemer

      Beste Geert,

      Ik geloof, dat wij het wel min of meer eens zijn. Maar ik zou dan toch liever spreken van hypotofie. Bij atrofie denk ik aan ernstige toestanden, die niet of slechts met grote moeite kunnen herstellen. Maar dat is natuurlijk subjectief.

      Beste Andreas,

      “Spierkracht=coördinatie”
      Daar heb je m.i. een punt te pakken. Waarschijnlijk is dit voor 80% waar.
      Spierkracht testen zonder coördinatie is niet mogelijk. Dus alle wetenschappelijke onderzoeken, die claimen dat een bepaalde behandelmethode de spierkracht doet toenemen, moeten we met een korreltje zout nemen. Zeker als deze spierkracht in korte tijd lijkt toe te nemen.

      groeten,
      Peter Harinck

Weergave van 16 reactie threads
  • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.