Zorgverzekeraar pioniert in eerstelijnszorg

15

Met de komst van een door zorgverzekeraar Menzis geopend gezondheidscentrum in de Groningse binnenstad is daar het huisartsentekort opgelost. Patiënten zijn positief, maar moeten er wel aan wennen eerst hun verhaal tegen de doktersassistente te doen.

Als eerste zorgverzekeraar opende Menzis in 2004 een gezondheidscentrum in de Groningse binnenstad. Aanleiding was het tekort aan eerstelijnszorg dat ontstond door het vertrek van een huisarts uit de wijk. Dit is opgevangen door de overgebleven huisartsen uit de buurt in het nieuwe gezondheidscentrum te laten samenwerken met een team van eerstelijnszorgverleners.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Naast de huisartsen werken in het centrum doktersassistenten, een fysiotherapeut, een nurse practitioner en een diabetesverpleegkundige, en er is ook een apotheek aanwezig. Doel van het initiatief was en is de eerstelijnszorg te verbeteren door intensieve samenwerking van de verschillende zorgverleners en een efficiëntere werkwijze.

Menzis werkt daarbij nauw samen met Thuiszorg Groningen en de huisartsen van het gezondheidscentrum. Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) en iMTA (verbonden aan het Erasmus MC) evalueerden dit project. Het onderzoek is gefinancierd door het College voor zorgverzekeringen (CvZ).

Huisartsentekort opgelost
Met de komst van het gezondheidscentrum is het huisartsentekort in de Groningse schilders- en zeeheldenbuurt opgelost. Ongeveer 9500 mensen staan er als patiënt ingeschreven en er is ruimte voor uitbreiding. De patiënten zijn tevreden over het gezondheidscentrum: bezoekers gaven een gemiddeld rapportcijfer van 7,9. Ze zijn zowel tevreden over de dienstverlening, bereikbaarheid en wachttijd als over de inhoud van de zorg. De ondersteunende disciplines hebben wat meer tijd beschikbaar voor hun patiënten dan de huisartsen. Zo legt de nurse practitioner – een hoog opgeleide verpleegkundige – meer huisvisites af dan de meeste huisartsen.

Doktersassistente centrale rol
De doktersassistenten vervullen een centrale rol in gezondheidscentrum West. Zij inventariseren de zorgvraag en bepalen in overleg met de patiënt welke volgende stap er wordt gezet (triage). Een aantal vragen kunnen ze zelf afhandelen, bijvoorbeeld in de vorm van een advies. In andere gevallen bepalen zij, al naar gelang de aard en ernst van de klacht, bij welke zorgverlener de patiënt het beste terecht kan. Een aanzienlijk deel van de patiënten zegt het vervelend te vinden dat ze eerst hun verhaal tegen de assistente moeten doen, maar dit aantal is wel kleiner geworden. In 2005 was dat nog ongeveer 60%, in 2006 was dat nog een derde.

Knie of keelpijn
De nurse practitioner, de fysiotherapeut en de diabetesverpleegkundige nemen ieder een afgebakend deel van de zorg over van de huisartsen. Mensen die bijvoorbeeld last hebben van hun knie, rug of schouder komen direct bij de fysiotherapeut en veelvoorkomende alledaagse klachten zoals keelpijn of hoesten worden afgehandeld door de nurse practitioner. Verder is er een manager in het gezondheidscentrum die vooral organisatorische en beleidsmatige zaken op zich neemt. De huisartsen houden zo meer tijd over voor medisch complexere zaken.

De zorgverzekeraar op de stoel van de dokter?
Veelgehoorde kritiek op het initiatief van Menzis was bij voorbaat dat financiële afwegingen voorrang zouden krijgen boven zorginhoudelijke en dat de zorgverzekeraar een te grote bemoeienis zou krijgen met de inhoud van de zorg. Van beide kritiekpunten is niets gebleken in het NIVEL-onderzoek. De zorgverzekeraar blijkt zich niet inhoudelijk met de zorg te bemoeien. De huisartsen voeren de regie over zorginhoudelijke zaken en hun professionele autonomie blijft daarbij gehandhaafd. De belangrijkste successen van gezondheidscentrum West liggen bovendien op het vlak van verruiming van de zorg en zeker niet op economisch vlak.

Kostbaar
Zo is er meer tijd voor patiënten en worden mensen na ontslag uit het ziekenhuis of na de geboorte van een kind altijd thuis bezocht. Ook kunnen mensen voor veel meer terecht op hetzelfde adres: er is bijvoorbeeld ook een diëtist aanwezig, een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, een bedrijfsarts, enz. Dat ruime aanbod heeft wel een prijs: de kosten zijn beduidend hoger dan in de oude situatie toen er nog in ‘traditionele’ huisartspraktijken werd gewerkt.

Evaluatie
Voor het onderzoek maakten het NIVEL en iMTA onder meer gebruik van registratiegegevens, enquêtes onder patiënten, diepte-interviews met de medewerkers en financiële gegevens.

Bron: NIVEL