Bij mensen die ouder worden, neemt het risico op vallen toe. Vallen op hogere leeftijd kan grote gevolgen hebben en tot ernstige verwondingen leiden. Dit kan veel invloed hebben op de zelfstandigheid van deze mensen. Valpreventie is erop gericht het risico op vallen te verminderen of te voorkomen. Valpreventie kan voor een deel vergoed worden uit het basispakket van de zorgverzekering. Maar de zorg wordt soms ook deels geregeld door de gemeente. Op deze pagina beschrijven we wat valpreventie inhoudt en wat wel of niet vergoed wordt.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Valpreventie

Valongelukken zijn de meest voorkomende oorzaak van verwondingen bij mensen van 65 jaar of ouder. Bijna de helft van alle valongelukken veroorzaakt verwondingen als hersenletsel of botbreuken. Steeds meer mensen hebben zorg nodig nadat ze zijn gevallen. Valpreventie is het verminderen of voorkomen van valongelukken bij ouderen door risicofactoren te behandelen of aan te passen.

Onderdelen van zorg bij valpreventie

De zorg bij valpreventie bestaat uit 3 onderdelen:

  1. De valrisicotest: een test om te bepalen of een oudere een hoog valrisico heeft.
  2. De valanalyse: een analyse van de oorzaken van het hoge valrisico, bijvoorbeeld:
    • minder spierkracht en evenwichtsproblemen;
    • slecht zien;
    • angst om te vallen;
    • inrichting van de woning of omgeving (gladde vloeren, losliggende tegels of slechte verlichting).
  3. Een advies op maat om het valrisico te verkleinen, bijvoorbeeld aanpassen van medicatie, verbeteren van het gezichtsvermogen, aanpassen van de woning en een trainingsprogramma.

Veel valongevallen gebeuren in en om de woning. Vooral trainingsprogramma’s die zijn gericht op het verbeteren van evenwicht, lopen en spierkracht verminderen het aantal valongevallen.

Valpreventie wordt voor een deel vergoed

De valrisicotest en de valanalyse kunnen worden vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. De valanalyse wordt uitgevoerd door de huisarts of een vergelijkbare  zorgverlener. Zorgverleners gebruiken hiervoor 3 richtlijnen:

Sommige onderdelen van het advies op maat kunnen ook worden vergoed uit het basispakket, zoals:

  • een staaroperatie;
  • het aanpassen van medicatie om duizeligheid of sufheid te verminderen;
  • het advies door een ergotherapeut voor aanpassingen in huis (bijvoorbeeld drempels weghalen);
  • voedingsadviezen.

De zorgverzekeraar bepaalt of de verzekerde recht heeft op vergoeding van deze zorg.

Sommige onderdelen van het advies worden niet uit het basispakket vergoed. Bijvoorbeeld:

  • een nieuwe bril of aangepaste brillenglazen;
  • veilig niet-orthopedisch schoeisel;
  • aanpassingen aan een woning zoals een traplift of een douche- of toiletsteun. Deze aanpassingen kunnen worden aangevraagd bij de gemeente.

Zorgpolis bepaalt de rechten en plichten van de verzekerde

In uw zorgpolis staat welke zorg u precies kunt krijgen en welke zorg vergoed wordt. De zorgpolis gaat over de rechten en plichten van de verzekerde. Het is in eerste instantie aan de zorgverzekeraar om te beslissen of:

  • de zorg die de verzekerde (vergoed) wil krijgen onder de zorgpolis valt;
  • de verzekerde op deze zorg is aangewezen (indicatie);
  • aan de eventuele overige voorwaarden van de zorgpolis is voldaan.

Uw zorgpolis staat op de website van uw zorgverzekeraar. Bij vragen over de behandeling of vergoeding kunt u contact opnemen met uw zorgverzekeraar.

Meer informatie over het basispakket, de zorgpolis en over hoe de Zorgverzekeringswet (Zvw) werkt staat op de pagina: Zvw-algemeen: Hoe werkt de Zorgverzekeringswet?

Zorg geregeld door de gemeente (Wmo)

Sommige onderdelen van valpreventie kunnen worden geregeld door de gemeente. Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeente geeft ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. U kunt bij uw eigen gemeente vragen naar de mogelijkheden.

Vergoeding trainingsprogramma’s bij fysiotherapeut

Trainingsprogramma’s voor kwetsbare ouderen bij een fysiotherapeut worden nu niet vergoed uit het basispakket. In april 2022 heeft het Zorginstituut in een brief aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aangegeven hoe deze trainingsprogramma’s vergoed zouden kunnen worden. De minister besluit uiteindelijk of en hoe de trainingsprogramma’s kunnen worden opgenomen in het basispakket.

Aanleiding voor de verduidelijking van valpreventie

Valongelukken zijn de meest voorkomende oorzaak van letsel bij ouderen. Bijna de helft van alle valongelukken veroorzaakt letsel en steeds meer mensen hebben zorg nodig nadat ze zijn gevallen. Daarom heeft de minister van VWS het Zorginstituut gevraagd te beoordelen of valpreventie bij ouderen bewezen effectief is en onder de te verzekeren zorg kan vallen.

Inhoud van de verduidelijking

Valpreventie bestaat uit 3 onderdelen, namelijk:

  1. de valrisicotest;
  2. de valanalyse;
  3. een advies op maat om het hoog risico op vallen te verminderen of weg te nemen.

Volgens het Zorginstituut kunnen de onderdelen 1 en 2 onder de verzekerde zorg vallen voor  ouderen met het vermoeden op of een vastgesteld hoog valrisico. De valrisicotest hoeft niet per se door een zorgverlener te worden afgenomen.

Voor onderdeel 3 geldt dat een deel van de mogelijke adviezen al verzekerde zorg zijn. Bijvoorbeeld een staaroperatie bij zichtproblemen. En bij gemeenten kan een aanvraag voor woningaanpassingen worden ingediend.

Trainingsprogramma’s valpreventie

Het Zorginstituut heeft geconstateerd dat trainingsprogramma’s effectief zijn om valincidenten te voorkomen. Afhankelijk van het geconstateerde hoog valrisico kan de verwijzer (de huisarts) verwijzen naar een trainingsprogramma onder begeleiding van een fysiotherapeut. Ook als sprake is van onderliggende of bijkomende problemen, zal de verwijzer naar een programma onder begeleiding van de fysiotherapeut verwijzen. Maar dit is niet altijd nodig. De verwijzer kan de oudere dan ook aanraden om mee te doen aan een trainingsprogramma onder begeleiding van een sportleraar, aangeboden door de gemeente. Deze programma’s hebben ook een positief effect op het verminderen van het valrisico. Het is aan de minister van VWS om te bepalen of en hoe de trainingsprogramma’s onder begeleiding van een fysiotherapeut in het basispakket van de zorgverzekering kunnen worden opgenomen.