Maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing en de stijging van het aantal chronische aandoeningen hebben tot gevolg dat er steeds vaker een beroep gedaan wordt op de fysiotherapeut, bijvoorbeeld om mensen beter voor te bereiden op een ziekenhuisopname. Om adequaat op deze vraag in te kunnen blijven spelen, is innovatie in de branche nodig. TNO en het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) gaan intensief samenwerken en sloten op 18 augustus 2010 in Amersfoort een Branche Innovatie Contract af.
De maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een veranderende positie van de fysiotherapeut. Bas Eenhoorn, voorzitter van het KNGF: “Meer patiënten hebben in de toekomst fysiotherapie nodig. De kosten in de zorg zullen alleen maar stijgen. Hoewel fysiotherapie ook veel opbrengt, moet er naar oplossingen worden gezocht om de kosten beheersbaar te houden. Verzekeraars stellen ook steeds hogere eisen aan de kwaliteit van zorg. Fysiotherapeuten moeten daarom innoveren in fysiotherapeutische werkwijzen voor verbeterde diagnostische en preventieve zorg. De fysiotherapiepraktijk van de toekomst is afgestemd op de vraag van patiëntgroepen en is gericht op service. Daarbij is een krachtige digitale ondersteuning voor de patiënt en fysiotherapeut nodig. Dit helpt bij de communicatie met de patiënt en ondersteunt in betere besluitvorming bij screening, diagnostiek en therapie. Bovendien draagt ICT bij aan vernieuwingen in de bedrijfsvoering”.
Om tot deze branchebrede innovatie te komen zijn er op vier gebieden innovaties nodig. Bas Eenhoorn: “Uitgangspunt hierbij is een verdere verbetering in het handelen van de fysiotherapeut richting de praktijk van de toekomst. Op basis van de visie van het KNGF en in workshops met leden is tot een viertal innovatiegebieden gekomen, die we in de komende periode met TNO gaan uitwerken”.
Beschikbare TNO kennis koppelen aan kennisvragen
Voor de vier innovatiegebieden wordt vanuit TNO relevante kennis beschikbaar gesteld. Nico van Meeteren van TNO: “Voor elk van de vier innovatiegebieden beschikt TNO over kennis. De”Better in, better out” kennis van TNO wordt bijvoorbeeld gekoppeld aan het innovatiegebied “bewezen effectieve programma’s”. Better in, better out wijst uit dat fysiotherapie voorafgaand aan een operatie, het herstel van fragiele ouderen aanzienlijk verbetert. Dit gedachtegoed gaan we nu op bredere schaal koppelen aan de kennisvraag van het KNGF”. Het innovatiecontract draagt ook bij aan het borgen van behandelingen. Van Meeteren: “De fysiotherapeut levert een belangrijke bijdrage aan het herstel van patiënten, maar nu wordt dit therapiesucces nog onvoldoende gekwantificeerd. Met de kennis die TNO uit onderzoek heeft, werken we via dit Branche Innovatie Contract aan meetmethoden die bruikbaar zijn voor de fysiotherapie in Nederland”.
Het Branche Innovatie Contract maakt onderdeel uit van het TNO MKB programma en wordt gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken (90%) en het KNGF (10%). Het doel van dit MKB programma is het innovatief vermogen van het Nederlands bedrijfsleven te versterken. De vier innovatiegebieden in het Branche Innovatie Contract zijn:
- bewezen effectieve programma’s ter verbetering van screening, diagnostiek en therapie;
- verbetering van de interne organisatie van de fysiotherapiepraktijk;
- ICT in het fysiotherapeutische werkproces en
- inbedding van de projectresultaten in het curriculum van de bacheloropleidingen fysiotherapie.
Bron: KNGF