Een zware buikoperatie ondergaan en de volgende ochtend al 25 meter lopen. Gekkenwerk, denkt menigeen, maar bij de zorgeenheid oncologische heelkunde en urologie is dit tegenwoordig de standaard. “En na vijf dagen lopen onze patiënten een mijl, anderhalve kilometer”, vertelt fysiotherapeut Edwin Geleijn.
Het idee om patiënten zo snel mogelijk uit bed te laten komen, ontstond in 2009 tijdens een bezoek aan het Memorial Sloane Kettering Cancer Centre (MSKCC) in New York. “Ik was naar dit Amerikaanse ziekenhuis gegaan om te kijken hoe ze daar omgingen met kankerpatiënten. Wat opviel is dat ze patiënten daar een eigen verantwoordelijkheid in de behandeling geven. Dat is echt een heel andere invalshoek”, aldus Edwin Geleijn. Eén van de manieren waarop die filosofie in praktijk wordt gebracht, is het snel starten met wandelen na een operatie.
Niet pijnlijk
Geleijn stelde Jaap Bonjer, hoofd van de afdeling heelkunde, en Rien Caljouw, manager bedrijfsvoering divisie IV, voor om dat ook in VUmc te introduceren. Beiden waren enthousiast. In 2010 startte daarom een project bij de zorgeenheid heelkunde en urologie. “Iedereen op die zorgeenheid is namelijk geopereerd”, aldus Geleijn. “Maar tot dan toe was er geen eenduidig beleid voor het postoperatief mobiliseren. Fysiotherapeuten werden er pas bij betrokken als er al problemen met de longen waren ontstaan of als het bewegen enkele dagen na een operatie nog steeds niet goed verliep.”
In de nieuwe situatie werken artsen, verpleging en fysiotherapie nauw samen. De verpleegkundige helpt de patiënt de eerste ochtend na de operatie uit bed en in een stoel. Later die dag inventariseert de fysiotherapeut de mogelijkheden van de patiënt en volgt meestal de eerste wandeling. “Nee, dat is niet pijnlijk, want we kunnen de pijn uitstekend onder controle houden”, vertelt Geleijn. “Patiënten krijgen een epidurale verdoving, zodat het wondgebied ongevoelig is. Ze gebruiken tijdens de wandeling een rollator waarop een houder voor de infuuspompen is gemonteerd.”
Betere zorg voor minder geld
Het grote voordeel van de dagelijkse wandeling is dat het risico op longproblemen aanzienlijk kleiner wordt. “Dat merken we omdat er veel minder vaak antibiotica hoeft te worden gegeven. Maar ook de opnameduur neemt af en natuurlijk is een patiënt, die de dag voor hij naar huis gaat anderhalve kilometer heeft gelopen, fitter dan iemand die rechtstreeks uit bed komt.”
“Het is echt een gezamenlijk project van de hele zorgeenheid geworden”, aldus teamleider Joyce Jansen. De nieuwe werkwijze vergt wel enige overredingskracht. Geleijn: “Patiënten zien er de eerste keer vreselijk tegenop om uit bed te komen. Maar wanneer ze merken dat het geen pijn doet krijgen ze er zin in. Ze willen de mijlpaal, de wandeling van anderhalve kilometer, behalen.”
Bron: VUmc