Twaalf Zeeuwse basisscholen hebben de afgelopen jaren geëxperimenteerd met sCOOLsport om hun leerlingen in beweging te krijgen, gezonder te laten eten en weerbaar te maken. Leerlingen en onderwijzers zijn enthousiast. Tien scholen gaan door met de methode.
Het aantal kinderen met overgewicht en ernstig overgewicht is wereldwijd sterk toegenomen. Vooral door slechte voeding en te weinig bewegen. In Nederland is 14% van de jongeren te zwaar en slechts de helft van de jeugd beweegt voldoende, 12% is zelfs volledig inactief. Op een gewone schooldag brengen kinderen gemiddeld 55% van de tijd zittend of liggend door. Om daar op de basisschool al wat aan te doen is het programma sCOOLsport ontwikkeld. In de basisschoolleeftijd is gezond gedrag nog aan te leren en de school is hiervoor een geschikte omgeving. De deelnemende scholen worden begeleid en gesteund door SportZeeland.
Pesten
sCOOLsport is breder dan sport alleen. Het programma richt zich op vier thema’s: ‘elke dag bewegen’, ‘gezond gewicht’, ‘fysiek-mentaal weerbaar’ en ‘motorisch vaardig’. Door sCOOLsport besteden scholen niet alleen meer aandacht aan een gezonde en actieve leefstijl van hun leerlingen, maar ook aan pesten en motorische vaardigheden. Niet alle thema’s zijn echter even makkelijk in te passen in de dagelijkse schoolactiviteiten. Het is lastig voor de scholen om aan alle criteria van het sCOOLsportkwaliteitskader te voldoen, zo blijkt uit een procesevaluatie van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg).
Kwaliteitskader
Een school moet voldoen aan een aantal richtlijnen uit het kwaliteitskader om sCOOLsportschool te mogen heten. NIVEL-onderzoeker Linda Ooms: “sCOOLsport vraagt een grote tijdsinvestering en naast het drukke programma dat basisscholen al hebben, lukt het de scholen niet aan alle criteria te voldoen. SportZeeland zou daarom nog eens goed naar het kader kunnen kijken. En bijvoorbeeld de criteria nog eenduidiger formuleren of een afkappunt creëren waarop scholen nog aan voldoende criteria voldoen om sCOOLsportschool te blijven.”
Fruitdag
“Je ziet dat de scholen wel hun best doen om aan alle sCOOLsportthema’s aandacht te besteden”, vervolgt ze. “De leerlingen zijn vooral enthousiast over de sport- en beweegactiviteiten. Maar er lopen ook programma’s tegen pesten, scholen maken werk van gezonde tussendoortjes met een fruitdag en zetten vakleerkrachten in voor de gymnastieklessen. Ze besteden aandacht aan alle vier de thema’s, maar ze hebben wel echt begeleiding vanuit SportZeeland nodig. Die begeleiding duurt nu drie jaar, en komt daarna wat meer op afstand. Dat gaat op zich goed, maar die begeleiding moet niet helemaal wegvallen. Als SportZeeland geen vinger meer aan de pols houdt, is de kans groot dat sCOOLsport op de achtergrond raakt.”
Bron: Nivel
