Het bedrijfstakpensioenfonds PGGM voor 1,1 miljoen werknemers in de zorgsector gaat volgend jaar de koopkracht van zijn 175.000 gepensioneerden gedeeltelijk repareren. De indexering, de aanpassing aan de loonstijgingen, betreft 0,36 procent.
De basis voor de indexering ligt in de loonontwikkeling. De brutolonen zijn in de zorg en het welzijn met driekwart procent gestegen, maar de nieuwe regels van de toezichthouder, de Nederlandsche Bank (DNB), staan een volledige indexering niet toe.
Meegroeien
De omvang van de indexering wordt vastgesteld aan de hand van de dekkingsgraad, de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen. Die was aan het eind van het derde kwartaal 117 procent. Pas bij een dekkingsgraad van 130 procent mag PGGM de pensioenen weer volledig laten meegroeien met de loonstijgingen.
Behoorlijke rendementen
PGGM heeft dit jaar behoorlijke rendementen op zijn beleggingsportefeuille geboekt, die de gedeeltelijke indexering weer mogelijk maken. De goede opbrengsten leidden er tevens toe dat PGGM de pensioenpremie voor volgend jaar vaststelde op 16,15 procent van het pensioengevend salaris. Dat is duidelijk lager dan de premie van 18,2 procent die aanvankelijk in het vooruitzicht was gesteld. Bovendien houdt de nieuwe premie een minieme daling in vergeleken met de huidige, van 16,2 procent.
Slapers
Aan het eind van het derde kwartaal had PGGM een vermogen van 69,3 miljard euro. Behalve werknemers en gepensioneerden telt het fonds nog 800.000 zogenoemde slapers, werknemers die de zorg en het welzijnswerk inmiddels hebben verlaten, maar wel rechten hebben opgebouwd.
Bron: Zibb