Bij lage rugpijn kunnen fysio- of oefentherapie eraan bijdragen om de pijn te verminderen. Ook pijnstillers, waaronder opioïden, kunnen daarbij helpen. Er is weinig bekend over de combinatie van deze twee behandelingen. Uit verkennend onderzoek van het Nivel blijkt dat er geen verschil is in opioïdengebruik tussen mensen met lage rugpijn die wel fysio- of oefentherapie hebben en die dat niet hebben.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Lage rugpijn is een veelvoorkomende klacht in de huisartspraktijk. De effectiviteit van langdurig opioïdengebruik bij lage rugpijn is niet bewezen. Het gebruik ervan kan echter leiden tot gewenning en afhankelijkheid. We deden een eerste verkennende analyse naar het gebruik van fysio- of oefentherapie en opioïden bij lage rugpijn aan de hand van zorggegevens uit de database Nivel Zorgregistraties Eerstelijn.

Bij patiënten met lage rugpijn steeg het gebruik van opioïden tussen 2015 en 2017

In 2015 kregen 168 per 1.000 patiënten met lage rugpijn een opioïde voorgeschreven, in 2017 waren dat er 182 per 1.000 patiënten. Er was ook een lichte stijging te zien in het percentage patiënten dat in de pijnbehandeling bij lage rugpijn meteen start met een sterkwerkend opioïde: van 18,6% in 2015 naar 21,4% in 2017. Een derde van de patiënten met lage rugpijn krijgt opioïden voor drie maanden of langer voorgeschreven. Patiënten die een opioïde gebruiken, zijn gemiddeld ouder, vaker vrouw, hebben meer andere aandoeningen en gebruiken meer andere medicijnen dan patiënten die dat niet doen.

Weinig verschil in fysio- en oefentherapeutisch zorggebruik tussen patiënten mét en zónder opioïde

Mensen die zowel fysiotherapeutische dan wel oefentherapeutische zorg als een opioïde gebruiken, hebben gemiddeld hetzelfde aantal behandelepisodes (een reeks va behandelingen) als mensen die fysiotherapie hebben en geen opioïde gebruiken: 1,5 versus 1,4. Mensen met lage rugpijn die een opioïde gebruiken, hebben gemiddeld wel een iets langere behandelduur dan de mensen die geen opioïde gebruiken: 7,9 versus 7,1 weken. Ook ligt het aantal behandelingen binnen een episode hoger in de groep die naast de fysio- of oefentherapie een opioïde gebruikt, namelijk 7,7 behandelingen tegenover 6,3 behandelingen voor de groep die geen opioïde gebruikt.

Effecten fysio- en oefentherapie bij lage rugpijn nader onderzoeken

De internationale literatuur laat zien dat fysiotherapie en oefentherapie het gebruik van opioïden bij lage rugklachten kan terugdringen, maar onze verkennende studie laat zien dat opioïdengebruik niet samen lijkt te hangen met de duur en het aantal behandelingen voor fysio- of oefentherapie. Verder onderzoek moet zicht geven op de vraag of er een effect is op andere uitkomsten zoals kwaliteit van leven en pijnverlichting.

Conclusies

In de periode 2015-2017 is er een stijgende trend te zien in het gebruik van sterkwerkende opioïden bij patiënten met lage rugklachten, ook als eerste prescriptie voor pijnstilling. Hierbij lijkt er geen verschil te zijn in het zorggebruik van fysio-/oefentherapie tussen patiënten die wel en geen opioïde krijgen voorgeschreven.

Hoewel er vanuit de internationale literatuur evidentie is dat fysio-/oefentherapie het gebruik van opioïden bij lage rugklachten kan terugdringen, zal er meer onderzoek gedaan moeten worden fysio- /oefentherapie, het gebruik van opioïden of een combinatie van deze therapieën in de Nederlandse situatie om mogelijk het gebruik van opioïden en de bijbehorende gezondheidsrisico’s terug te dringen.