Orthopedisch chirurgen van het UMC Utrecht hebben gisteren voor het eerst in Nederland een bijzondere knieoperatie uitgevoerd. Een patiënt met ernstig knieletsel heeft zijn eigen kraakbeenvormende cellen teruggekregen via een kleine ‘spons’ in de knie (biologische drager). Het maakt de operatie chirurgisch veel minder belastend en vergroot de kans op het ontstaan van gezond kraakbeen. Deze techniek is voor het eerst in Nederland toegepast.
De drager bestaat uit een ‘spons’ van het bindweefseleiwit collageen waar de kraakbeencellen op gekweekt zijn. De spons is via een kijkoperatie in de knie te brengen, waardoor de knie niet met een grote snede opengemaakt hoeft te worden. Het andere voordeel van de spons is dat het de kraakbeencellen op de goede plaats houdt. De cellen kunnen niet verschuiven, wat een probleem is bij de gangbare vorm van kraakbeenÂtransplantatie. Daarbij worden losse cellen ingespoten en via een flapje vastgezet.
Het UMC Utrecht voert al veel langer kraakbeentransplantaties uit met lichaamseigen cellen die buiten het lichaam opgekweekt en vermenigvuldigd zijn. Het gebruik van een biologische drager is een Nederlandse primeur in kraakbeenherstel via lichaamseigen cellen. Orthopedisch chirurg dr. Daniël Saris voerde de operatie uit. “Deze nieuwe chirurgische ingreep is betrouwbaar en veilig. Ik verwacht dat de operatie in de toekomst via een dagbehandeling uitgevoerd kan worden.â€
Alleen patiënten bij wie het kraakbeen in de knie nog gezond is komen in aanmerking voor de ingreep. Via een speciale MRI-scan stellen onderzoekers van het UMC Utrecht de gezondheid van het weefsel vast. Een laboratorium in Boston in de Verenigde Staten kweekt de kraakbeencellen op die van tevoren uit de knie zijn gehaald. Dit laboratorium controleert via DNA-onderzoek of de cellen gezond zijn en inderdaad zullen uitgroeien tot kraakbeen.
Begin dit jaar publiceerde Saris samen met collega’s de resultaten van een groot vergelijkend onderzoek naar kraakbeenherstel. In het onderzoek ontvingen ongeveer 120 patiënten met knieletsel óf een normale ‘microfractuur’-operatie óf een kraakbeenÂtransplantatie. Na een jaar was het kraakbeenweefsel in de transplantatiegroep zichtbaar veel beter (The American Journal of Sports Medicine, februari). Saris verwacht dat op de lange termijn de transplantatiegroep daardoor toch beter af is. Saris: “Maar er is ruimte voor verbetering en een biologische drager is een aanzienlijk stap voorwaarts.â€
In Nederland kampen duizenden mensen met kniedefecten, enkele honderden daarvan zijn behandelbaar met de kraakbeentransplantatie. Patiënten hebben last van chronische pijn en moeten vaak werk, sport of hobby’s opgeven. Kraakbeentransplantaties kunnen mensen 85 à 90 procent van hun oude niveau teruggeven.
Deze vernieuwde orthopedische therapie valt onder het strategische programma Regenerative Medicine van het UMC Utrecht.
Bron: UMC Utrecht